12 april: De eerste Canadezen rijden Fryslân binnen

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd van de Duitsers. De bevrijding van Fryslân begon op 12 april. In een rij van vijf artikelen staan we daar de komende dagen bij stil. Deel één: Canadezen komen bij Noordwolde de provincie in.
Feestvierend vrouwen klimmen op een tank fan de Canadese befrijders in Noordwolde.. © drentheinoorlog.nl
Op 12 april is het op de dag af 75 jaar geleden dat de eerste Canadese bevrijders de provincie Fryslân binnen rijden. Vanuit Frederiksoord, waar ze de nacht hebben doorgebracht, rijden ze 's ochtends om kwart over elf over de Nieuweweg Noordwolde binnen. Het hele dorp loopt uit om ze een warm welkom te geven bij de brug in het centrum.

Royal Canadian Dragoons

Een deel van de Royal Canadian Dragoons gaat richting Oldeberkoop, een ander deel gaat via Vinkega naar Steggerda. Nadat daar de eerste Canadese pantserwagens voorbij rijden, komt het tot een treffen tussen Duitsers en Canadezen. Een autobus van de Duitsers brandt uit en een vrachtwagen met munitie zou ontploft zijn. Ook bij De Blesse wordt geschoten.
Ik kreeg een Engelse sigaret. Het was een fantastische ervaring, maar we waren nog niet bevrijd.
Henk Wielinga
Henk Wielinga kan het zich nog goed herinneren: "(...) ik hoorde een paar harde knallen en het geratel van een zware mitrailleur. Ik liep naar de weg om te zien wat er aan de hand was. In de richting Willemsoord zag ik op een afstand van ongeveer 300 meter een colonne vrachtauto's staan. Daar omheen renden Duitse soldaten. Op dat moment zag en hoorde ik een straal lichtspoormunitie richting de colonne auto's gaan. Ik schrok me wezenloos en dook in een droge sloot."
"Mijn nieuwsgierigheid won het en ik ging dus toch weer kijken. Ik ontdekte dat de kogels uit de richting van het station in Peperga kwamen en dus van onze bevrijders de Canadezen. Ik pakte mijn fiets en reed naar Peperga en inderdaad stond daar een pantserwagen en een vlag met maple leaf op de grond. Ik kreeg een Engelse sigaret. Het was een fantastische ervaring, maar we waren nog niet bevrijd."

Franse parachutisten

In de voorafgaande dagen is het ook al onrustig in de provincie. In de nacht van 7 op 8 april worden in Drenthe en Ooststellingwerf 700 Franse parachutisten gedropt.
Een stuk of 60 daarvan komen neer bij Haulerwijk en Appelscha. Het doel van deze 'Operatie Amherst' is om belangrijke verkeersknooppunten en bruggen veilig te stellen, zodat de Canadese troepen die eraan komen, gemakkelijk kunnen optrekken. Al snel neemt een groep para's de Stokersverlaatbrug in Appelscha in, en neemt alle Duitsers die de brug willen passeren krijgsgevangen.
Keimpe Sikkema van De Westereen schrijft op 10 april in zijn oorlogsdagboek:
"De wildste geruchten doen de ronde: parachutetroepen zijn geland bij Vries-Zuidlaren, bij Rolde, Assen, Appelsga, Haulerwijk, Haule, Donkerbroek, bij Meppel enzovoort. Wat de kern van waarheid erin is, ja zeg dat maar eens, maar toch is het vrijwel zeker, dat de Geallieerden sinds Zondag 8 dezer ook op Friese bodem staan!"

Sabotageacties

Op 8 april klinkt ook uit Engeland de radioboodschap 'De fles is leeg'. Het sein voor de BS (Binnenlandse Strijdkrachten) dat ze over 36 uur moeten beginnen met sabotageacties die de Duitsers kunnen tegenhouden als de Canadezen dichterbij komen.
Het spoor wordt op verschillende plekken vernield, bruggen worden opengedraaid, wegen afgezet met bomen, wegwijzers worden weggehaald en telefoondraden doorgeknipt.
De acties zijn niet zonder gevaar. Op sommige plekken, zoals in Speers, raakt de BS in gevecht met de Duitsers. Bij de boerderij van boer Bruinsma daar, is de BS bezig om bomen om te zagen om de weg mee af te sluiten, als ze Duitsers zien aankomen.
To Hofstra uit Sneek hoorde van haar vader die dierenarts is wat er gebeurde en beschrijft het voorval op 11 april in haar dagboek.
"(...) en nu die "fijne Geheime Dienst" ze begon n.b. te schieten op die kerels zichzelf schuil houdende op het boeren-erf. Het werd nu één grote schietpartij. De familie van de boer ging in de kelder maar de boer dacht; ik zal de deur maar open doen (De Duitsers dachten natuurlijk dat die boer schoot) Maar de boer werd versplinterd door een handgranaat."
Ook de zoon van boer Bruinsma wordt doodgeschoten in het gevecht.
De boer werd versplinterd door een handgranaat.
To Hofstra
De stoffelijke resten van de geëxecuteerde verzetsmensen bij Dronrijp, worden met paard en wagen weggebracht. © Fries Verzetsmuseum

Duitsers nemen represaille

Een van de andere sabotageacties met grote gevolgen is het losdraaien van de spoorrails tussen Leeuwarden en Harlingen. Daardoor ontspoort een vrachttrein van de Wehrmacht. De locomotief en vijf wagons met elektromotoren en afweergeschut als lading, gaan verloren.
De Duitsers zijn ontzettend kwaad. Vijfentwintig mannen uit Boksum, Deinum en Blessum moeten de rommel opruimen, maar de brokstukken zijn te zwaar om te sjouwen. Toch moeten ze de hele dag en nacht bij het spoor blijven.
Maar de Sicherheitsdienst wil meer, en neemt daarom als represaille veertien gevangenen uit het Burmaniahuis in Leeuwarden mee naar Dronrijp. Op 11 april worden zij gefusilleerd bij de brug over het Van Harinxmakanaal. Eén van de mannen, Gerard de Jong, houdt zich voor dood en overleeft zo als enige de executie.
Het graf van soldaat Wilfred Berry op het erf van de familie Heida in Oldeberkoop © drentheinoorlog.nl

Hoofdkwartier Oldeberkoop

De opkamer van de boerderij van de familie Heida in Oldeberkoop, wordt op 12 april een tijdelijk hoofdkwartier voor de Canadezen. Daar op het erf begraven ze ook de 25-jarige soldaat Wilfred Berry uit Shelburne, Ontario.
Hij is in één van de Canadese pantserwagens onderweg op verkenning richting Heerenveen. Bij Oldeholtpade mist hij een afslag en rijdt per ongeluk als enige in de richting van Wolvega, wanneer hij getroffen wordt door Duits vuur.
Berry raakt zwaargewond en overleeft de aanval niet. Later zal hij opnieuw begraven worden op het militaire begraafplek in Holten. In Oldeholtpade is een monument opgericht voor Berry, en een straat naar hem vernoemd.

Op naar het Noorden

De Canadezen in Oldeberkoop willen zo snel mogelijk naar de Waddenkust, om te voorkomen dat de Duitsers via de Afsluitdijk kunnen vluchten. Maar de meeste routes naar het Noorden vanuit Oldeberkoop zijn geen optie.
De Duitsers hebben de bruggen over de Tjonger bij Oudehorne en bij Oudeschoot beide laten springen. De brug bij Mildam is nog wel intact, en aan het eind van de dag lukt het de Canadezen om die te bereiken. In de Mildamsterpolder gaan ze in bivak, maar de situatie is gespannen omdat dichtbij, aan de weg van Oranjewoud naar Katlijk, Duitsers in stelling liggen. Eén Canadese tank wordt geraakt door een 'Panzerfaust'. Twee soldaten, Jack Hollingshead en Edward Atkins komen daardoor om het leven.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van informatie van de websites www.drentheindeoorlog.nl, tracesofwar.nl, nationaalarchief.nl en ter-idzard.nl. En het boek De regio tijdens de Tweede Wereldoorlog van W.H. de Vries, de bevrijdingsbijlage yn de Leeuwarder Courant fan zaterdag 8 april 1995 en de oorlogsdagboeken van Keimpe Sikkema en To Hofstra.
Maandag volgt deel twee van deze serie. Dat gaat over de grote uittocht van de Duitsers. Deze serie artikelen is mede tot stand gekomen door een bijdrage van het vfonds.