Natuurgebieden lijken steeds meer op elkaar door stikstofuitstoot

Natuurgebieden lijken steeds meer op elkaar door de dominante positie van de landbouw zoals die nu plaatsvindt, zo zegt Romke Kleefstra van Sovon Vogelonderzoek. Dat is geen goed nieuws voor de biodiversiteit en dan met name voor soorten die hier eigenlijk thuishoren.
De natuur heeft last van het uitdrogen, verzuring en de vermesting van het water. Die processen zouden vooral komen door te veel stikstof.
"Wat het als gevolg heeft, is dat natuurgebieden steeds meer op elkaar gaan lijken doordat zowel in de moerasgebieden, de duingebieden als de heidegebieden je ziet dat struiken en bomen toeslaan", zegt Kleefstra.
Hoog en laag Nederland
Kleefstra legde de situatie donderdag uit bij een groot symposium over landschap en biodiversiteit in het Fries Natuurmuseum. En volgens hem is ook buiten die landschappen de wereld veranderd: "Ons open, Friese landschap is steeds meer een parklandschap geworden dat heel erg lijkt op dat in hogere delen van Nederland zoals het oostelijke deel van Nederland."
Die veranderingen zie je ook in de vogelwereld terug: "De vogels die altijd in het oosten van ons land voorkwamen, zoals de grote eksterspecht, zitten vandaag de dag allemaal in het Lege Midden van Fryslân. De vogels van hoog Nederland zijn laag Nederland ingetrokken."
Het open gebied van Nederland, onze kustgebieden, zijn dus steeds meer op het hoge Nederland gaan lijken.

In onder andere de Natura 2000 Europea's beschermde natuurgebieden zijn nog wel vogels, planten en insecten te vinden die horen bij de Friese natuur. Al zijn die populaties wel erg kwetsbaar, zoals ook die van de wulp.

Kleefstra: "Dat is een soort die op Europees niveau zwaar onder druk staat. Dat die kan uitsterven, zie je in Ierland. Voorheen zaten daar duizenden wulpen te broeden. Dat was ook de nationale vogel. Daar zit nu geen honderd paar meer."
Ierland
En er zijn meer paralellen tussen Fryslân en Ierland: daar hebben ze ook te maken met de veranderingen van het landschap waarbij ook de landbouw een hele grote rol speelt. Wij hebben dat hier ook, wulpen zijn verdwenen uit de natuurgebieden. Die natuurgebieden zijn uitgedroogd en verruigd.
Zij zitten nog in landbouwgebied, maar daar doen ze het ook niet goed. Want hun broedperiode kan niet tegen het intensieve gebruik van het land.

Kleefstra ziet met eigen ogen dat karakteristieke broedvogels niet meer specifiek in een soort gebied, als duingebieden of heidegebieden goed gedijen. Dat geldt ook voor soorten in laagveenmoerassen.
"Bij laagveenmoerassen moet je denken aan gebieden zoals de Alde Feanen, de Deelen en de Rottige Meenthe. Kijk daar maar naar. Dat is grotendeels bos geworden."
"BBB"
Dat heeft te maken met uitdroging en met het feit dat er meer eten te vinden is. Kleefstra: "Ik maakte hier ook een beetje het grapje dat de planten die het daar goed doen de bramen, de berken en de brandnetels zijn. Dat is de B, de B en de B..."

Er is nu beleid om iets te doen tegen de verdroging, maar dat wacht voor een deel ook nog op duidelijkheid van het Rijk.
Voor stikstofgevoelige gebieden zijn 'natuurdoelanalyses' ingeleverd met maatregelen die door de zogenoemde Ecologische Autoriteit tegen het licht worden gehouden. Van hieruit wordt ook verder gewerkt aan Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG) en aan gebiedsprocessen.
Een andere insteek om kwetsbare soorten in natuurgebieden te beschermen is het met elkaar verbinden van die natuur. De 'Ecologische Hoofdstructuur' is ooit door toenmalig staatssecretaris Henk Bleker uitgekleed tot wat nu het Natuur Netwerk Nederland (NNN) is.
Die is in Fryslân nog niet volledig aangelegd. Ook omdat het Rijk daar niet genoeg geld voor heeft overgemaakt. Een gezamenlijk initiatief van boeren en natuurorganisaties pakt dat nu op. En dat heet Natuur met de Mienskip.
Het huidige provinciale bestuur heeft daar echter wel een harde voorwaarde bij: het mag niet leiden tot nieuwe Europeaans beschermde Natura 2000 natuur.

Op de vraag of dat geen handicap is bij het beschermen van die kwetsbare natuur, zegt natuur gedeputeerde Mathijs de Vries (CU) dat ze druk bezig zijn met de realisatie en ontwikkeling van de gebieden.
"Intensieve gesprekken"
"We doen het ook met de gemeenschap, want we hebben ook Natuur met de Mienskip. Die doen heel goed werk met de gemeenschap, de boeren en de ondernemers. Met iedereen zien ze als ze zaken met elkaar kunnen verbinden. Daar moeten wij stappen in zetten en dat doen wij op vrijwillige basis en het zijn intensieve gesprekken."

De Vries ziet het niet als belemmering dat in het NNN geen nieuwe gebieden worden aangewezen als Natura 2000 gebied. "Het NNN is ook heel mooi en daarmee kunnen we echt aan de slag met de biodiversiteit."
Kleefstra kijkt heel anders naar de voorwaarde dat er geen nieuw Natura 2000 gebied mag ontstaan: "Wat is er mis met Natura 2000 gebieden? Dat zal mogelijk een probleem zijn omdat de bescherming daar wat hoger ligt. Maar dat is nu precies wat we nodig hebben. Dat die gebieden goed worden beschermd."