Leerlingen buigen zich over armoedebestrijding: klusjes doen voor sportlessen

De vraag is wat de gemeente Waadhoeke kan doen om geldproblemen bij jongeren te voorkomen. Een groep van 21 kinderen van CSG Ulbe van Houten in Sint Annaparochie probeert daaraan bij te dragen in 'een armoedeweek'.

Het armoedeproject is een concept van Save the Children, een organisatie die zich inzet voor het welzijn van kinderen, vertelt projectleider en leraar maatschappijleer Gatse Hylkema: "Zij hebben het bedacht en opgezet, en geven eigenlijk de kinderen een week les. Wij als school doen daaraan mee."

De leerlingen stellen adviezen op voor de gemeente. Ze hebben een gesprek gehad met iemand die ervaring heeft met armoede. Hylkema: "De vrouw vertelde hoe haar leven en dat van haar kinderen eruit zag toen ze arm werd. Welke kansen de kinderen niet meer hadden."

De leerlingen hebben tevens gesproken met organisaties in de gemeente. Ze wilden weten wat deze organisaties tegenkomen en wat kinderen niet meer kunnen doen, als er armoede in het spel is. "Ze hebben aandachtig geluisterd naar de verhalen, want het was confronterend. Maar ze hebben de gesprekken ook als mooi ervaren", vertelt Hylkema.

Uit de genoemde gesprekken ontstonden praktische ideeën, bijvoorbeeld door sporten toegankelijker te maken, als in ruil voor sportlessen klusjes worden gedaan. Geen geld hebben om de juiste kleding te kopen is ook een probleem. En verder zouden er meer gelijke kansen moeten komen in het onderwijs, want de ene leerling kan mooie schriften en andere schoolspullen betalen en de andere niet.

Geldgebrek is een thema waarover kinderen niet snel spreken, is Hylkema's ervaring. In zijn lessen maatschappijleer komt ook budgettering aan bod. "Ze zeggen niet: dat is bij ons thuis ook zo. Er is veel schaamte."

De leerlingen bieden hun ideeën en adviezen woensdag in de raadszaal in Franeker aan aan wethouder Marja van der Meer.

Over een maand of drie krijgen ze te horen of de gemeente iets kan met hun ideeën. Het uiteindelijke doel is dat de leerlingen weten dat ze bij de gemeente terecht kunnen, als er iets aan de hand is. Dat ze weten dat ze inspraak hebben. En wanneer er niets mee gedaan kan worden, er dan uitleg volgt waarom niet, aldus Hylkema.