Rijkswaterstaat: "Ook in het Schuitengat mag je maximaal 20 kilometer per uur"

Snelboot Tiger © Omrop Fryslân, Ronald van der Pol
Op het Wad mag niet sneller worden gevaren dan 20 kilometer per uur. Dat bevestigt Rijkswaterstaat. Er zijn wel uitzonderingen, zoals voor de officiële vaarroute van de veerboot van Harlingen naar Vlieland en Terschelling, maar voor het Schuitengat geldt een maximum snelheid van 20 kilometer per uur.
Volgens gegevens van Marine Traffic, een platform dat de positie van schepen volgt, hebben zowel de veerboot als de watertaxi te hard gevaren. De veerboot zou 54 kilometer per uur en de watertaxi 30 kilometer per uur hebben gevaren.
De politie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid doen onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk. "Dat onderzoek brengt hopelijk meer duidelijkheid hoe dit kon. Het is niet aan mij of Rijkswaterstaat om daarop vooruit te lopen", zegt Anne van der Meer van Rijkswaterstaat.

Varen in het donker

Het gebruikmaken van het Schuitengat door veerboten kwam deze dinsdag al aan de orde. De gemeente Terschelling en Rederij Doeksen willen dat Rijkswaterstaat zorgt voor verlichte boeien in het Schuitengat. Omdat het Schuitengat geen hoofdvaarroute is, bestaat de betonning daar uit kleinere tonnen zonder verlichting.
Volgens Van der Meer moet goed onderzocht worden wat de juridische haalbaarheid hiervan is. De verlichting zou betekenen dat schepen ook in het donker door het vaarwater tussen Terschelling en Vlieland kunnen. "De schepen kunnen er nu niet langs als het donker is", zegt wethouder Jeltje Hoekstra. Rederij Doeksen-directeur Dirk Spoor legt uit: "In het donker is die route niet verlicht. We willen er eigenlijk in het donker ook wel doorheen."
Om 7 uur vrijdagochtend, toen het ongeluk gebeurde, was het nog donker. Waarom Rederij Doeksen wel in het donker in het Schuitengat heeft gevaren, is op dit moment niet duidelijk. "Dat is een correcte constatering, denk ik, maar het is aan de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om dat ook mee te nemen in het onderzoek naar de aanvaring", zegt Van der Meer.