Drie maanden na bootongeluk: "Meeste vermisten krijgen helaas zeemansgraf"

Een vissersboot © Shutterstock.com (Migiel Francissen)
Ruim drie maanden is het inmiddels geleden dat op de Waddenzee de veerboot Tiger en watertaxi Stormloper met elkaar in botsing kwamen. Vier mensen kwamen daarbij om, het lichaam van een van hen wordt nog altijd vermist. Hoe groot is de kans dat hij nog wordt gevonden?
"Het is zoeken naar een speld in een hooiberg", zegt Pascal Jonkers, woordvoerder van SAR Nederland (Search And Rescue). Hoofdcoördinator Houwina Postma van SAR Nederland is al even duidelijk: "Niet geschoten is altijd mis, dus we doen een poging. Maar de kans is ontzettend klein."
In de vroege ochtend van 21 oktober botsten in het Schuitegat, ten zuidwesten van de haven van West-Terschelling, de watertaxi Stormloper en de snelle veerboot Tiger op elkaar. Al snel werden twee lichamen geborgen en vier gewonden aan land gebracht, maar door de sterke stroming, de duisternis en de wilde zee raakten twee andere personen vermist. Het lichaam van een van hen, een 49-jarige man, werd twee weken later gevonden op het strand van Terschelling.

Quads, drones, vissersboten

Alleen het lichaam van de 12-jarige Riemer, wiens vader eveneens is omgekomen bij het bootongeluk, is nog niet gevonden. De voorbije drie maanden is intensief naar hem gezocht. Met quads en zoekteams is de hele kuststrook van Terschelling afgespeurd. Daarnaast zijn er drones ingezet om te zoeken op de Waddenzee en een deel van de Noordzee boven de Waddeneilanden, en vissersboten hebben in konvooi met sleepnetten de wateren rond Terschelling afgezocht.
"Er zijn allerlei aspecten die ervoor zorgen dat de zee onvoorspelbaar is. Die valt niet te temmen", zegt Postma. "Als iemand in een kanaal ligt, heb je te maken met een vaste stroming. Dat maakt het zoeken makkelijker. In zee is dat anders, daar heb je onderstroming, bovenstroming, eb, vloed, scheepsverkeer. Allerlei factoren die invloed hebben, en het zoeken dus bemoeilijken."

Kust van Schotland

Het zoekteam heeft op zee weinig aangrijpingspunten. Een lichaam kan aanspoelen op een van onze eilanden, maar net zo goed mee worden gevoerd naar de kust van Denemarken, zegt Postma. Er zijn voorbeelden van personen die wel gevonden zijn. Bijvoorbeeld dat van Caroline Wubben, afgelopen jaar. Zij werd voor het laatst gezien in het Zuid-Hollandse Monster, en werd aangetroffen langs de kust van Schotland.
Soms blijft een lichaam liggen achter een zandbank
Houwina Postma van SAR Nederland
"Ook kan het zijn dat er een flinke tijd overheen gaat voor het stoffelijk overschot aanspoelt. Soms blijft het namelijk liggen achter een zandbank. Later kan het weer loskomen door langsvarende kotters", zegt Postma. Ze herinnert zich dat er jaren terug een lichaam werd aangetroffen van iemand die al een half jaar spoorloos was. "Maar de meeste vermisten krijgen helaas een zeemansgraf."

Vliegers en waterteam

De apparatuur waarmee men zoekt is in de loop der jaren stukken geavanceerder geworden. Zo is er nu sonarapparatuur, en zijn er drones voor zowel boven als onder water. Naast SAR Nederland, maken ook de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) en de kustwacht daar gebruik van.
Het vergt, mede door de apparatuur, training om aan de slag te kunnen bij SAR Nederland. "We bestaan uit twee gespecialiseerde teams: de vliegers, die met de drones werken, en het waterteam. Deze krijgen zowel theoretische als praktijktraining. Aan de hand daarvan zien we of iemand er klaar voor is."

Sonarsysteem onder knie krijgen

De groep die zich aansluit bij het waterteam leert onder meer om te gaan met marifoon en de sonarapparatuur. "Veel zaken kun je alleen leren door mee te gaan op de boot. Dan leer je bijvoorbeeld het herkennen van een lichaam met het sonarsysteem. Vaak ziet dat er anders uit dan je verwacht. Dat komt omdat het in de foetushouding ligt. Of juist rechtop."
Tijdens de training worden deelnemers geconfronteerd met foto's van waterlijken.
Houwina Postma van SAR Nederland
Ook het mentale aspect bij het personeel weegt zwaar mee. Zo kan het vinden van een lichaam voor een grote schok zorgen. "Daarom worden de deelnemers tijdens de training geconfronteerd met foto's van waterlijken. Je kunt je het niet permitteren om tijdens een zoektocht in paniek te raken. Fysiek en geestelijk moet je hier stevig in je schoenen staan."

Twee dagen voorbereiding

Ook aan het coördineren van een zoekactie gaat flink wat werk vooraf. En dat wordt nog wel eens onderschat, zegt Postma. "De buitenwacht denkt daar soms wat makkelijk over. Maar er komt veel bij kijken. Je kan niet zomaar zeggen, 'we zien elkaar straks daar'. Nee, er wordt uren achter elkaar gebeld. Wat is het zoekgebied? 5 kilometer? 10 kilometer? Je screent daarvoor de hele omgeving", zegt de hoofdcoördinator. "Bij een langdurige vermissing gaat er soms twee dagen voorbereiding aan vooraf."
De manschappen zetten zich belangeloos in. "Ik ben dan ook enorm trots op ons team. Iedereen komt ook als hij of zij kan. Soms zit iemand met werk, maar vaak krijgen we een groot team op de been." Dat geldt ook bij Riemer. "Onze mensen halen alles uit de kast voor de moeder van het jongetje. Als je ook maar iets vindt, voelt dat als een beloning."

Hulp eilandbewoners

Ook van de eilandbewoners raakte Postma onder de indruk. "Ik ben tijdens die zoektocht niemand tegengekomen die zei geen tijd te hebben. Iedereen hielp mee", zegt Postma. "In een tijd waarin mensen lijken te verharden, stemt je dat toch weer positief."