Beppe Engwierum heeft Harry altijd gemist

75 jaar geleden werd het Joodse jongetje Harry Leo Davids het oorlogsbroertje van de oma van journalist Thomas Sijtsma. Zijn overgrootouders in Engwierum verborgen het jochie voor de Duitse bezetter. Later verdween Harry uit het leven van de familie. Thomas wist hem op te sporen in Los Angeles. Voor Het Parool beschreef hij zijn bijzondere familiegeschiedenis.
Familie Bakker, rechts Harry Davids © Famyljefoto
Jeltje Bakker-Woudsma, Thomas' overgrootmoeder, was getekend door de oorlog en de armoede in de jaren daarna. Ze voedde vier gezonde kinderen op. Toch kreeg ze nooit vrede met de gebeurtenissen kort na de oorlog.
'Mijn overgrootmoeder - 'Beppe Engwierum' - vierde tot het einde van haar 97-jarige leven haar verjaardag in augustus,' schrijft Thomas. 'De familieleden kwamen uit alle windstreken naar het noorden van Friesland om gebak bij haar te eten. Elk jaar zei ze: 'Moai dat jim hjir allegear foar my binne.' En elk jaar sprak ze dezelfde slotzin: 'Mar der mist noch wol ien.' Er miste iemand.
Thomas wist op wie ze doelde. Harry Leo Davids, het Joodse jongetje over wie ze zich in de oorlog samen met haar man Berend Bakker had ontfermd. Ze zag hem als haar eigen zoon. Harry werd een paar jaar later uit het gezin getrokken en ging naar Zuid-Afrika. Het contact verstomde, tot groot verdriet van beppe Jeltje. Het verhaal was een pijnlijk hoofdstuk in de familiegeschiedenis. Het was de tiener Thomas duidelijk dat hij haar er beter geen vragen over kon stellen. Daar zou ze maar verdrietig van worden.
De jonge Harry Davids © Famyljefoto
Na de dood van zijn overgrootmoeder in 2004 wist niemand in de familie waar Harry Davids was. Thomas' oma Riekje Kooyenga-Bakker overleed in 2018, als laatste kind van Berend en Jeltje. Er was niemand meer die herinneringen had aan de oorlogsjaren en het Joodse broertje Harry. Hij dreigde te verdwijnen uit het familiegeheugen. Thomas besloot hem op te sporen, samen met zijn oom Harry Kooyenga, die bij zijn geboorte in 1970 vernoemd was naar Harry Davids. Riekje wilde de naam van haar broertje een gezicht geven in de volgende generatie.
Thomas Sijtsma als baby, links zijn oom Harry Kooyenga © Famyljefoto
Na veel zoekwerk wisten Thomas en Harry uiteindelijk contact te leggen via een nicht van Harry Davids yn Amsterdam. Meneer Davids woonde inmiddels in Los Angeles en vond het een eervolle verrassing dat de zoon van zijn pleegzus zijn naam had gekregen. Hij nodigde Thomas en Harry uit. Hij schreef dat hij na zijn pensionering nu werkte in het Simon Wiesenthalmuseum en het Holocaust Museum. Daar vertelt hij het publiek wat Berend Bakker en Jeltje Bakker-Woudsma in de oorlog voor hem hadden gedaan.
In dit interview vertelt Harry Davids aan Karen Bies over toen hij in 1968 voor het eerst terugging naar Engwierum:
Beppe Ingwierrum hat Harry altyd mist
Kort nadat Harry en Thomas hun reis naar Californië hadden geboekt, werd Harry Kooyenga ernstig ziek. Op 49-jarige leeftijd kreeg hij te horen dat hij een ongeneeslijke hersentumor had. Een reis naar Amerika met zijn neef zat er niet meer in. Thomas moest hem beloven dat hij wel zou gaan. Harry zei: 'Kom gau werom, dan kin ik alle ferhalen noch fan dy hearre.'
Harry Davids oan it wurk © Thomas Sijtsma
Thomas ging in februari 2020 naar Amerika en nam zijn broer Ruben mee.
Ze ontdekten dat hun overgrootvader Berend Bakker als postbesteller verzetswerk had gedaan. Hij had zijn postkantoor aan huis en kon zo illegaal materiaal verplaatsen. Zijn postzakken zaten dikwijls vol met verboden radio's, spullen voor onderduikers, zelfs wapens. In 1943 namen Berend en Jeltje het Joodse jongetje Harry in huis.
In Los Angeles vertelt Harry Davids aan Thomas en Ruben wat er is gebeurd. Zijn ouders Alfred Israel Davids en Berta Lily Berg zaten met andere opgepakte Joden in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam voor deportatie naar Westerbork. Ze gaven het verzet toestemming hun baby Harry naar een veilig onderduikadres te brengen. Ze zouden hun zoon nooit meer zien. In vernietigingskamp Sobibor werden ze vermoord.
Ruben Sijtsma (l), Harry Davids en Thomas Sijtsma (r). © Thomas Sijtsma
Berend en Jeltje in Engwierum gaven Harry net zo veel liefde als de eigen kinderen. Harry was een van hen en dat zou zo blijven. Maar na de oorlog meldde zich een oom van Harry uit Zuid-Afrika. Bijna de hele familie was omgekomen, deze jongen moest mee. Er volgde een rechtszaak.
In mei 1947 besloot de rechter Harry mee te geven aan de oom. Harry groeide op in Zuid-Afrika met zijn drie nichtjes, die hij als zijn zussen beschouwde. Hij had geen herinneringen aan Engwierum en wist niet dat een familie uit Nederland hem regelmatig brieven en kaartjes stuurde. De post werd van hem weggehouden, om de verwarring in het kinderhoofd van Harry niet nog groter te maken.
Papieren Harry Davids © Thomas Sijtsma
Berend en Jeltje Bakker waren uit het veld geslagen. Jeltje heeft het verdriet nooit verwerkt, zegt Harry Davids: 'De familie Bakker moet wanhopig zijn geweest. Ze kregen nooit antwoord op hun toenaderingspogingen. Pas toen ik ouder werd, vond ik een van de vele kaartjes terug. Dat draag ik altijd met mij mee.'
Engwierum, 17/8/47
Lieve Harry, zie je ons huisje tussen de bomen? En de boerderij van Jensma? En de kerk met zijn stompe toren? En het Kerkepad, waar je vroeger altijd fietste?
Horen we gauw eens wat van je en schrijf je ons eens een briefje?
Hartelijke groeten,
Een dikke tút van heit en mem.
Ansichtkaart Ingwierrum © Thomas Sijtsma
Tekst ansichtkaart © Thomas Sijtsma
Slechts één keer zag Davids Jeltje terug. In 1968 reisde hij vanuit Zuid-Afrika naar Nederland en bedankte Jeltje Bakker-Woudsma voor haar moed in de oorlog. Berend was een jaar daarvoor overleden. Harry Davids: 'Ze huilde onafgebroken, woorden wisselden we amper. Het enige wat ze deed, was mij vastpakken. Pijnlijk was ook dat ik haar zag als een vreemde. Ik had geen herinnering aan haar en de oorlogstijd. Zij zag haar zoon terug, terwijl ik haar voor mijn gevoel voor het eerst zag.'
Februari 2020. Een paar uur voordat het vliegtuig van Thomas en Ruben van Californië naar Nederland vertrok, werden ze door hun vader gebeld. Hun oom Harry Kooyenga was zojuist overleden.
Thomas Sijtsma beschreef deze familiegeschiedenis uitvoerig voor 'Het Parool' en kreeg voor zijn onderzoek steun van het fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Thomas Sijtsma over zijn onderzoek
Thomas Sijtsma, Harry Kooyenga en Ruben Sijtsma © Thomas Sijtsma
Dit is een verhaal in de serie 'De terugkeer van de Joodse kinderen'. Een samenwerkingsproject van Stichting De Verhalen, Tresoar, Omrop Fryslân, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad. Redactie: Gerard van der Veer, Karen Bies, Marja Boonstra, Martijn van Dijk en Wybe Fraanje.