Het had niet veel gescheeld of het Oudemirdumer Klif had niet meer bestaan

Arnoud van de Ridder bij het Oudemirdumer Klif © Omrop Fryslân, Klazina Hofstee
Het had niet veel gescheeld of het Oudemirdumer Klif had niet meer bestaan zoals wij het nu kennen. Een groep wetenschappers probeerde 110 jaar geleden uit te vinden of de mergel uit de grond geëxploiteerd kon worden.
Arnoud van de Ridder, vrijwilliger bij Natuurmonumenten uit Oudemirdum, zocht oude foto's en verslagen op en beschreef een wetenschappelijke expeditie in een boek over het Klif.

Mergelexpeditie

In oktober 1913 ondernam een groep van 34 geologen, archeologen, mijnbouwkundig ingenieurs en andere wetenschappers een expeditie bij Oudemirdum. "Ze deden onderzoek naar de samenstelling van het keileem", vertelt Van de Ridder.
Maar er was wel een achterliggende vraag: "Zit er voldoende mergel in het keileem dat geëxploiteerd kan worden voor de bemesting van de armere zandgronden? In mergel zit kalk en klei, dat zijn natuurlijke materialen die iets goed kunnen laten groeien. Men wist dat er wat zat, maar niet of het voldoende was om af te graven en uit te strooien over de weilanden."

Beroemde wetenschappers

Er was een gerenommeerde ploeg mensen op pad. Zo was Johan Deelken (1885-1948) mee, een bekende mijnbouwkundige die veel over aardolie wist. En Christiaan van Balen (1859-1945) ging als notulist mee, hij was een bekende schrijver van aardrijkskundeboeken. Hij werkte onder andere met Pieter Roelf Bos, die voor de eerst Bosatlassen zorgde.
Er werd uitgebreid verslag gedaan. "Van het klif begaf de excursie zich langs de zo-even genoemde mergelkuil naar Oudemirdum, vanwaar per rijtuig de terugtocht ondernomen werd. Te kwart voor vier in Stavoren aangekomen vieren de trein ons spoedig daarna naar Groningen", staat er in een boekwerkje dat nog bewaard bleef.
Christiaan van Balen van Johan Deelken onderzoeken de grond van het Oudemirdumer Klif © Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân
"Bestudeering van het keileemvraagstuk", daar draaide het om. De mergel in het keileem kon mogelijk worden gebruikt om de arme landbouwgrond van Gaasterland te verrijken.
"De weilanden van Zuidwest-Fryslân blinken niet uit in vruchtbaarheid, het was arme grond in het verleden", zegt Van de Ridder. "Keileem zorgt ervoor dat het water in de bovenste laag blijft zitten, het blijft natte grond. Maar er zit een onvruchtbare zandlaag bovenop.'
Arnoud van de Ridder vertelt over het Oudemirdumer Klif
Keileem is wat vruchtbaarder, maar het is ook hard en het zit te diep in de grond. 'Bovendien is de samenstelling in Gaasterland ook niet geweldig."

Te weinig mergel

Als de mergel geschikt was, zouden daarvoor wel de kliffen afgegraven moeten worden. Daarom gingen de wetenschappers met de prikstok op pad, om de bodemtoestand en geologische afzettingen door de tijd heen te onderzoeken.
Toch kwamen de wetenschappers van een koude kermis thuis. "Het bleek na lang onderzoek niet het geval: er zat te weinig mergel in het keileem en de samenstelling was te arm om het te gebruiken als meststof." Er werd mergel gevonden, maar conclusie was dat exploitatie niet rendabel zou zijn.
De grondlagen van het Oudemirdumer Klif © Omrop Fryslân, Klazina Hofstee
Zo bleef het Oudemirdumer Klif bespaard. Het klif is net als het Mirnser Klif en het Roode Klif ontstaan in de Saale IJstijd, meer dan 130.000 jaar geleden. IJs uit Scandinavië stuwde de grond omhoog. Grint, zand en leem werden in de ijsmassa's vermalen tot keileem.
"De kliffen liggen als een lint aan de zuidkant van Fryslân", legt Van de Ridder uit. "Als een bulldozer schoof het ijs grond en alles wat het tegenkwam vooruit, deze kant op. Dat heeft de glooiing in het landschap achtergelaten. Het is van oorsprong een stuwwallenlandschap."

Erosie door het water

Toen het ijs terugtrok en verdween, nam ook de zeespiegel toe. "Daardoor ontstond een groot binnenmeer. Eerst noemde men dat het Flevomeer, later de Zuiderzee."
Het smeltwater zorgde voor erosie en brokkelde de kust af, de drie kliffen bleven over. "Doordat er hier een harde laag keileem onder zit, kwam het water tegen het keileem aan en brokkelden er steeds stukjes af." Na het afsluiten van de Zuiderzee werd het klif langzamerhand minder steil en kwam er meer begroeiing.
© Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân
In 1927 kopen Natuurmonumenten de eerste zeven hectare grond van een veehouder, in 1930 en 1933 volgden er nog twee aankopen. Het Heerendumer Klif werd daarmee een natuurgebied.

Natuurwaarde

Het heeft als natuur nog altijd een grote waarde voor broedvogels, kleine zoogdieren en dassen, maar ook voor bijzondere planten als de gestreepte klaver, kruisdistel en wasplaten.
Van de Ridder is nog altijd gefascineerd door het verhaal. Ik ben als aardrijkskunde en geschiedenisleraar opgeleid, dus je bent nieuwsgierig naar je eigen leefomgeving en landschap. Gaandeweg ontdek je hoe mooi dit landschap is."
"Soms voel je nog wel eens de tijdsgeest van toen", zegt Van de Ridder. "In gedachten zie ik de mannen van die foto's hier nog rondlopen."
Buro de Vries zoekt het uit! Mooie documentaires, interessante gasten en verrassende gesprekken. Buro de Vries gaat gemoedelijk de diepte in. Met veel aandacht voor natuur, cultuur en geschiedenis. De deuren van het Buro zijn 's zondags geopend van 11.00 tot 13.00 uur op de radio. Zondagavond om 21.00 uur wordt het programma herhaald.