Groot onderzoek in Waddenzee naar vis en visetende vogels

De volledige Waddenzee wordt in twee weken tijd in mei en oktober onderzocht op het voorkomen van 'pelagische' vissen; dat zijn vissen die niet op de Waddenbodem leven, maar in de ruimte daarboven.
Een visdiefje boven het Noorderleeg © Remco de Vries
De onderzoekers zijn verbonden aan het zogeheten Swimway-project en willen tegelijkertijd met het visonderzoek ook inventariseren waar visetende vogels zitten.
Dat er bij dit onderzoek vooral wordt gekeken naar vissen die wat hoger boven de bodem leven, zoals spiering of haring, is niet zo vreemd; die vissen zijn makkelijker te vangen door vogels zoals sternen of zeevogels die daar ook van afhankelijk zijn.

Zoeken met akoestisch gereedschap

Ingrid Tulp (Wageningen Marine Research) is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke begeleiding van het Swimway-project en legt uit hoe onderzoek wordt gedaan: "We gaan vanuit alle zeegaten zigzaggend zo diep als we kunnen komen de geulen in."
Dat wordt gedaan met een schip dat akoestisch gereedschap aan boord heeft. Tulp: "Dat is apparatuur die geluidsgolven uitzendt. Die stralen naar beneden toe en de vis reflecteert dat geluid. Dan krijg je een signaal binnen en op die manier kun je zien waar de scholen vis zich bevinden."
Spiering, stekelbaarsjes en glasaal buiten het gemaal van Roptazijl gevangen in de Waddenzee © Omrop Fryslân
Twee weken lang wordt zo in kaart gebracht waar die voor de vogels belangrijke vissen zijn. In dezelfde periode worden dan ook die vogels geïnventariseerd. Het geld daarvoor is nog niet geregeld, maar Tulp heeft goede hoop dat dat wel goed komt.
En dan wordt het tijd om beide zaken naast elkaar te leggen; de plekken waar de visetende vogels zitten en de plekken waar die vissen zitten. Dan kun je zien of die vogels wel op de goede plek zitten om aan eten te komen. Normaal gesproken regelt dat zichzelf wel in de natuur en er zijn bijvoorbeeld ook wel grote sternen voorzien van een zendertje om te zien waar ze hun voer precies weghalen.

Behoefte aan geschikte broedplaatsen

Het aantal geschikte broedplaatsen in de Waddenzee is eigenlijk niet heel groot. Dat komt mede door de invloed van de mens die er bijvoorbeeld voor heeft gezorgd dat in plaats van natuurlijke oevers nu zeedijken zijn of bezet door badgasten.
Of dat anders goede broedplaatsen verruigen door teveel stikstof. Mede daardoor zien we nu bijvoorbeeld noordse sternen op daken broeden en dat ook door natuurbeschermers broedplaatsen worden aangelegd om iets te doen aan die grote behoefte aan een goede broedbiotoop. Dat moet dan wel op plekken waar de vogels niet te ver hoeven te vliegen om aan eten te komen. En daarbij kan dit onderzoek helpen.
Ingrid Tulp van Wageningen Marine Research
In het Swimway-project werken veel onderzoekspartijen samen om meer duidelijkheid te krijgen over de betekenis van het Wad voor vissen. Dan gaat het over de Rijksuniversiteit Groningen, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Wageningen Marine Research (WMR . Ook overheden zoals waterschappen en Rijkswaterstaat doen mee, met ook een belangrijke functie voor de Waddenvereniging.