Bezorgdheid over 'vervoersarmoede' bij 1 op de 12 Friese gezinnen
In Fryslân loopt één op de twaalf gezinnen een hoog risico op 'vervoersarmoede'. Dat blijkt uit een studie die is gedaan op verzoek van de Statenfractie van de ChristenUnie.
Vervoersarmoede houdt in dat je niet mobiel genoeg bent om boodschappen te doen, cultuur te beleven, hoger onderwijs te volgen of sociale contacten te onderhouden. Volgens het onderzoek komt dat het meest voor in de gemeenten Harlingen, Ooststellingwerf, Smallingerland, Heerenveen en Tytsjerksteradiel.
In het onderzoek zijn 300.000 gezinnen meegenomen en 26.000 daarvan hebben mogelijk te maken met vervoersarmoede. "Dat vind ik vrij hoog", zegt Matthijs de Vries, fractievoorzitter van de ChristenUnie.
Het gaat niet alleen om de beschikbaarheid van openbaar vervoer zoals bushalte en treinstation, maar ook om inkomen, of familie in de buurt woont, wat de afstand naar de winkel is en of mensen zelf een vervoersmiddel hebben. "Het gaat om de vraag: kan ik komen waar ik wil komen om mee te doen aan de maatschappij."
Matthijs de Vries van de ChristenUnie
Met de aanbevelingen in het rapport wil de partij verder de diepte in en meer onderzoek doen. "We moeten praten met de mensen, voelen ze dat echt zo en we moeten ook kijken naar de vormen van openbaar vervoer, die moet niet te complex zijn en makkelijk mogelijk blijven."
In december komt het rapport aan de orde in de Staten.
