Friezen hebben het zwaar in coronacrisis, maar zetten door tot vaccin er is

Friezen vinden de coronacrisis nog altijd zwaar, maar kunnen er wel beter mee omgaan dan tijdens de eerste golf. Ze kunnen de maatregelen ook nog wel volhouden tot er een coronavaccin is. Dat blijkt uit onderzoek van Onderzoeksbureau Kien onder inwoners van de vier noordelijke provincies, in opdracht van Omrop Fryslân, RTV Oost, RTV Drenthe en RTV Noord.
Door: Eva Meesterberends en Egbert Minnema
Friezen wrakselje mei coronakrisis, mar sette troch oant it faksin (2)
Hoewel mensen nog altijd zorgen hebben over financiën en werk, loopt dit wel enigszins terug. Ook vinden minder mensen het moeilijk om thuis te blijven. En hoewel nog altijd de helft aangeeft de sociale contacten te missen, is dit ook minder dan in april. Toen ging het om zeven op de tien noorderlingen; nu om vijf op de tien.
Dat mensen de crisis nog altijd zwaar vinden, is ook de conclusie van Susanne Scheibe, psycholoog aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Op verzoek van de regionale omroepen keek ze naar de onderzoeksresultaten. "We zien dat de coronacrisis nog steeds een heel duidelijke negatieve impact heeft. De cijfers zijn minder negatief dan in april, maar er is nog steeds een verslechtering in welzijn als je de huidige beleving vergelijkt met de periode voor de crisis", zo zegt ze.
Deelnemers van het onderzoek over hun ervaringen
Noordelingen lijken de beperking van hun vrijheid door de maatregelen nog goed vol te kunnen houden. Bovendien is er minder behoefte aan bewegingsvrijheid dan tijdens de beginperiode. Psycholoog Scheibe heeft er wel een verklaring voor. "Mensen zijn de laatste tijd steeds meer in beweging. Ze zijn niet meer zo beperkt in de vrijetijdsbesteding als aan het begin. Ook hebben ze nieuwe dagelijkse routines opgebouwd. Dat maakt het makkelijker om de beperkingen vol te houden."
Ook dit is terug te zien in de enquête: 70 procent van de mensen geeft aan dat ze de huidige maatregelen nog wel kunnen volhouden totdat er een vaccin is.

Shock

Volgens Scheibe raken mensen steeds meer gewend aan de situatie van nu. "Aan het begin van de crisis was alles natuurlijk nieuw en onzeker. Toen zag je dat mensen in een soort shock waren. Daarna volgt een fase van weerstand. Dan willen mensen terug naar de oude situatie."
Volgens haar is dat wel vaker het geval wanneer mensen iets zwaars meemaken. "Uiteindelijk kom je in de acceptatiemodus. Je bent aan de situatie gewend. De beperkingen zijn bovendien minder streng dan in april, wat maakt dat het makkelijker vol te houden is."

Goed geholpen

Toch heeft dat allemaal geen negatieve invloed op het vertrouwen dat mensen hier hebben in de gezondheidszorg, zo blijkt uit de peiling. Ruim 84 procent van de deelnemers uit Fryslân, Groningen, Drenthe en Overijssel geeft aan dat ze verwachten dat de zorg hen goed kan helpen bij coronaklachten. En dat terwijl er de afgelopen tijd een discussie woedde over het testbeleid van de overheid.
Er is ook nog iets anders wat opvalt. Sinds de coronacrisis maken wij ons minder zorgen om anderen. Of, zoals Scheibe het zegt, "we zijn selectiever geworden in over wie we ons zorgen maken". Het deel van de mensen dat zich zorgen maakt over ouders, opa's en oma's is gelijk gebleven, maar mensen maken zich in verhouding minder zorgen over hun partner, kinderen, vrienden en collega's.
Susanne Scheibe, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen
© Omrop Fryslân, Onno Falkena