Fryslân Kiest: is de ov-hub de oplossing voor het openbaar vervoer?

Het duurt niet lang meer: op 15 maart zijn de Provinciale Statenverkiezingen. Vijf Friezen vertellen over hun grootste zorgen en stellen hun vraag aan de politiek. Vandaag Klaske uit Hemelum, zij maakt zich zorgen over het openbaar vervoer in de provincie.
Bijna twee uren zijn Smid en haar dorpsgenoten onderweg van Hemelum naar Leeuwarden. 's Avonds kon ze niet meer thuis komen na haar lessen van de theateropleiding.
In december werd bekend dat er ritten geschrapt werden. Dat kwam voor de bewoners van Hemelum als een vervelende verrassing. "Ik vind het onacceptabel en oneerlijk dat dit zo gebeurt", vertelt Smid. "In Leeuwarden rijden de bussen om de vijf minuten en bij ons 's avonds rijdt geen één meer. Dan zet je het platteland wel buitenspel.
Klaske uit Hemelum maakt zich zorgen over het openbaar vervoer in de provincie
Het openbaar vervoer kost de provincie een hoop geld. Volgens gedeputeerde Avine Fokkens bijna één miljoen euro per week. Daarom rijden er op sommige plaatsen nu dus minder bussen. Soms vervallen hele opstapplaatsen, andere keren rijdt een bus minder vaak. Die worden dan bijvoorbeeld vervangen door belbussen, die reizigers vooraf moeten reserveren.
Smid ging met buslijn 44 naar Leeuwarden. Ze krijgt van Avine Fokkens te horen dat die lijn te veel geld kost om te behouden.
Dan moet je wel verhuizen of een auto kopen, maar een hoop jongeren hebben daar het geld ook niet voor.
Voor Smid was het daardoor niet meer te doen om thuis te blijven wonen en dus verhuisde ze in december naar Leeuwarden.
Een hoop dorpsgenoten van haar leeftijd lopen tegen hetzelfde probleem aan. "Ik hoor het van een hele hoop jongeren uit mijn dorp. Dan moet je wel verhuizen of een auto kopen, maar een hoop jongeren hebben daar het geld ook niet voor of geen rijbewijs. Anderen passen hun studie erop aan."
Haar vraag aan de provincie "Kunnen we onze buslijn terug krijgen? Of in ieder geval een oplossing zodat Hemelum bereikbaar blijft?"
Wat vinden de partijen daarvan?
Ook al is er in de afgelopen jaren bezuinigd op het openbaar vervoer, het lijkt alsof de partijen nu allemaal willen dat de kleinste kernen juist wel bereikbaar blijven.
Zogenaamde ov-hubs zouden daarvoor de oplossing zijn. Het idee is dat grotere bussen en treinen uit de stad naar deze ov-hubs rijden, waarna de reizigers kunnen overstappen op alternatief vervoer om op de plaats van bestemming te komen. Dat andere soort vervoer kan uit van alles bestaan, bijvoorbeeld kleinere bussen, een opstapper, elektrische fietsen of deelauto's.
"In de toekomst zijn er geen grote lege bussen meer, maar komt er meer maatwerk", stelt bijvoorbeeld de FNP in hun programma. En de VVD schrijft: "Als een buslijn gestrekt is, vinden wij het belangrijk dat er een belbus of een taxilijn als alternatief is om in de desbetreffende kern zelf te komen."
De realiteit op dit moment is dat er wel lijnen geschrapt worden, maar dat er geen vervangend ov-vervoer aangeboden wordt.
Hoe?
Gedeputeerde Avine Fokken is lijsttrekker voor de VVD bij de komende Statenverkiezingen. Zij vraagt zich af of er over twintig jaar nog wel bussen rijden op het Friese platteland. "Het is het eeuwige zoeken naar een balans tussen bereikbaarheid en betaalbaarheid. De Provinciale Staten vinden het belangrijk dat de dorpen bereikbaar blijven, maar de 'hoe-vraag' is dan wel essentieel."

Volgens de gedeputeerde is het te makkelijk om te zeggen dat er meer geld naar het openbaar vervoer moet. "Dat gaat dan ten koste van andere zaken die ook belangrijk zijn voor de leefbaarheid."
Geld
Volgens de SP, Provinciaal Belang Fryslân (PBF) en D66 moet niet alleen de bereikbaarheid beter, maar moeten de kaartjes ook goedkoper. PBF vindt zelf dat de buskaartjes gratis en toegankelijk voor iedereen moeten zijn. De SP wil gratis stad- en streekvervoer voor 65-plussers en 12-minners, de tarieven voor de andere leeftijdsgroepen omlaag brengen en het vervoer in handen van de provincie geven. D66 wil dat de prijzen in het openbaar vervoer de helft goedkoper worden.
De PvdA zegt ook dat goed openbaar vervoer een basiszekerheid mot zijn. "Dat is in principiële keuze, ook landelijk", zegt lijsttrekker Edou Hamstra.

Op dit moment verzorgen verschillende bedrijven door heel Nederlands, de zogenoemde concessiehouders, het openbaar vervoer. Hamstra: "Wij vinden dat we op termijn naar openbaar vervoer in handen van de overheid moeten." Tot die tijd zullen we het maximale uit de aanbesteding moeten halen.
Duurzaamheid
GroenLinks vindt het vooral belangrijk dat het openbaar vervoer fossielvrij wordt, ook in de programma's van Partij voor de Dieren en D66 wordt daar een relatief grote nadruk op gelegd. Volgens D66 moeten alle Friese bussen in 2027 duurzaam rijden.
De PVV vindt die inzet op duurzaamheid juist helemaal niet belangrijk: zij vinden het niet goed dat er miljoenen naar "de overbodige verduurzaming van het openbaar vervoer" gaan.