Huisartsen willen stoppen: "Het piept en het kraakt in de huisartsenzorg"

Zeker de helft van de huisartsen weet niet of ze nog wel wil doorgaan met het werk. De werkdruk is te hoog en er wordt niets aan gedaan.
Verband om de enkel © Shutterstock.com
Dat is de conclusie van een onderzoek van het journalistieke collectief Spit. Het dagblad Trouw en het weekblad De Groene Amsterdammer publiceerden woensdag over het onderzoek met de opmerkelijke uitkomsten. Aan het onderzoek deden 600 huisartsen mee.
De ondervraagde huisartsen vinden hun werk druk. De balans tussen werk en privé is verstoord. De nacht- een weekenddiensten eisen hun tol en er is een tekort aan ondersteunend personeel.
Maar bijna een op de vijf denkt dat ze over 15 jaar nog steeds huisarts zijn. De helft twijfelt erover of ze eigenlijk nog wel verder willen. Twaalf procent gaat zeker niet door, want die groep huisartsen heeft het pensioen al in zicht.
Karin Groeneveld © Omrop Fryslân, Auke Zeldenrust
Voorzitter Karin Groeneveld van de Friese huisartsenvereniging herkent zich in de uitkomsten van het onderzoek. "Het piept en het kraakt in de huisartsenzorg."
Daar zijn meerdere redenen voor. De zorg wordt complexer, omdat mensen ouder worden en langer thuis blijven wonen. Verder zijn er wachtlijsten in de ziekenhuizen, in de jeugdzorg en bij de GGD. Zolang de patiënt daar nog niet onder behandeling is, is de huisarts verantwoordelijk.
Dan is de drukte in de avonden, nachten en weekenden veel groter geworden. Sommige huisartsen zitten met een huisvestingsprobleem of met een opvolgingsprobleem en huisartsen zijn veel tijd kwijt met het invullen van formulieren. "Terwijl je liever wilt dokteren", zegt Groeneveld.
Zelf hoopt ze over vijftien jaar nog wel huisarts te zijn. Maar er moet zeker iets gebeuren om de artsen meer lucht en ruimte te geven.
De problemen zijn al langer bekend. Groeneveld hoopt dat de uitkomsten van dit nieuwste onderzoek het kwartje nu eindelijk de goede kant op laat vallen. Dat er goede afspraken komen met de zorgverzekeraars en dat de landelijke politiek ook oog voor de problemen krijgt.