13 april: De grote uittocht van de Duitsers

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd van de Duitse bezetter. De bevrijding van Fryslân begon op 12 april. In een serie van vijf artikelen staan we daar de komende dagen bij stil. Deel twee: de grote uittocht van de Duitsers.
© www.geschiedenisdc.nl
"Grote groepen Duitse soldaten sjokken moe, bleek, hongerig en lusteloos westwaarts door Leeuwardens straten achter een vieze boerenkar, waarop hun ransels, koffers en radio's hangen. (... ) Soms krijgt men meelij met zo'n vijftien-jarig broekje, dat daar op zijn eentje voortseult, de neus bijkans op de grond en met lood in de schoenen, maar zelden hebben de Leeuwarders elkaar zoveel knipoogjes gegeven en is de stemming zo opgeruimd geweest."
Keimpe Sikkema uit De Westereen moet zowel euforie als vertwijfeling hebben gevoeld toen hij deze woorden op vrijdag 13 april 1945 toevertrouwde aan zijn oorlogsdagboek.

Bevrijding lijkt onomkeerbaar

Zijn dag begint slecht, want hij hoort dat de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt donderdags is overleden. Maar nu de Canadezen al Appelscha, Oosterwolde en Wolvega binnen zijn gereden en vanuit het zuiden van de provincie verder oprukken, lijkt de bevrijding van de rest van de provincie onomkeerbaar.
De bevrijders, eerste twee Franse parachutisten op een motor met zijspan en daarna de Canadezen in pantserwagens, worden in zowel Oosterwolde als Noordwolde een dag eerder al begroet door een zijn dak gaande mensenmassa. Ze krijgen eieren die ze rauw opslurpen en ze delen op hun beurt zelf sigaretten en chocolade uit.
Bevrijding van Wolvega © www.drentheindeoorlog.nl
Het is zaak om daarna snel op te rukken naar Wolvega, Heerenveen, Joure, Sneek, Bolsward en de kop van de Afsluitdijk. Dat is de route die de Canadezen voor ogen hebben. Ze kunnen vervolgens tijdens deze 'hoofdroute' naar plaatsen links en rechts ervan uitwaaieren.

Uittocht

Grote groepen Duitsers die de hete adem van de Canadezen in hun nek voelen, trekken weg. Het is een veelzeggende beeld op deze vrijdag de dertiende in 1945. Het is niet altijd even duidelijk waar ze naartoe gaan. Sommige denken dat ze naar Harlingen moeten om daar alles op alles te zetten om de havenstad in handen te houden. Anderen denken dat ze naar de kop van Noord-Holland moeten om daar weerstand te bieden tegen Engelsen die er zouden zijn aangekomen.

Garijp

In Garijp zijn 's nachts al 200 Duitsers vertrokken, maar er blijven 60 achter. Overgebleven eten delen ze uit in het dorp, maar hun munitie, drie vrachtwagens en twee motoren willen ze opblazen.
Dorpeling Harmen Benedictus kijkt vanaf een meter of twintig vanuit een heg toe. Daar krijgt hij overigens al snel spijt van: nadat de Duitsers de boel in brand steken. vliegen door explosies de velgen in het rond. "Dat ging tot ver boven de kerktoren. Ik zie ze nog landen in de kastanjeboom van Dirk van der Meulen."

Oldeberkoop

Niet alle Duitse soldaten slagen erin om op tijd weg te komen. Bij Oldeberkoop worden tien gevangen genomen landwachters en SS'ers zonder enige vorm van proces doodgeschoten. De Canadezen vinden het goed.
Ook bij een nachtelijk gevecht tussen de Sneker Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en een groep Duitse parachutisten langs de weg naar Leeuwarden sneuvelen enkele Duitsers.
De BS in Ureterp onderschept op haar beurt vier Duitsers die proberen te vluchten en daar blijft het niet bij: NSB'ers en collaborateurs worden in het dorp opgepakt en vastgezet. 'Boerenleider' Luite van der Meulen en Pieter Staal, de NSB-burgemeester van Opsterland, worden bijvoorbeeld opgesloten in een schuur achter Café Gorter.
Herman Hennekes, Jan de Koning en Jacobus de Koning © tvbolsward.nl / fotoarchief Tonnie Siemonsma

Niet zonder slag of stoot

Het is een gevaarlijke tijd, want de Duitsers die achterblijven zijn als een kat in het nauw en daardoor feller dan ooit. Zo geeft de in Sneek verblijvende Ortskommandant Scheider opdracht om vier mannelijke bewoners van een straat in Bolsward uit hun huis te halen. In die straat is namelijk een Duitser door een misverstand neergeschoten door de BS.
Uit wraak moeten Jan de Koning (57), Jacobus de Koning (31), Ruurd Jorritsma (28) en Herman Hennekes (35) volgens Scheider gefusilleerd worden. In een legertruck worden ze naar het transformatorhuis bij Marnezijl gebracht.
Als ze uitgestapt zijn, zet Jorritsma het ineens op een lopen. Hij gooit zijn jas weg en springt in het koude water van een sloot. De Duitsers reageren te laat en hij ontsnapt daardoor. De andere drie mannen worden doodgeschoten.

Op de vlucht

Site Veenstra en zijn vrouw Bet Veenstra-Adema uit Tijnje voelen zich deze vrijdag niet meer veilig op hun boerderij. Ze horen vanuit de richting van Heerenveen veel lawaai. Als de Canadezen naderen, zou de boerderij wel eens in de vuurlinie kunnen komen te liggen. Met hun zoontje Gerrit vlucht het stel dan ook met twee schippers in een boot naar Uilesprong.
Dat blijkt maar goed ook, want als Site in de loop van de middag terugkeert om de koeien te melken ziet hij tien mangaten die vanaf de Warrenbrug gegraven zijn richting Tijnje. Alles wijst erop dat de Duitsers de brug willen verdedigen.
Het huis dreunde op z'n grondvesten.
Keimpe Sikkema

Explosies in Leeuwarden

Keimpe Sikkema beschrijft 's middags dat hij in Leeuwarden explosies en knallen hoort. Hij denk dat de Duitsers het vliegveld opblazen: "Het huis dreunde op z'n grondvesten. Of er door de luchtdruk ook glasschade aangericht is in de stad en wat er op 't vliegveld zoal vernield is, bleef me nog onbekend."
Op 6 april hadden de Duitsers het vliegveld al ongeschikt bevonden voor militair gebruik en vandaag laten bunkers de lucht invliegen en vernielen ze ook de startbanen.

Ruim baan

In de aanloop naar donderdag 12 april doet de BS er alles aan om Duitsers en de wegen te saboteren. Maar nu de Canadezen de provincie binnen zijn getrokken, moet juist alles op alles gezet worden om de route intact te kunnen houden en te ontmijnen.
Om bijvoorbeeld vanuit Noordwolde via Drachten naar Holwert te gaan, moeten tien grote waterwegen worden doorkruist. Dat lukt, want het bataljon van de Royal Canadian Dragoons kan op vrijdag de dertiende bijna zonder oponthoud een heel eind komen. Ze hoopt de volgende dag Drachten en Dokkum te bereiken.
Het voorspoedige verloop van de opmars komt mede doordat vele Friese plaatsen al in handen zijn van de BS, nog voordat de Canadezen er waren. Ook werkt het Friese telefoonverkeer goed.
Canadezen in de Stellingwerven © drentheindeoorlog.nl

Strijd om Friesland is nog niet gedaan

Het oostelijke deel mag dan bevrijd zijn aan het einde van deze vrijdag, maar de strijd om de rest van de provincie is nog niet gestreden. De Canadezen maken zich op voor de verovering van Heerenveen en ook de BS zijn druk in de weer. Zij moeten komende nacht de wegen van Veenwouden naar Dokkum afzetten om klaar te zijn voor Canadezen die het noorden van de provincie komen bevrijden.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van informatie van de websites www.drentheindeoorlog.nl, tracesofwar.nl en www.geschiedenisdc.nl, het boek De regio tijdens de Tweede Wereldoorlog fan W.H. de Vries, de bevrijdingsbijlage van de Leeuwarder Courant van zaterdag 8 april 1995 en van het oorlogsdagboek van Keimpe Sikkema.
Dinsdag volgt deel drie uit deze serie. Dat gaat over de tocht naar het noorden.
Lees hier deel 1 terug. Deze serie artikelen is mede tot stand gekomen door een bijdrage van het vfonds.