Dit is waarom ook Friezen maanden langer in de crisisopvang zitten dan nodig

De krapte op de woningmarkt wordt steeds erger. Dat heeft onder meer tot gevolg dat mensen in de noodopvang geen kans hebben om een 'herstart' te maken. Hulporganisatie Wender luidt de noodklok.
"Het stroomt niet door", zegt hulpverlener Erwin Pijpker van opvangorganisatie Wender. Mensen die huren blijven daar zitten, omdat ze geen koophuis kunnen krijgen. Dat blijkt ook uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd. Een kwart van de sociale huurwoningen gaat naar mensen met voorrang.
Het gevolg is dat mensen die in de opvang zitten en weer zelfstandig kunnen wonen, geen huis kunnen krijgen. Pijpker: "Het zou goed zijn om uit te stromen, zodat wij ook weer ruimte kunnen maken voor anderen die hulp nodig hebben."

Wachten. Dat is het enige wat Sylvia van der Veer kon doen. Ruim twee jaar geleden kwam zij na een relatiebreuk op straat te staan. Met haar zoontje sliep zij eerst bij vrienden.
Omdat ze niet stond ingeschreven bij de woningbouw, kwam ze onderaan de wachtlijst terecht. Daar gaat het volgens haar al mis: "De regels ja, er is geen ruimte voor uitzondering". Het was de school van haar zoontje die de noodklok luidde. Sylvia kwam in de crisisopvang van Wender in Burgum terecht.

"Dat was in het begin echt heel prettig. De eerste twee maanden sliepen wij allebei zo'n elf uren. Maar als de rust er is en je krijgt het leven weer op de rit, dan wil je verder."
Die nieuwe stap zetten was moeilijk. Zo zit Sylvia elf maanden in de opvang. Dan komt het nieuws dat er een huis is. "Dat komt door mijn zoon. Dan kom je in aanmerking voor een urgentiewoning. Anders had ik hier misschien nog gezeten." Ze is verhuisd en woont inmiddels in Leeuwarden.
Snel de deur uit
Erwin Pijpker begrijpt de frustratie van Sylvia. Gezinnen wil hij, als het kan, het liefst ook zo snel mogelijk de deur weer uit hebben. "In het begin pak je de problemen aan. Die zijn meestal snel opgelost en dan zijn de cliënten weer klaar om uit te stromen."
Hij denkt alleen dat de cliënten last hebben van het feit dat ze bij Wender hebben gezeten. "Woningbouwverenigingen willen graag de zekerheid hebben dat er begeleiding is. Dat ze de financiën op orde hebben en dat er een bewindvoerder is die ze in de gaten houdt."

Die angst van woningbouwverenigingen begrijpt Pijpker wel. "Maar op basis van onze ervaringen is het wel zo dat wanneer wij zeggen dat iemand er klaar voor is om weer zelfstandig te wonen, dat dat dan ook zo is.
Ze hebben de ruimte ook hard nodig. "De laatste tijd komen er veel mensen binnen na een relatiebreuk. Die kunnen dan niet eenvoudig een woning vinden."
Pijpker wijst op de cijfers. "Tot dusver hebben we al 900 mensen gehad die contact hebben gezocht met het aanmeldpunt. Dat is echt heel veel." Niet iedereen hoeft de opvang in, maar de cijfers geven al aan dat een goede doorstroom van groot belang is.
Het transferpunt
Bij het Sociaal Domein Fryslân (SDF) is een transferpunt. Evert Boomsma: "Wat wij doen is actief bemiddelen bij mensen. Dat doen wij inmiddels anderhalf jaar en het begint nu zijn doel te bewijzen." Boomsma ziet het stagneren van de doorstroom als een meervoudig probleem dat overal in Fryslân speelt en ook niet eenvoudig op te lossen is.

Het ging niet goed met Jarno de Vries. Op straat in Surhuisterveen kwam hij in aanraking met de drug speed. Jarno woont nog even bij zijn moeder, maar belandt dan op straat. Slapen doet hij in de nachtopvang van Wender in Leeuwarden.
Na verloop van tijd krijgt Jarno een kamer in het 'Huis voor Jongeren' in Leeuwarden. Daar leert Jarno hoe hij voor zichzelf moet zorgen, structuur aan moet brengen en weer zelfstandig te zijn. "Ik sta wel onder curatele", zegt Jarno. "Maar ik heb mijn leven weer aardig op de rit."

Nu is het voor Jarno wachten op een eigen huis. "Rome is ook niet in een dag gebouwd, het komt vast goed", zegt hij. Toch zijn de frustraties er al. "In een eigen huis kun je 's avond je eigen gang gaan, hier zit je met 22 mensen om je heen. Dat barst wel eens." Over een jaar is Jarno wel op zichzelf. "Helemaal met een eigen woning."
Er zijn verschillende redenen om urgentie te krijgen bij het verkrijgen van een huurwoning. Dat kan ziekte zijn of geldproblemen, ontstaan buiten iemands schuld. Maar ook als je wordt bedreigd of te maken hebt gehad met huiselijk geweld en het niet meer veilig is op de plek waar je woont. Verder hebben mensen die uit een opvang of gevangenis komen, recht op voorrang.
Jarno geeft aan dat hij dan nog wel begeleiding nodig heeft. Het liefst een vorm van begeleid wonen. Daar zit weer een ander probleem, ziet Boomsma van het SDF. Dat is de instelling die helpt bij het vinden van een huis.
"Het betekent dat de gemeente voor hulp moet zorgen. Dat is soms lastig", zegt Boomsma. Dat heeft te maken met bezuinigingen. "Gemeenten krijgen het financieel moeilijker en moeten met minder middelen een oplossing vinden. Dat wordt een steeds grotere uitdaging."
Het verhaal van Robert
Robert (achternaam bekend op de redactie) heeft goed nieuws gekregen. Eindelijk is er voor hem een huis beschikbaar. Hij kan meteen al verhuizen. "Ja, echt fantastisch. Ik zie het nu positief in, maar dat was de afgelopen maanden wel anders."
Het wachten was zwaar. Nadat hij in de opvang kwam, ging de knop al snel om. "Ik had binnen één, twee maanden alles voor elkaar. Schulden geregeld, een baan. Er was alleen geen woning."
Dat frustreert hem ook. Vooral omdat hij de huur kan betalen en graag een eigen plek wil hebben waar hij ook zijn kinderen kan onderbrengen.
Vast in het systeem
"Ik zat vast in het systeem", zegt Robert. "Er wordt niet meer individueel gekeken. Naar wat iemand wel en niet kan. Of iemand dus snel kan doorstromen."
Daar speelt het transferpunt van het SDF een belangrijke rol. Die bemiddelt bij urgentiegevallen. "Het heeft lang geduurd voordat daar wat uitkwam. Toen het bij de woningbouw terecht kwam kon ik binnen een week sleutels ophalen en een contract tekenen."
Bij het SDF zitten ze alleen met het woningaanbod. Dat moet er wel zijn. "Corporaties hebben wachtlijsten", vertelt Boomsma. "Dat kunnen wij niet veranderen. Daar zijn wij wel afhankelijk van. Wij kunnen alleen succes zijn als er aanbod is."