Zoutwinning in de gaten houden: "Alsof de slager zijn eigen vlees keurt"

De monitoring van de delfstoffenwinning in de Waddenzee is een wassen neus. Er wordt veel gemeten, maar wat nu het echte effect is op de natuur valt daar niet uit af te leiden. Dat zeggen Frank Petersen van de Waddenvereniging en Durk van Tuinen van Frisia BV in Harlingen. Over een maand begint Frisia met het boren naar zout onder de Waddenzee. Het bedrijf moet dan zelf in de gaten houden wat de schade is aan de natuur.
De Waddenzee voor de Friese kust © Remco de Vries
Dit artikel in 1 minuut:
* Frisia BV moet bij de zoutwinning onder de Waddenzee monitoren of dat schade oplevert aan de natuur. Dat doet het bedrijf door externe experts in te huren. Het Staatstoezicht op de Mijnen controleert of dat goed gaat, en stelt zo nodig extra eisen.
* De Waddenvereniging vindt dat de monitoring een wassen neus is, omdat Frisia zelf de monitoring organiseert.
* Ook vindt de Waddenvereniging dat de controle te beperkt is omdat die geen totaalbeeld geeft van het Waddengebied.
* Zowel Frisia BV als de Waddenvereniging zijn voorstander van een Waddenautoriteit omdat die wel voor een totaalmonitoring kan zorgen.
* Volgens bioloog en trekvogelexpert Theunis Piersma (RuG/NIOZ) kan de overheid meer doen om de monitoring op orde te maken, maar kijken ambtenaren weg.
* Frank Petersen van de Waddenvereniging: "Mijnbouwbedrijven gaan vaak op een plek zitten waar de overheid zwak is. Dan kunnen ze zelf dicteren wat er moet gebeuren."
Leestijd: 11 minuten
"Het is de slager die zijn eigen vlees aan het keuren is", zegt Frank Petersen van de Waddenvereniging. "Wij van WC Eend zeggen... Nou ja, vul het maar in. Ze moeten het doen van het Rijk, en terecht. Maar hoe onafhankelijk is dat onderzoek?"
Bij de winning van gas en zout moet het mijnbouwbedrijf zelf de bodemdaling en de effecten op de natuur in de gaten houden. Externe bedrijven zoals Altenburg en Wymenga houden dan in opdracht van de mijnbouwbedrijven in de gaten wat er gebeurt. Het Staatstoezicht op de Mijnen, SodM, controleert of dat op een goede manier wordt gedaan en eist waar nodig opheldering.

De Afsluitdijk en de platen

Dat gebeurt ook bij zoutwinning in het Waddengebied. Van Tuinen: "In het gebied Havenmond hebben we op diverse plekken palen in de grond geslagen. Die zitten op 28 meter diepte vast op harde ondergrond. Aan de hand van die punten kunnen we meten wat de bodemdaling is. Ook kijken we naar de grootte van de waddenplaten. Die groeien momenteel en dat moet zo blijven. Dus als we zout winnen, moeten de platen blijven groeien, maar mag dat van het Rijk minder snel dan nu het geval is." Ingenieursbedrijf Arcadis houdt het voor Frisia in de gaten.

Bodemdaling geeft geen problemen

Sinds de komst van de Afsluitdijk groeien de platen voor Harlingen. De verwachting van deskundigen is dat dat nog zeker tot 2050 doorgaat. Door de zoutwinning mag dat effect een beetje worden vertraagd. Van Tuinen denkt dat de bodemdaling geen problemen oplevert: "Die wordt opgevangen door natuurlijke sedimentatie. Dat betekent dat het gat gevuld wordt met zand of slib dat met het getij wordt aan- en afgevoerd."
De Waddenvereniging is niet overtuigd van deze voorstelling van zaken. Petersen haalt het rapport 'De staat van het zout' aan van het SodM: "Is de winning eigenlijk wel veilig en hoe zit het met het gevaar van instorting? Straks stort een caverne, zo'n put waar zout gewonnen wordt in, wat dan? Frisia doet een aanname maar is die niet veel te rooskleurig?"
© Omrop Fryslân

Iedereen is kritisch op de monitoring

Frank Petersen vindt dat de monitoring te beperkt is: "Wie houdt de vissen in de gaten? Wie de garnalen, de kokkels? Het is alsof je naar een teennagel kijkt om te zien of iemand griep heeft. Er is gewoon geen totaalbeeld en geen duidelijk overzicht over wat de impact is op het natuurgebied. Er staat nooit iets over de natuur en soorten. Hoeveel er moeten zijn van een bepaalde soort, niets."
Hoogleraar Theunis Piersma van de Rijksuniversiteit Groningen is het daar volledig mee eens: "Er is geen goede monitoring. Het Rijk houdt het niet in de gaten. Er wordt gekeken naar de vogels, maar ze zijn niet op de waddenplaten zelf om te kijken. Dat kan heel gemakkelijk. Dat doen we met het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, wel. Maar onze kennis wordt hier niet gebruikt en dat is zonde."
Durk van Tuinen begrijpt alle kritiek op de monitoring wel. Maar het is vooral de overheid zelf die hierin tekortschiet: "Er is geen goed gestructureerd plan. Iedereen meet iets, maar wat ze meten? Kijk, we houden ons deel goed in de gaten. Maar wie weet wat er 15 kilometer gaande is? De overheid niet, want voor hen is dat te duur om in de gaten te houden."

Graag een Waddenautoriteit

Vanuit de Waddenvereniging wordt dan ook al jaren gepleit voor een beheersorganisatie voor de kustgebieden, de zogenoemde Waddenautoriteit. Van Tuinen sluit zich daarbij aan: "Het heeft wel degelijk een meerwaarde. Nu kijkt iedereen naar zijn/haar eigen belang. Met één organisatie wordt dat anders."
En Petersen zegt: "Er moet gewoon een goede onafhankelijke toetsingscommissie komen. Bestaande uit onafhankelijke geologen. Het monitoringsprogramma nu geeft geen goed beeld. Er is geen duidelijke nul-meting. Die had er al lang moeten zijn."
Frank Petersen oer monitoring

"De monitoring is goed"

Het SOdM begrijpt dat er kritiek is. De toezichthouder vindt echter dat de Waddenzee en de bodemdaling goed in de gaten wordt gehouden. Er wordt goed gekeken naar de bodemdaling. En daar houdt de taak voor het SOdM op, zo zegt een woordvoerder.
De controle van de natuurwaarden vallen onder een andere toezichthouder. Dat is de commissie voor de milieueffectrapportage in Utrecht. Die hebben daarvoor een speciale Auditcommissie. Die controleert de kwaliteit van alle onderzoeken die de bedrijven uitvoeren en bekijken ook of er verstoring is voor het leven in en rond de Waddenzee.
Sjoerd Harkema is secretaris bij de commissie die de zoutwinning in de Waddenzee in de gaten houdt. Die commissie onderzoekt de meetresultaten die Frisia aanlevert over sedimentatie op de platen en het voedselaanbod. Harkema: "Wij controleren de kwaliteit van alle aangeleverde data met een groep van onafhankelijke wetenschappers."
Dat is vergelijkbaar met wat er met de gaswinning bij Peasens-Moddergat gebeurt: "Wat daar onderzocht wordt door de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) is behoorlijk vernieuwend. Ze combineren daar onderzoeksresultaten zoals de samenstelling van de wadplaten, beschikbaar voedsel voor vogels, en hoe lang zijn de platen beschikbaar om te foerageren."
Momenteel werkt Harkema aan een advies over de monitoring van de Waddenzee in het wingebiet van Frisia zout. Dat advies wordt over een paar maanden verwacht.
© Hans Hillewaert, wikipedia

Het belang van de Ballastplaat

De Ballastplaat, een waddenplaat voor Harlingen, ligt deels in het gebied waar zout mag worden gewonnen. Onderzoekers stellen dat het een cruciale plaat is voor watervogels. Het wordt gebruikt als rust- en foerageergebied. De kans is aanwezig, zo schrijven onderzoekers in het rapport 'Het belang van de Ballastplaat voor de westelijke waddenzee' in 2013, dat de bodemdaling een groot effect kan hebben op de samenstelling van het sediment van de plaat.
Met andere woorden: Het kan zo zijn dat er minder voedsel te vinden is voor de vogels. Ook wordt ervoor gewaarschuwd dat de plaat minder lang droogvalt en vogels minder tijd hebben om eten te vinden en daarom met een legere maag verder vliegen. Ze verzwakken dan en de kans is groter dat ze het niet overleven.

Het spoor van de kanoet

Onlangs kwam er een onderzoek uit over de gevolgen van gaswinning in de Waddenzee bij Peasens-Moddergat. Het bleek dat er amper bodemdaling is. Wel is duidelijk geworden dat er van de 14 onderzochte watervogelsoorten die op het wad leven bij negen een daling is. De kanoet is zelfs bijna verdwenen uit het gebied.
Hoogleraar Theunis Piersma is de expert als het gaat om de kanoet. "De kanoet volgt het spoor van het voedsel. Als ze er niet zijn, is er geen eten. Hoe dat kan, moet worden onderzocht. Je hoopt maar dat er plekken zijn waar wel genoeg eten is. Je kunt het gedrag begrijpen, maar dan moet je het bestuderen."
Maar dat gebeurt niet, zo zegt Piersma. "Mijbouwbedrijven zouden dat kunnen doen, maar dan moeten ze het wel willen. Ze houden zich aan de regels, maar kunnen ervoor kiezen om meer te doen."

Zand of slib?

De Waddenzee is voor veel vogelsoorten van groot belang. Als er een vierkante meter waddenplaat verdwijnt, heeft dat direct gevolgen voor die vogels. Piersma: "De vraag is dan ook waar het zand vandaan komt, dat het gat dat door de zoutwinning ontstaat bij Harlingen vult. Komt dat uit de Waddenzee zelf alleen dan 15 kilometer verder? Of ergens anders vandaan? Dat moet worden onderzocht. Ook moet je weten of dat zand dat daar komt dan wel dezelfde voedingswaarde heeft. Want dat is van belang voor het voedsel van de vogels. Dat is aangetoond in het onderzoek naar de Ballastplaat."
Frank Petersen van de Waddenvereniging heeft dezelfde zorgen: "De aanname is dat het gaat om zand. Maar nu bestaat de Waddenzee voor het grootste deel uit slib. Dat is anders van samenstelling. Past dat wel?"
© Remco de Vries

"Je moet het willen"

Piersma ziet overeenkomsten met de problemen rondom de uitstoot van stikstof. "Als je als overheid wilt, dan kun je er iets aan doen. Dan kun je erbovenop gaan zitten en zaken afdwingen. Maar ambtenaren kijken weg." Dat denkt ook Petersen: "Mijnbouwbedrijven gaan vaak op een plek zitten waar de overheid zwak is. Dan kunnen ze zelf dicteren wat er moet gebeuren."
Maar bedrijven kunnen zelf ook het voortouw nemen, zo vindt Piersma: "Als de directies het willen, dan kunnen ze het doen. Maar ze hoeven niet. Voor onderzoek kunnen zij ook het NIOZ vragen. Die hebben de mogelijkheden serieus onderzoek te doen. Als ze echt serieus zijn, dan helpen ze mee om de kennis goed te krijgen. Dat kan gedonder opleveren, maar dat hoeft niet. Ze laten dan in ieder geval ook zien dat ze iets hebben met de omgeving waar ze gas of zout in winnen."

Frisia heeft de hand aan de kraan

Frisia houdt zich aan de wet, zegt Van Tuinen. "Alles wat we doen, valt onder de natuurbeschermingswet. Het wordt gecontroleerd en als het niet goed gaat, moeten we aanpassen. De hand aan de kraan. Bij zout werkt dat beter dan bij gas."
Als dus blijkt dat de platen krimpen, dan wordt de zoutwinning stilgelegd. Maar het is dan maar voor een klein deel duidelijk wat de echte schade is aan de natuur in de Waddenzee, vooral op langere termijn. Daar krijg je pas een goed beeld van als er goed wordt gemeten. En dat is precies wat er niet gebeurt.
Twee kanoetstrandlopers © Marcel van Kammen / Waddenvereniging
Deze week publiceert Omrop Fryslân verhalen over de verschillende kanten van de zoutwinning in Fryslân. Dit is deel vier van ons onderzoek. Dinsdag hebben we laten zien dat de zoutwinning onder de Waddenzee er helemaal niet had hoeven zijn. Morgen kijken we vooruit: hoe gaat het boren naar zout vanuit Harlingen in zijn werk?
De vier noordelijke regionale omroepen zetten eerder dit jaar samen met onderzoeksjournalistiek platform Follow the Money de 'Noord & Oost Pitch' uit. Inwoners van Fryslân, Groningen, Drenthe en Overijssel konden een onderwerp pitchen waarvan zij vinden dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden. Jakoba Gräper uit Veendam won de pitch. Zij stelde voor om de zoutwinningssector eens goed onder de loep te nemen. In alle vier de provincies spelen verhalen die te maken hebben met de gevolgen van zoutwinning.