Zes vragen over het vogelgriepvirus: "Grootste uitbraak in de geschiedenis"

© ANP
In ons land is massale kokmeeuwsterfte. En ook in Fryslân werden onlangs grote groepen kadavers aangetroffen. De vondsten roepen verschillende vragen op over het vogelgriepvirus. Thijs Kuiken van de afdeling viroscience Erasmusuniversiteit, beantwoordt de zes belangrijkste.

1. Hoe kan het dat er plots zoveel dode kokmeeuwen worden gevonden?

"De problemen rondom dit virus zijn nu meer zichtbaar door de broedperiode. Rond die tijd verblijven kokmeeuwen vaker in kolonies. Op andere momenten sterven deze vogels ook aan het virus, maar je ziet ze dan niet in grote groepen bij elkaar liggen."

Combinatie van virussen

"Het komt mogelijk ook doordat het virus, waarmee de kokmeeuwen nu besmet zijn, het resultaat is van het ziekmakend virus dat al langer rondgaat. Dat heeft vorige herfst genetische informatie uitgewisseld met een niet-ziekmakend vogelgriepvirus dat normaal in meeuwen voorkomt. De combinatie daarvan gaat nu rond en is mogelijk meer besmettelijk voor kokmeeuwen.
Verder zijn alle vogelsoorten vatbaar voor deze ziekte. Maar de ene wel meer dan de andere. Eigenlijk is het een pluimveeziekte. Kippen sterven er vaak binnen 24 uur aan. Tussen wilde vogelsoorten kunnen er grote verschillen in vatbaarheid zijn.
In Miedum wordt gewezen op een vervoersverbod voor pluimvee-eieren en gebruikt strooisel. © ANP
Zo zijn knobbelzwanen erg gevoelig, terwijl postduiven nauwelijks ziek worden. Tevens hangt het ervan af of het dier al eerder met het virus in aanraking is geweest. Dan treedt er immuniteit op."

2. Hoe wordt het virus overgedragen?

"Vogels scheiden het virus uit via de mondholte en de ontlasting. Als de besmette poep in het water terechtkomt, blijft het virus daar lang besmettelijk. Dat is ook de reden dat met name watervogels besmet raken. Mussen en vinken dan dus weer niet.
Aaseters zoals buizerds, en roofvogels zoals slechtvalken, kunnen het binnenkrijgen omdat ze andere vogels eten. De kans is dan nog groter op besmetting. Door het eten van een besmet dier, komt er namelijk veel van het virus binnen."

3. Wat is laag-pathogeen en hoog-pathogeen?

"Laag-pathogeen betekent niet of weinig ziekmakend. Hoog-pathogeen betekent ziekmakend. In wilde vogels komen van nature alleen laag-pathogene vogelgriepvirussen voor, waarvan ze dus niet ziek worden. Maar als zo'n virus in een pluimveebedrijf komt, kan het door mutatie veranderen in een hoog-pathogeen vogelgriepvirus. Daar gaan bijna alle kippen dood aan.
In de laatste twee jaar heeft het virus zich zo goed aangepast aan wilde vogels, dat het door het hele jaar aanwezig is.
Thijs Kuiken, van de Erasmusuniversiteit
In het verleden bleven dergelijke hoog-pathogene vogelgriepvirussen beperkt tot pluimveebedrijven. Wat de huidige hoog-pathogene vogelgriepvirus bijzonder maakt, is dat het een paar jaar geleden in Azië is overgesprongen naar wilde vogels. Daardoor kon het zich snel over grote afstanden verspreiden.
It opromjen fan kobben by de Alde Feanen dizze moanne © Omrop Fryslân
In de laatste twee jaar heeft het virus zich zo goed aangepast aan wilde vogels, dat het door het hele jaar aanwezig is. Ook in wilde vogels in Nederland."

4. Kunnen andere dieren het vogelgriepvirus krijgen?

"Ja. Zoogdieren kunnen het virus krijgen. Je ziet het bijvoorbeeld bij steenmarters, otters, en vossen. Maar ook mensen kunnen besmet worden, hoewel dat gelukkig niet gemakkelijk gebeurt. Daarvoor is lang en intensief contact nodig met een besmet dier, en gebeurt vooral door contact met besmet pluimvee.
Wereldwijd zijn er circa duizend personen besmet geraakt. De helft is eraan overleden.
Thijs Kuiken
Sinds deze variant in 1996 in China voor het eerst opdook in een pluimveebedrijf, zijn er wereldwijd circa duizend personen besmet geraakt. De helft is eraan overleden. Het is dan ook een erg ziekmakend virus. Het komt in de longen terecht en veroorzaakt vervolgens ernstige longontsteking en ademnood."

Meisje in Ecuador

"Veruit de meeste besmettingen bij mensen, zijn in China geweest. De reden daarvoor is dat men daar vaak levende kippen koopt en laat slachten. Zo kan er intensief contact optreden. Nu het virus zich heeft uitgebreid tot Zuid-Amerika, is een paar weken geleden in Ecuador een 9-jarig meisje besmet geraakt door kippen die bij huis werden gehouden. Zij heeft het gelukkig overleefd, na een bezoek aan de intensive care.
In Nederland is voor zover bekend nog niemand besmet geraakt met het vogelgriepvirus dat nu rondgaat. De kans is hier ook klein omdat we kippen niet levend kopen; die zijn al geslacht en geplukt. Er is daardoor nauwelijks kans op besmetting. Plus, er is een gezondheidscontrole voor de kippen naar de slachterij gaan."

5. Hoe groot is deze vogelgriepuitbraak?

"Deze vogelgriepuitbraak, die al sinds 1996 bezig is, is de allergrootse in de geschiedenis. Groter dan de ongeveer 50 andere vogelgriepuitbraken bij elkaar, die we sinds 1959 kennen.
In een pluimveehouderij in Blija brak in 2022 de vogelgriep uit © ANP
Waar het begon in Azië, verspreidde het zich ook in Afrika, Europa, en Noord- en Zuid-Amerika. Alleen op Antarctica en Australië is het nog niet geconstateerd. Maar het zal nog een kwestie van maanden zijn voordat het Antarctica bereikt."

6. Wat kunnen we hiertegen doen?

"Pluimveehouders kunnen hun kippen vaccineren om besmetting te voorkomen of te beperken. Dat kan al als de kuikens nog in het ei zitten. Een apparaat prikt dan met injectienaalden op de juiste plek in het ei. Heel efficiënt.
Verder is het niet verstandig als pluimveehouders dicht bij elkaar liggen. En omdat Friesland een watervogelrijkgebied is, zou het beter zijn op die plekken geen pluimveehouderijen te hebben. Dan is de kans stukken groter dat het overslaat naar de kippen."