Zes maanden celstraf voor bommelding Leeuwarder provinciehuis

Hij deed op 13 juli een valse bommelding bij het provinciehuis in Leeuwarden. Op dat moment was er een bijeenkomst van de Staten en werd er voor de deur geprotesteerd tegen onder andere het stikstofbeleid.

De Leeuwarder moest zich in de rechtbank verantwoorden voor het bedreigen van medewerkers van het provinciehuis en omstanders daar op straat. De politierechter neemt het hem kwalijk dat hij met de melding heeft geprobeerd het democratische proces te beïnvloeden.

De Leeuwarder had de politie gebeld met de tekst: "Er is iemand van plan om naar het provinciehuis te gaan met een mestbom, met een mestbom een zelfgemaakte bom. Er schijnt getest te zijn en ik wil niet als er iets mis gaat dat ik met een schuldgevoel blijf rondlopen." In de melding had hij een omschrijving van zichzelf gegeven.

De rechter vroeg de verdachte waarom hij zich niet zelf had aangegeven. Dat durfde de verdachte niet. "Ik zag hoeveel heisa het heeft gemaakt. Ik had ook niet door dat er zoveel mensen waren. Ik was mij daar niet bewust van en was bang mij te melden."

Hij deed de melding om een adrenalinekick te krijgen. Hij heeft ADHD, is impulsief en zoekt soms spanning. De man was op het idee gekomen door een film op YouTube. Daarin had iemand een melding laten doen van een gijzeling. Dat liep verkeerd af. De verdachte wilde zover niet gaan. Hij was al uit op de spanning van een achtervolging van de politie.

De Leeuwarder had genoeg van de boerenprotesten op de Tweebaksmarkt. De verdachte vindt dat de boeren zich moeten neerleggen bij het besluit. Bovendien baalde hij dat hij moest omfietsen omdat de straat voor het provinciehuis daardoor steeds was afgesloten. Achteraf had hij spijt van zijn daad.

De Leeuwarder heeft een lang strafblad, van acht bladzijden. Dat is veel te lang, stelde de voorzitter van de rechtbank. Wat wil hij bereiken met zijn leven? Verdachte: "Het gaat niet zo goed nu." Hij krijgt al hulp, van de GGZ en hij staat ook onder curatele. Er wordt ook gekeken of hij medicijnen kan krijgen tegen de drang om een adrenalinekick te krijgen. De verdachte begon net zijn leven op de rit te krijgen. Hij had werk en volgde rijlessen. Dat is hij nu allemaal kwijt.

Omdat het werk altijd aan het eind van de middag begon, verveelde hij zich overdag. Mede vanwege het feit dat hij weinig verdiende, maakte hij zich schuldig aan stelen.

De rechter neemt uitgebreid de tijd. Hij stelt de verdachte veel vragen en confronteert hem met zijn gedrag. Toch vraagt hij zich al af in hoeverre de verdachte bereid is om iets te veranderen, om echt hulp te zoeken. Volgens de officier van justitie is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging De verdachte heeft dat zelf ook toegegeven.

Volgens de officier had de verdachte kunnen weten dat de melding zo'n grote impact had. En dat hij daarmee ook een demonstratie verstoorde met mensen die weggestuurd werden, zorgde ook voor onveilige situaties. "Er past bij zo'n melding een stevige gevangenisstraf", zei de officier.

De eis is zes maanden celstraf, minus het voorarrest. Omdat er gevaar voor herhaling is, wil justitie dat de verdachte vast blijft zitten. De verdachte was net geschorst door de rechter-commissaris voor een andere zaak. Daar moet hij in februari voor voorkomen.

De advocaat van de verdachte zegt dat het verhaal van de impulsiviteit klopt. Hij kent de verdachte al van de eerste regels van zijn acht pagina's tellende strafdossier.

De advocaat wil dat de hulpverlening zo snel mogelijk op gang komt. Hij vindt dan ook dat er nader onderzoek moet komen naar de verdachte. Daar zou kunnen uitkomen dat de Leeuwarder verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn. Hij vindt de eis van zes maanden te hoog. Ook met het oog op de problemen waar de verdachte mee worstelt.

Volgens hem zou de rechter pas een goed besluit kunnen nemen als hij weet wat de geestestoestand van de verdachte precies is. De advocaat wil dat de zaak één of twee maanden wordt aangehouden onder strenge voorwaarden. Zodat in de tussentijd wordt gesproken met de verdachte en goed onderzoek kan worden gedaan. Dan pas zou de Leeuwarder goed geholpen kunnen worden. De advocaat zegt dat als er celstraf wordt geëist, dan maximaal drie maanden.

De officier van justitie wil niet overgaan tot het aanhouden van de zaak. Het gaat om snelrecht. Dat is niet voor niets want de impact was groot. Hij wil dat die zaak nu wordt afgedaan.

De verdachte komt als laatste aan het woord. Hij wil nu onderzocht worden. Onderzoek later heeft geen zin, want die straf heeft hij dan al uitgezeten. Hij maakt excuses aan de mensen in het provinciehuis. Dat vindt hij wel passend.

De rechter wil de zaak niet aanhouden. Het voorval heeft veel impact gehad op de gemeenschap, net in een tijd waar alles op scherp zat. De angst in het provinciehuis was dan ook reëel. De rechter hoopt al dat de verdachte mee wil werken aan onderzoek en hulptrajecten. De verdachte blijft vastzitten omdat de kans op herhaling te groot is.

De rechter zegt dat het om een bedreiging gaat, en dat dat een heel ernstig feit is. Daarmee kom je aan de wortels van de gemeenschap en moet je zeker dit soort meldingen niet hebben. Hij vindt het jammer dat de verdachte zich niet zelf heeft gemeld. Pas op 3 augustus kon hij worden opgepakt na diepgaand onderzoek. Vanwege dat ernstige feit is de passende straf: zes maanden cel, slecht het voorarrest.

De verdachte gaat in hoger beroep.