'De Mimmetaal' heeft de smaak te pakken en geeft thema-avonden in het 'Schylingers'

Het begon vorig jaar als een probeersel, maar Terschelling heeft de smaak te pakken. Volgende maand begint een nieuwe reeks van Stichting De Mimmetaal, om het 'Schylingers' nieuw leven in te blazen.
'Preitsje mar Schylingers', oftewel: praat maar Schylingers: een van de drie dialecten op Terschelling. Dat is het doel van Stichting De Mimmetaal.
Op Terschelling wordt vooral Nederlands gesproken, maar de drie dialecten het Aasters, Meslânzers en het Schylingers lijken te verdwijnen. Het dialect wordt niet meer van generatie op generatie doorgegeven. Daar moet volgens een aantal eilandbewoners verandering in komen, in de hoop dat het Schylingers nog te redden is.
Het 'Schylingers' moet weer meer gebruikt worden
Na een oproep op Terschelling TV bleek dat er wel behoefte was aan een cursus. Daarna werd De Mimmetaal opgericht met een werkgroep en een eigen pagina op Facebook.
Eind januari vorig jaar werd een eerste 'Preitsje mar Schylingers'-avond gehouden.
Eind januari vorig jaar werd een eerste 'Preitsje mar Schylingers'-avond gehouden.

Edith de Witt-Roos vertelt dat De Mimmetaal er opnieuw voor gaat. "We hebben twee avonden in februari en twee in maart."
Tientallen eilanders aan het werk
Al 65 mensen hebben zich ervoor aangemeld. "Het gaat hartstikke goed. In groepjes is het prima te doen. We hebben dit jaar ook een behoorlijk aantal mensen dat het al goed spreekt en die aanschuift."
De mensen die het nog van huis uit weten, zijn al wel oud. "De generatie van mijn vader, de 70'ers en 80'ers." Daarom is het ook zo belangrijk dat ook jongere mensen het leren. "Zo proberen we het in leven te brengen en te houden."

De Mimmetaal heeft besloten dit jaar met vier thema's te werken, die verbonden zijn aan het eiland. "Terschellingers vertellen over het thema. Bijvoorbeeld het reddingswezen: daarbij wordt er aandacht besteedt aan wat de KNRM voor het eiland doet." John Potharst mag over de KNRM vertellen, maar doet dit dus in het 'Schylingers.'
En dan volgt er ook schoolwerk: "We maken een woordenlijst van de woorden die in het verhaal terugkomen. We pakken ook een verhaal uit het verleden waar we over praten en voorlezen. Zo oefenen we de taal."
Edith de Witt-Roos en John Potharst