Wetenschappers Friese taal: Als we ons vakgebied willen redden, moet er nu actie komen

De kennisinfrastructuur van de Friese taal is penibel. Het aantal onderzoeksplekken en - instellingen waar de Friese taal- en letterkunde in Nederland kan worden bestudeerd, neemt steeds verder af. Voor jonge onderzoekers is de aantrekkelijkheid van een baan in de frisistiek dan ook sterk verminderd. En juist zij moeten het vak redden, zegt hoogleraar Goffe Jensma.
Grutte belangstelling foar it deikongres oer de Frisistyk by Fryske Akademy (argyffoto 2019) © Omrop Fryslân
Op een symposium over de toekomst van de wetenschappelijke studie van de Friese taal- en letterkunde, de frisistiek, werd vorig jaar nog maar eens duidelijk hoe groot de zorgen zijn. Een jaar later zijn die zorgen gebundeld met stukken van diverse wetenschappers. Maar op zijn minst zo belangrijk: ze komen ook met mogelijke oplossingen.
Goffe Jensma, hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, is al een jaar bezig met de ontwikkeling van een digitale manier om Fries te leren. "Daar ben ik al heel ver mee." Het moet het makkelijker maken om Fries te leren als je niet in Fryslân of Groningen woont.
Een paar jaar geleden konden mensen uit de hele wereld meedoen aan een cursus Fries van vier weken. De animo was groot: 13.000 mensen van over de hele wereld deden mee. Dat geeft hoop.
© Omrop Fryslân, Timo Jepkema
Die hoop is erg welkom, want op de universiteiten is de rol van het Fries de laatste decennia rap kleiner geworden. Dat bleek wel op het symposium van vorig jaar. "Vijftig jaar geleden waren op zo'n symposium de hoogleraren van Leiden, Utrecht, de Vrije Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en die van Groningen", zegt professor emeritus Rolf Bremmer, die voorheen bijzonder hoogleraar Fries was aan de universiteit van leiden. "Wat is daar nu van overgebleven? In Amsterdam alleen nog in deeltijd en in Groningen is het nu onderdeel van de studie Minderheden en Meertaligheid."
Er zijn meer bedreigingen voor de frisistiek. De Fryske Akademy zit in financieel zwaar weer. De Akademy heeft elk jaar te maken met tonnen verlies, er zijn te weinig wetenschappers en ook de kwaliteit van de onderzoeken is onder de maat. De provincie geeft de komende jaren geld, maar dan moet de Akademy wel reorganiseren.
Minister Slob wil de twaalf provinciale historische centra, waaronder Tresoar, bij de overheid weghalen en onderbrengen bij de provincie of gemeente. Op die plannen is veel kritiek, want het kan de opmaat zijn naar verdere achteruitgang van het instituut.
Dat laatste is het geval sinds 2013. Studenten kunnen miet meer Fries als aparte opleiding volgen, maar wel als onderdeel van die studie over minderheden en meertaligheid. Dat is ontstaan uit nood, maar is een goede zet geweest, volgens Jensma.

Bijna niet meer als bijvak: groot probleem

Het Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen was vooral populair als minorvak: studenten deden het naast een andere studie. Dat is nu veel moeilijker, omdat de universiteit dat systeem heeft geherstructureerd. "Dat is voor ons een groot probleem", zegt Jensma. Het helpt niet mee dat het Fries een kleine studie is.
De universiteit is een productiebedrijf geworden, dat geld moet opleveren. Als je zo in rendement denkt, dan verdwijnt er heel wat.
Rolf Bremmer
Het probleem beperkt zich trouwens niet tot het Fries, aldus Bremmer. "Het Nederlands heeft er ook last van. Kijk naar de Vrije Universiteit, waar ze vorig jaar hebben besloten om de studie Nederlands af te schaffen. Toen werden mensen ook een beetje wakker. Maar de universiteit is een productiebedrijf geworden, dat geld moet opleveren. Als je zo in rendement denkt, dan verdwijnt er heel wat."

Lezingen gebundeld

Jensma is een van de medewerkers aan de bundel De takomst fan de frisistyk. Tradysje en fernijing. In die bundel staan lezingen uit de goedbezochte bijeenkomst van vorig jaar, die werd georganiseerd door de Stifting Freonen Frysk Ynstitút Ryksuniversiteit Grins (SFFYRUG), in samenwerking met de Fryske Akademy.
Wat Jensma betreft ligt de toekomst van de frisistiek bij de jongeren. Jensma kan over enkele jaren met pensioen. Volgens hem zijn er in het veld genoeg enthousiaste mensen die de frisistiek kunnen helpen. "Gerbrich de Jong, Henk Wolf, Anne Popkema. Die zijn allemaal enkele decennia jonger dan mij, dus toekomst is er wel."

Waarom frisistiek belangrijk is

Waarom het belangrijk is dat de Friese taal op hoog niveau wordt bestudeerd, legt Bremer uit: "Anders verlies je diepgaande kennis van de eigen taal en cultuur. Je bent wat je spreekt. Als je niet voldoende inzicht hebt in wat je spreekt. wat de mensen in de taal hebben geschreven, dan verdwijnt de taal. Dan krijg je monocultuur, terwijl we moeten zorgen voor culturele diversiteit."
Goffe Jensma