Erik Dijkstra beschreef de melkstaking (1943) en het lot van twee Blauwhuister broers

Erik Dijkstra schreef een boek over de stakingen © Omrop Fryslân
Maar liefst 500.000 mensen van het platteland kwamen in 1943 in verzet tegen de Duitse bezetter. Het was de 'april-meistaking', in Fryslân bekend als de 'melkstakingen'. De Randstad deed niet mee, misschien bleef de actie daarom onderbelicht.
Als presentator, journalist en programmamaker Erik Dijkstra over de stakingen leest, is hij verbaasd dat hij er nog nooit eerder van hoorde. Terwijl de staking nota bene in zijn eigen regio was begonnen: Twente.
Dijkstra doet onderzoek en ontdekt dat de meistaking een keerpunt was in de Duitse bezetting. Tot die tijd was de oorlog op het platteland niet heel dreigend aanwezig. Maar dat veranderde na mei 1943.
Het verhaal van broers De Witte uit Blauwhuis raakte programmamaker Erik Dijkstra
Tweehonderd mensen kwamen om als gevolg van de stakingen. Ze werden doodgeschoten of op een andere manier vermoord. Honderden mensen zijn naar strafkampen afgevoerd, omdat de bezetter hard terugsloeg.
Het was nu ook in 'de regio' duidelijk dat de Duitsers het niet goed voor hadden met Nederland. Na de meistakingen kwam het ondergrondse verzet op gang. Fryslân werd een toevluchtsoord voor onderduikers en hongerlijders.
Het boek dat Erik Dijkstra schreef: 'Staken op leven en dood' © Omrop Fryslân
In die eerste week van mei 1943 was de Duitse terreur zeer wreed: stakers konden worden doodgeschoten. Wie melk liet weglopen in de sloot, was zijn leven niet meer zeker. Opvallend was de willekeur: de een werd zomaar doodgeschoten, de ander werd opgepakt en weer vrijgelaten.
Hanns Albin Rauter, de hoogste SS- und Polizeiführer in Nederland, moest zijn handtekening zetten onder de doodvonnissen. Hij zei daarover: "Es (commt) nicht so sehr darauf an (... ), dass der rechte Mann niedergeschossen wird (...) Es kommt vielmehr darauf an, dass im rechten Augenblick Tote vallen."
Met andere woorden: het ging erom dat er doden vielen. Wie dat waren, maakte niet veel uit. Op 3 mei was de staking voorbij.
Met dit pamflet werd bekend gemaakt dat Broer de Witte was doodgeschoten © Familie De Witte
De nabestaanden van het slachtoffer kregen wel bericht dat hun zoon of man dood was. Er stond niet bij waar het lichaam lag begraven. Dat zorgde voor verwarring en wanhoop, want om een vermiste kun je niet rouwen. De hoop dat iemand toch nog thuiskomt, blijft altijd.
Erik Dijkstra heeft veel gehad aan het onderzoek dat Truus de Witte van Blauwhuis heeft gedaan naar de vermissing van haar oom Broer de Witte.
Truus de Witte © Eigen foto
Broer de Witte was een van de ruim twintig Friese slachtoffers. Met zijn broer Wiebe - de vader van Truus - lege hij melkbussen in Oudega en zongen ze het Wilhelmus.
De jongens waren 19 en 17 jaar en zagen geen gevaar, want veel mensen deden mee aan die manier van verzet tegen de onderdrukking. Maar de volgende dag werden ze opgehaald door de Duitsers. Broer werd doodgeschoten, terwijl Wiebe werd vrijgelaten.
Broer de Witte © Familie De Witte
In de brief die de familie kreeg waarin stond dat Broer was doodgeschoten, werd zijn naam verkeerd geschreven. Er stond Broer 'De Witt' in plaats van 'De Witte'. En de geboortedatum klopte ook niet. Dat maakte dat de familie grote hoop had dat Broer toch niet dood was. Misschien was hij wel naar het oostfront gestuurd.
Er stond altijd een extra bord op tafel.
Truus de Witte
"De achterdeur van de boerderij in Blauwhuis ging niet meer op slot, want Broer moest er wel in kunnen als hij terugkwam", vertelt Truus de Witte. En zo werd ook altijd een extra bord op tafel gezet. Heel lang hield de familie hoop dat Broer terug zou komen.
Wiebe werd vrijgelaten, maar later weer opgepakt en naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. De Duitsers wilden namen van hem hebben, maar hij hield zijn mond stijf dicht.
Hij zei steeds dat hij er niets van wist, omdat hij niet omging met roomsen. Dat was niet waar, want het verschil in religie speelde in die oorlogsjaren niet. Maar het was een verklaring en uiteindelijk lieten de Duitsers hem weer vrij.
Hanns Albin Rauter (1895-1949) © Historische foto
De oorlog heeft daarna een grote rol gespeeld in het leven van Wiebe de Witte. Er kon niet over gesproken worden. "Wij wisten als kinderen wel dat er iets was, want die antenne hadden we wel", zegt zijn dochter Truus de Witte. "Maar wij wisten ook heel goed dat wij er niet naar konden vragen."
Wiebe de Witte is op 49-jarige leeftijd overleden. Truus was toen 18 jaar en hoorde op de begrafenis de dominee het verhaal van die eerste week in mei 1943 vertellen.
Truus was verbaasd, want dat verhaal hadden zij als kinderen nog nooit gehoord. Haar moeder had gezegd dat Wiebe in hun verkeringstijd dit hele verhaal eens in een brief heeft beschreven en dat ze toen beloofd had er nooit meer over te praten.
Gebroeders De Witte © Famylje De Witte
Twintig jaar na de dood van haar vader besluit Truus uit te zoeken waar haar oom Broer is begraven. Ze duikt in de archieven, vindt puzzelstukje naar puzzelstukje en ontdekt dat Broer verwisseld is met een ander slachtoffer. Broer ligt in een massagraf in het Groninger Appèlbergen, waar nog veel meer slachtoffers van de melkstaking zijn begraven.
"Het verhaal van die twee broers, jonge jongens die ontdekten dat er even verderop iets aan de hand was en vol bravoure mee gingen doen, greep me verschrikkelijk aan", zegt Erik Dijkstra. "Dit verhaal maakte dat wij tegen elkaar zeiden: hier moeten we iets mee doen. Hier moeten we een televisieserie over maken, hier moet een boek van komen." En zo geschiedde.