Bruinrot aangetroffen bij pootaardappelteler in Fryslân
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft besmettingen met bruinrot aangetroffen bij een partij aardappelen van een teler van pootaardappelen. Het gaat om aardappelen van het ras spunta. De NVWA onderzoekt hoe groot de besmetting is. Ook twee bedrijven in Groningen en Noord-Holland zijn getroffen. De NVWA maakt niet bekend om welke bedrijven het gaat. De ziekte is niet gevaarlijk voor mensen.

Bruinrot is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie die op veel plekken voorkomt in het oppervlaktewater. Daarom mogen boeren niet meer beregenen met oppervlaktewater. De besmetting kwam aan het licht bij een reguliere controle.
Begin dit jaar werd de ziekte voor het laatst aangetroffen bij een pootgoedteler.
Beperkingen en hygiënemaatregelen
De aardappelpartijen zijn besmet verklaard en andere pootgoedpartijen van het bedrijf mogen niet worden uitgeplant. Verder gelden er beperkingen aan de percelen en moeten er hygiënemaatregelen worden genomen.
Ook zusterpartijen, waarbij de bacterie niet is aangetoond, krijgen de status 'waarschijnlijk besmet' en die mogen ook niet worden uitgeplant.
We dachten dat we het aardig onder controle hadden, dus dit is wel schrikken.
Boer Piet Goffe Hoitsma uit Franeker verbouwt ook pootaardappelen en is erg geschrokken van het nieuws, ook al was het niet zijn bedrijf. Hij schrikt vooral omdat de bruinrot is aangetroffen bij drie bedrijven in Nederland. "We dachten dat we het aardig onder controle hadden, dus dit is wel schrikken", zegt Hoitsma.
In Noordoost-Fryslân verbouwen bijna alle aardappelboeren poters. Dat er nu een besmetting is, is zorgelijk. Ook als er geen andere partijen meer worden getroffen.
Niet goed voor het vertrouwen
De meeste aardappelen worden geëxporteerd en een bruinrotbesmetting is niet goed voor het vertrouwen in de Friese aardappelen.
De meeste boeren zijn wel verzekerd tegen een bruinrotbesmetting. Die verzekering is in het leven geroepen om te voorkomen dat boeren het stil zouden houden, omdat ze bang zijn voor de schade.