Minister Adema volgt Friese aanpak bij opruimen van slachtoffers vogelgriep

Een vuilniszak vol met dode sternen © ANP
De Friese aanpak van het opruimen van dode wilde vogels met vogelgriep krijgt landelijke navolging. Minister Piet Adema - zelf ook een Fries - vindt het belangrijk dat er 'regionale coördinatie' komt, net als in Fryslân.
Natuurmonumenten noemt Fryslân al langer als goed voorbeeld. De organisatie vindt al een poos dat het duidelijker moet worden wie verantwoordelijk is voor het opruimen van dode vogels.
Adema heeft daar woensdag een plan voor gepresenteerd, zodat het opruimen van de dode besmette vogels in bijvoorbeeld weilanden en bij water beter gecoördineerd wordt. Dat is belangrijk, omdat de kadavers het virus nog kunnen overbrengen op andere wilde vogels, andere dieren of zelfs mensen.
In Fryslân heeft de Veiligheidsregio een tijd geleden al de regie in handen genomen. Die coördineert het opruimen van de slachtoffers en verzorgt ook de voorlichting aan het publiek.
"Die regie hoeft niet altijd bij een veiligheidsregio te liggen, ook provincies of gemeentes kunnen de regie oppakken", zegt het ministerie over het nieuwe plan. Zolang het maar duidelijk wordt wie het doet.
Minister Piet Adema © ANP
Verder komt er binnenkort een app en een landelijk telefoonnummer om dode wilde vogels te melden. Wetterskip Fryslân heeft al zo'n app ontwikkeld. Begin 2023 moet die landelijk beschikbaar worden.
Sommige natuur- en dierenhulporganisaties vinden de plannen van minister Adema niet genoeg. Zij wilden bijvoorbeeld dat terreineigenaren verplicht zouden worden om kadavers op hun grond op te ruimen.

Dierenorganisaties pleiten voor meer

DierenLot en Wildopvang.nl noemen de plannen van de minister "een stap in de goede richting", maar ze willen meer. "Het ministerie legt de verantwoordelijkheid neer op basis van vrijwilligheid bij eigenaren van grond waar een dier met vogelgriep terechtkomt, oftewel provincies, gemeenten, natuurorganisaties, waterschappen, boeren en zelfs particulieren die zelf maar met een vuilniszak een besmette vogel naar een inzamelpunt moeten brengen als ze daar zin in hebben."
Daarnaast willen DierenLot en Wildopvang.nl financiële steun van de overheid, want in de praktijk komen burgers vaak bij de twee organisaties uit als ze dode vogels vinden.

'Urgentie is geboden'

Ze vragen ook om meer onderzoek naar de overlevingskansen van vogelgriepslachtoffers in het wild. Wetenschapper Thijs Kuiken zegt bijvoorbeeld dat wilde dieren kunnen herstellen van de vogelgriep als die verzorging krijgt en in isolatie gaat. "Door dit te faciliteren bij bijvoorbeeld wildopvangcentra met strikte quarantaine en hygiënemaatregelen, biedt dit kansen voor immuniteit van wilde vogels die weer kunnen worden vrijgelaten. Hierdoor kunnen populaties zich mogelijk herstellen en versterken."
Wat de twee organisaties betreft moet de vogelgriep als nationale ecologische ramp worden beschouwd, waarbij het Rijk en de veiligheidsregio's met elkaar in actie komen. "Urgentie is geboden om passende maatregelen door te voeren die verder gaan dan deze leidraad."