Big Brother, maar dan met Wadvogels: recordaantal soorten op het scherm te volgen

Onderzoeker Allert Bijleveld met de vogelgegevens op zijn schermen © Omrop Fryslân
Onderzoekers hebben achter hun bureau nog nooit zoveel soorten Waddenvogels kunnen volgen als nu. Kleine, lichte zendertjes maakten het mogelijk eerst kanoeten, maar sinds dit jaar ook zes andere, vaak kleine soorten Waddenvogels te volgen.
De wulp en de scholekster zijn de nog relatief grote soorten, maar ook steenlopers, bonte strandlopers, tureluurs en rosse grutto's hebben een zender meegekregen die past bij hun grootte. Nog nooit is de verscheidenheid aan vogels zo groot geweest die door een netwerk aan ontvangers op het Wad te volgen is.

Eerste data binnen

Onderzoeker Allert Bijleveld van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) vindt het spannend wat het kan opleveren.
"We hebben nu voor het eerst ook een aantal soorten kunnen volgen waarvan we niet wisten waar ze precies naartoe gingen en ook of het weer anders zou zijn. Dat dachten we wel, want elke soort steltloper eet andere dingen. Ze hebben ook een andere snavel."

"Territoriaal op het Wad"

Ook al was het een jaar van uitproberen, de eerste data laten al grote verschillen zien. Eén wulp die een zender heeft meegekregen, zorgde voor de grootste verrassing, zegt Bijleveld.
"Die zat op Griend bij hoog water en bij elk afgaand water vloog hij misschien een paar honderd meter en om daar naar eten te zoeken. En daarna ging hij weer terug naar Griend. Die legt dus hele kleine afstanden af en is bijna territoriaal op het Wad. Andere soorten zoals de kanoet gaan veel meer van plek naar plek. Om dat verschil te zien, is heel mooi."
Een recordaantal Waddenvogels is nu achter het bureau vandaan te volgen
Dat deze vogels achter het bureau vandaan te volgen zijn, betekent niet dat er geen veldwerk meer nodig is. Alleen het vangen van de vogels is al een hele klus. En het is precies de combinatie van zenderdata en het veldwerk die de meeste informatie oplevert, geeft Bijleveld aan.
"We nemen ook monsters van de Wadbodem en kijken we welke diertjes daar leven. Welke wormen, hoeveel garnalen en meer. We volgen ook de vogels met zenders en verzamelen poepjes. Dan weten we wat ze hebben gegeten ten opzichte van wat er in de bodem zit."
Een rosse grutto © Jan van der Kam
Uiteindelijk maakt dat duidelijk welke gebieden voor welke soorten belangrijk zijn en waarom. Dat maakt een effectievere bescherming van de vogels mogelijk.

Veldwerk blijft ook nodig

Bijleveld: "Het is een complementaire methode. Het is niet zo dat we dit in plaats van het veldwerk doen. Het is heel belangrijk om de data ook te snappen. Nu zijn het nog stipjes op een scherm: coördinaten van een vogel. Maar dat zegt nog niet zo heel veel. Je moet echt in het veld zijn om te zien wat het betekent. Want wat doen ze daar?"
En gelukkig maar, want dat veldwerk is volgens de onderzoeker: "Heel erg mooi."