Vogelgriep bij kokmeeuwen heeft Fryslân bereikt, eerste groepen kadavers gevonden

De eerste groepen kadavers van kokmeeuwen zijn in Fryslân aangetroffen. Buiten Fryslân greep de vogelgriep al om zich heen onder meeuwen, nu heeft het virus ook in ieder geval drie gebieden in onze provincie bereikt.
In het gebied Schilkampen in Leeuwarden zijn zeker tweehonderd kadavers gevonden op een kolonie van duizend. Mannen in witte pakken zijn daar aan het ruimen. In de Vrieswykpolder bij natuurgebied De Deelen zijn meer dan honderd kadavers gevonden.
It Fryske Gea is woensdag ook al bezig met het opruimen van kokmeeuwen in de kolonie in de Grutte Krite bij de Alde Feanen.
Nu ook vogelgriep bij kokmeeuwen in Fryslân
Of de vogelgriep de kolonie dieper in De Deelen ook heeft bereikt is niet duidelijk. Door het broedseizoen kan Staatsbosbeheer het gebied niet bereiken.
Kokmeeuwen komen in het hele land voor en zitten vaak met veel vogels bijeen op eilandjes in moeras en open water. In voorgaande jaren verdween het virus in het voorjaar, maar het is nu de tweede keer dat de vogelgriep 'overzomert'.

Natuurbeheerders houden in de tussentijd hun hart vast. In het Hegewiersterfjild van Natuurmonumenten tussen Harlingen en Kimswerd zitten tweeduizend broedparen. "Het vliegt allemaal nog, het maakt lawaai", zegt natuurbeheerder Sander Veenstra. "Ze zitten op 'pikorde' van elkaar, alle eilandjes vol met broedende meeuwen. Mogelijk gaan ze er allemaal aan."
Iedere dag rijdt Veenstra er langs, om te kijken hoe het ervoor staat. "Iedere keer denk je weer: zouden ze nu blijven liggen? Dan rijd je hier naartoe en komen de vogels omhoog en dan denk je: hé, ze vliegen allemaal nog."

De protocollen zijn klaar. Het is de bedoeling dat kadavers zo snel mogelijk worden weggehaald. Zelf heeft Veenstra het beschermende pak al in de auto liggen. Eenvoudig wordt het ruimen niet, denkt hij, want de bontbekplevier broedt ook in het gebied.
"Die eieren komen straks ook uit", zegt Veenstra. "De kuikens zijn zo groot als een duim en als we door het gebied lopen met grote laarzen aan, dan is dat niet goed voor die kuikentjes."
Het is afwachten wat de gevolgen van de uitbraak zijn op de populatie, zegt hij. "Vorig jaar hadden we de uitbraak onder de grote stern. Nu kunnen we zien wat er terug is gekomen en wat er over is van de kolonie. Ik heb er nog geen zicht op, maar ik houd mijn hart vast."
