Recensie Un dia nobo: "Kleurrijk toneel over discriminatie"

"Waar kom je 'echt' vandaan?" Een vaak gestelde vraag aan mensen met een kleurtje, die gewoon in Nederland zijn geboren. Pier 21 maakte een voorstelling over discriminatie. Een nieuwe dag: kleurrijk theater, maar ook confronterend. "Als je lacht val je niet op."
Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij in onze voormalige kolonies werd afgeschaft. Een logische keuze voor David Lelieveld van Pier 21 om juist hierover een theatervoorstelling te maken. Volgens het gezelschap ligt daar immers de kern van haar succes. Pier21 maakt voorstellingen over maatschappelijke thema's, die prikken en discussie op gang kunnen brengen.
Schilderij
Met de voorstelling 'Un dia nobo', Papiaments voor 'Een nieuwe dag', is dat gelukt. De verhaallijn van dit complexe muziektheater over het slavernijverleden van Friesland is eigenlijk vrij simpel. De hoofdrollen worden gespeeld door Yuli Minquel en Hiske Oosterwijk. Beide vrouwen kruipen in de rol van twee museum-supposten.
Ze moeten waken over een schilderij waarop een zwarte bediende, een jongetje nog, tussen de Friese stadhouder Hendrik Casimir I van Nassau-Dietz (1612-1640) en Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1664) afgebeeld staat. Saillant detail: het bewuste schilderij bestaat echt en hangt in het Leeuwarder Stadhouderlijk Hof.

Terwijl Hiske de rol van de Friese Wietske de Haan op zich neemt, blijft Yuli ook bij haar eigen roots als Edsillia Dolores Myztica Geertruida. Een Nederlander met een kleurtje.
Geboren in Leeuwarden maar met haar voorouders uit Curaçao. Net als Yuli zelf.
Geboren in Leeuwarden maar met haar voorouders uit Curaçao. Net als Yuli zelf.
Als zwart meisje werd ze geconfronteerd met het feit dat ze anders was. Minder. Daarom ook dat zij nu het recht opeist om dit keer haar verhaal te vertellen. Bravo!
Blokkeer-Fries
En ja hoor. Zoals de blanke Friese toeschouwer kan verwachten gaat de beerput volledig open. Alle vooroordelen die over Friezen bestaan, worden op het tapijt gebracht. En door de Zwarte Piet-onrust lijkt elke Fries in de ogen van zwart Nederland een blokkeer-Fries te zijn.
Zwart ja, want blank moet voortaan ook wit zijn. En slaven zijn geen slaven meer, maar 'tot slaaf gemaakten'. En let op. Wij Friezen moeten niet zo schijnheilig doen. Ook 'wij' zijn door een nationale held als Peter Stuyvesant immers mede verantwoordelijk voor het transport van 10 miljoen slaven. Stuyvesant kwam immers uit Weststellingwerf. Ja ja, zo weet ik er nog wel een.

Confrontatietoneel dus. De stijl doet me direct denken aan het zogenaamde 'Vormingstheater' van vroeger. In de jaren zeventig een populaire theatervorm, die gezelschappen als Proloog en het Werktheater gebruikten om de zogenaamde hokjesgeest van confessioneel en kapitalistisch Nederland af te breken.
Het publiek moest de barricaden op, zo nodig met geweld. Tegenwoordig wordt vormingstheater vooral gezien als wat belerend en dogmatisch. En verhip, kijk nou eens, regisseur Kees Scholten van Un dia nobo heeft een link met het 'Volksoperahuis' in Amsterdam. En dus heb ik hiermee een excuus voor mijn weerstand gevonden.
Spiegel
Maar David Lelieveld wil de spiegel van mijn ongemakkelijke gevoel niet wegnemen. De voorstelling is namelijk geschreven in samenwerking met zo'n veertig Friezen met Caribische en Surinaamse afkomst. Zo vertelt hij in een kort nagesprek van de try-outvoorstelling die ik zag.
Ze dachten al dat deze confrontatie niet helemaal lekker zou vallen bij de witte toeschouwer. Dat moet dan maar. Volgens Yuli na 150 jaar ook de hoogste tijd. "We hebben ons te lang stilgehouden. Als je vriendelijk lacht val je niet op."

Op het podium in de tuin van keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden staat het bewuste schilderij dat de beide suppoosten moeten bewaken. Dat wil zeggen, de grote lijst is leeg, de afbeelding zelf ontbreekt. Daarvoor in de plaats hangt het rode jasje, symbool voor Sideron, de kleine slaaf aan het Stadhouderlijk Hof.
En zeker, de toeschouwer weet wat hiermee wordt verbeeld, maar desondanks kost het best wat moeite om dat vervloekte schilderij voor de geest te halen. Enfin, mooi om dan te zien hoe Hiske en Yuli dat plaatje langzaamaan inkleuren en het publiek door de lijst heen meenemen in het verleden. Mee op zoektocht, de diepte in. Ook al kan het pijn doen.
Bevrijd
Prachtig hoe dan het schilderij toch tot leven komt. Met scènes over de Friese plantagehouders die groot werden door slavenarbeid. Niet meer, niet minder. Hoe vernedering en mishandeling middelen waren tot het verrijken en de bescherming van de eigen positie
Hoe Marijke Meu, de Friese vleinaam voor Maria Louise van Hessen-Kassel, het publiek dan wil voorhouden dat ze de kleine Sideron juist bevrijd heeft van de slavernij. Van de dwangarbeid op de plantage.
Als bediende bad hij nu immers in weelde, aangekleed met de mooiste kleren van de duurste stof Het 'binnenlandse' commentaar van de zijkant door Edsillia liegt er niet om. De vrijheid is maar relatief.

Genoeg is genoeg! Sideron of Frederik zijn evengoed slavennamen, is het verwijt van Edsillia. Kwaku is ooit zijn naam geweest, Kwaku zal zijn naam weer worden. Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Yuli neemt het publiek mee in haar emoties. Boosheid en verdraagzaamheid liggen dicht bij elkaar.
Ze rekent ook op begrip. Juist het Friese volk moet immers begrijpen hoe belangrijk vrijheid is: 'leaver dea as slaaf' (liever dood dan slaaf). Regisseur Kees Scholten mag zijn handen dichtknijpen met zijn beide hoofdrolspelers. Hiske en Yuli weten elkaar uitstekend te vinden in personages en sparen elkaar daarbij niet als dat nodig is. Spannend en intrigerend mooi.
Cadeautje
Gelukkig is het niet allemaal zware kost en valt er genoeg te lachen. En te genieten. Want Una dia nobo is verdorie theater en niet alleen een geschiedenislesje. Met de authentieke muziek en de ritmische danspartijen van het gezelschap Untold uit Amsterdam krijgt deze emancipatiestrijd voor eigen identiteit en cultuur een verpakking in warme kleuren.
Het slotlied is dan niet minder dan een cadeautje. Voor ons allemaal. Wit, zwart en ertussenin. Uitpakken maar. Muziek is immers de taal die we allemaal kunnen begrijpen. Daarom ook werd al eerder het lied In nije dei gezongen in het Fries en het Surinaams: wan nyun dey. Letterlijk als een nieuw begin, een nieuwe weg die met elkaar ingeslagen worden kan. Worden moet.

Een mooi einde, zou je zeggen. Maar nee, subtiel wordt dan de focus toch nog even verlegd. Friezen zijn trots op hun eigen identiteit en taal? Dat geldt dan ook voor landgenoten met een afkomst van de eerdere wingewesten.
"Waarom wordt wel verwacht dat wij jullie taal verstaan, maar blijf je doof voor die van ons", is meer een statement dan een vraag van Yuli. En dus wordt het overwegend witte publiek uitgenodigd om een authentiek lied uit Curaçao mee te zingen: Bria bria. 'Laat het licht schijnen op ons allemaal'.
Het klinkt als een oproep om meer begrip te krijgen voor een onderwerp dat nog altijd onderbelicht is. Wie kan daar op tegen zijn?