Actie nodig om trekvogels op het Wad te beschermen tegen klimaatveranderingen

Het Wad is één van de belangrijkste plekken in de wereld voor vogels die niet op één plek blijven, maar heen en weer trekken tussen met name Afrika en West- en Noord-Europa. Sommige soorten zoals zeevogels broeden hier ook nog wel eens.
Drieteenstrandlopers op het hoogwater bij vluchtplek bij Gryn © Jeroen Reneerkens
Doordat het tempo van klimaatveranderingen hoger ligt dan eerder verwacht, dreigen die vogels in de problemen te komen. Dat blijkt uit onderzoek van Jeroen Reneerkens voor de Waddenacademie in opdracht van het Programma naar een Rijke Waddenzee.
Eén van de grootste gevaren is dat de plekken waar vogels nu nog eten en uitrusten straks onder water komen te staan. Dat zou volgens één model al in 2030 bij Vlieland kunnen zijn en in 2050 bij de nu nog droogvallende platen bij Texel.
Op de korte termijn groeit de Waddenzee nog mee met de zeespiegel, maar er komt een moment dat dat niet meer lukt. Eén van de vogelsoorten die daardoor in problemen komt, is de Drieteenstrandloper. Bovendien zie je steeds vaker dat door het warme weer veel schelpdieren doodgaan. Die schelpdieren en ander leven op de droogvallende Waddenplaten zijn belangrijk eten voor sommige soorten zoals de kanoet of de rosse grutto.
Nu zijn dat soorten die hier niet, maar in arctische gebieden broeden. En juist daar gaan de temperaturen het snelste omhoog. Dat komt nog bovenop de problemen die ze hier krijgen. Voor met name strandbroeders zoals de bontbekplevier en de dwergstern geldt nu al dat hun nesten op het Wad steeds vaker wegspoelen bij lentestormen. Een kwelderbroeder zoals de lepelaar lijkt daar nu al van te leren. Op Ameland zoeken ze steeds hogerop een plek. Maar voor scholeksters geldt dat zij dat lang niet altijd kunnen doen omdat die plekken al bezet zijn voor andere scholeksters die dat plek verdedigen.
De Waddenzee ligt op een kruispunt van vogeltrekroutes die nu het Noordpoolgebied verbinden met Europa en Afrika © Jeroen Reneerkens
Voor de meeste vogelsoorten in het Wad geldt nu al dat de aantallen afnemen. Daarom wordt op sommige plekken al een actie ondernomen. Zo zijn er al plannen om zowel buitendijks als binnendijks broed- en rustplekken aan te leggen wanneer de hele zeedijk tussen Lauwersoog en Koehoal versterkt wordt. Dat is één van de oplossingen die nu genoemd wordt; binnendijks gebieden voor vogels aanleggen als zij op de Waddenzee zelf verdwijnen.
Verder wordt er gewaarschuwd om erg op te passen met het economische gebruik van het wad voor visserij en mijnbouw. Alle beheerder van het wad zouden nu samen moeten werken om de gevolgen van de klimaatveranderingen zo goed mogelijk op te vangen, zo roept Programma naar een Rijke Waddenzee op.
Ook moet er een breed onderzoek komen hierna en de concrete maatregelen die daarvoor nodig zijn. Dat onderzoek is er nog niet. Er wordt wel naar gekeken als er bijvoorbeeld een vergunning nodig is voor zoutwinning, maar dat blijft heel beperkt, terwijl je eigenlijk alle ontwikkelingen in het wad in zijn geheel moet bekijken, want die kunnen bij elkaar opgeteld voor gevolgen zorgen die je anders niet in beeld krijgt.
© Remco de Vries
Er komen nog wel een aantal nieuwe onderzoeken naar de gaswinning onder het Wad, zo schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat maandag aan de Tweede Kamer. Het gas wordt nu volgens het hand-aan-de-kraan-principe onder het Wad weggehaald; as de natuur schade dreigt op te lopen, wordt de kraan dichtgedraaid. Het Rijk heeft daar tot nu toe geen aanleiding voor gezien. Wiebes laat nu alle factoren die een rol spelen bij het hand-aan-de-kraan-principe nog eens tegen het licht door onder andere de KNMI en Deltares om te zien of dat nog steeds de beste aanpak is om de natuur goed te beschermen tegen gaswinning.
Ook worden er nieuwe voorzeggingen uitgewerkt voor de zeespiegelstijging in het Wad door diezelfde organisaties en TNO. Wiebes schrijft dat het westelijk Wad pas over honderd jaar of later dreigt onder te stropen. Dat is echter op basis van onderzoek uit 2016.
Jonna van Ulzen van de Vogelbescherming