Schutsluizen bepalen helft van aanbod aan voedsel in de Waddenzee

Het rijke bodemleven van de Waddenzee kan niet alleen toegeschreven worden aan de algen in de Waddenzee. Daar werd wel altijd vanuit gegaan. Uit onderzoek blijkt nu dat een groot gedeelte van voedingsstoffen uit rivieren daar mede verantwoordelijk voor zijn. Onderzoekers van het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) en de universiteit Utrecht hebben dat bekend gemaakt in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
De Waadsee foar de Fryske kust © Remco de Vries
Het Wad is een bijzonder natuurgebied, waar een grote verscheidenheid aan vogels, vissen en zeezoogdieren voedsel vindt in de bodem. Het gaat dan om kokkels, mossels en oesters. Het water is rijk aan voedingsstoffen - stikstof en fosfaat - die in het voorjaar zorgen voor de groei van microscopisch kleine plantjes: zwevende algen en bodemalgen. Die algen worden gegeten door schelpdieren.
Tot nu toe werd gedacht dat deze zoutwateralgen de basis waren voor dat rijke bodemleven. Maar uit het onderzoek van de wetenschappers blijkt nu dat er nog een belangrijke voedselbron is voor schelpdieren die in de buurt van schutsluizen leven: de zoetwateralgen. Het onderzoek is uitgevoerd bij Balgzand, een grote wadplaat in de Westelijke Waddenzee. Daar wordt zoet water via de schutsluizen in De Oever afgevoerd naar de Waddenzee. De helft van het voedsel voor de kokkels, mossels en oesters komt uit dat zoete water.
Onderzoeker Katja Philippart van het NIOZ en de Universiteit fan Utrecht: "Verschillende rivieren monden uit in de Waddenzee, zoals bij Balgzand, maar ook oostelijk in de Waddenzee bij de Eems, Elbe en Weser. Hoe het zoete water verdeeld wordt over deze rivieren, kan invloed hebben op de groei en ontwikkeling van bodemdieren en daarmee op het lokale voedselaanbod voor vogels en vissen."