Verder zonder bank: een reële optie voor boeren?

Landbouweconomen van Wageningen University vinden het plan om obligaties voor een boerenbedrijf te verkopen moedig, maar risicovol. Dat zeggen ze in reactie op de stap die Bartele Holtrop uit Rotstergaast zet. Hij wil zonder bank verder met zijn boerenbedrijf.
Holtrop maakte zijn stap een paar maanden geleden bekend. De veehouder deelt zijn bedrijf op in duizend stukjes. Geïnteresseerden kunnen voor 1.000 euro een obligatie kopen. Met dat geld wil hij de bank afbetalen en dan alleen met de obligatiehouders verder boeren. Die obligatiehouders worden geen mede-eigenaars van het bedrijf.
De obligatie heeft een looptijd van tien jaar en het rendement is twee procent per jaar. Het is ook mogelijk om eten te krijgen in plaats van geld.
Alternatieve betaalvormen
"Het rendement is aan de lage kant, dus voor de obligatiehouder is het minder interessant", zegt Jop Woltjer. Hij is onderzoeker van de Wageningen University en gespecialiseerd in alternatieve betaalvormen voor de landbouw. "Daarnaast moet de boer met duizend man in zee en dat is ongelooflijk veel."
Wel kijken de onderzoekers met veel belangstelling naar de stap van Holtrop. "Ik denk dat we heel veel sympathie hebben voor deze boer. We zien het fundamentele probleem van deze boer en eigenlijk de hele sector: de discrepantie tussen waar we als maatschappij voor willen gaan en de nadruk op de financiën in de bedrijfsvoering."
Woltjer doelt daarmee op één van de discussiepunten in de moderne landbouw. De boeren zitten in een systeem waarin ze meer moeten melken om financieel gezond te zijn, terwijl de overheid de nadruk wil leggen op het beschermen van de natuur.
"Deze boer legt nu de nadruk op het klimaataspect en het maatschappelijk wenselijke aspect. Ik denk dat daar een rol voor de overheid ligt, dit kun je niet bij ondernemers neerleggen. Voor hen zijn er grote financiële risico's in deze constructie."
Geen toezicht
De obligaties worden zonder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uitgegeven. De AFM zorgt er normaalgesproken voor dat bedrijven zich aan de regels houden en afspraken nakomen.
Je weet niet wat er gebeurt als je op de fles gaat.
Maar als de lening uit minder dan vijf miljoen per jaar aan obligaties bestaat, is er geen vergunningsplicht van de AFM. Dat brengt risico's met zich mee, zeggen de economen. "Je weet dus niet wat er gebeurt als je op de fles gaat."
Van één bank naar duidend mensen
Holtrop heeft intussen 300 investeerders aan zich gebonden. Dat betekent dat er nog meer dan 600 nodig zijn. De boer is bezig met het bouwen van een winkel in zijn boerderij. Daar kunnen de obligatiehouders binnenkort met een pasje hun eten ophalen. Hij ziet de gevaren ook, maar denkt dat die geen probleem zullen opleveren.
"Wij hebben in dit bedrijf meerdere manieren om geld te verdienen. Er is een speelboerderij waar scholen en kinderen komen om te spelen. De melk wordt gewoon opgehaald en er komt straks een winkel waar mensen eten kunnen kopen."

"Daarnaast behoudt de grond altijd waarde, dus in het uiterste geval kan je dat verkopen als je failliet gaat. Er zitten intussen zoveel poten onder de tafel, dat-ie bijna niet meer kan omvallen."
Van rendement naar maatschappelijk wenselijk
In Wageningen wordt onderzoek gedaan naar de landbouwsector. Bij verschillende wetenschappers gaat het de afgelopen jaren over de stikstofcrisis.
Uit onderzoeken komt naar voren dat het terugdringen van het rendementsdenken één van de eerste stappen naar een oplossing zou kunnen zijn. Banken gaan nu nog te veel uit van het maken van winst, terwijl er eigenlijk meer aandacht moet komen voor de gevolgen voor natuur en milieu.
Op politiek niveau is er discussie of de overheid mee moet betalen om boeren te helpen. Voor boeren is het nu beter om bijvoorbeeld koeien te houden in een wei dan om het land in te zaaien voor weidevogels.

Holtrop zet de eerste stap richting het loslaten van het rendement. Dat is volgens landbouweconoom Petra Berkhout van Wageningen een mooi streven. "Je ziet dat mensen waarde hechten aan de natuur en daarom nu ook al investeren in de boer. De wens vanuit de maatschappij is er."
Gevaren voor boer en investeerder
Toch zijn er ook gevaren, zegt Berkhout. Zij denkt dat de constructie zowel voor de boer als voor de investeerders ingewikkeld wordt. "Het lastige is dat je afhankelijk wordt van de goodwill van een kleine groep mensen. Die moet je bij het bedrijf zien te houden."
Het is voor de boer ook een hele investering om met duizend mensen te overleggen.
"Daarnaast is het voor investeerders een risico, want je investeert onder losse voorwaarden. Het is niet helemaal helder wat er gebeurt als de boer ziek wordt of de boerderij op de kop gaat. Het is voor de boer ook een hele investering om met duizend mensen te overleggen."
Geen voorbeeld voor andere boeren
Holtrop heeft intussen van verschillende ondernemers gehoord dat zij hetzelfde willen doen. Maar Berkhout denkt niet dat dit de nieuwe trend wordt in de landbouwsector. "Het is geen voorbeeld voor andere boeren. Het is een niche met risico's en het is een grote stap om er een hele bedrijfsvoering op in te richten. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je failliet gaat?"
Volgens haar vraagt het veel van de boeren om dit te doen naast de reguliere werkzaamheden. "Onderschat dat niet, je moet er heel veel tijd aan spenderen."