Fries fietst de Tour van 1903: "Een makkelijke etappe is 280 kilometer"
Geen Tadej Pogacar, Richard Carapaz of Wilco Kelderman, maar Horvat, Stuntman, Kopman, wegkapitein, meneer Sjon, Astra 1 en Astra 2. Dit zijn de bijnamen van een groep mannen die deze weken de alleroudste Tour de France fietsen, die van 1903. En dat is niet voor het plezier. In de groep fietst ook Arjen Dijkstra uit Fryslân mee.
Dat is een ambitieus avontuur, Arjen. Hoe ver zijn jullie?
"We zijn in twee dagen van Parijs naar Marseille gefietst, daar zijn we nu. Alle etappes zijn zo'n 400 tot 500 kilometer. Er zit een makkelijke bij, die is 280 kilometer, haha. Gelukkig zijn het maar zes etappes. We proberen dat in twee weken te doen: een dag fietsen en dan een dag rust. En in het weekend nemen we ook vrij. Dus 1.200 kilometer in een week, 2.400 in totaal."
Is het te doen?
"Dat weet ik niet zo goed. We hebben nu twee etappes gehad en ik ben aardig kapot. Dat hebben de anderen ook. We hebben overal wat pijntjes: dit doet pijn, dat gaat mis. En ik zag dat het weer in Limburg raar doet, maar hier ook. Ik heb nog nooit zoveel regen gezien."
Vertel.
"We hebben maandag bijvoorbeeld 400 kilometer gefietst van Parijs naar Lyon, waarvan 300 kilometer in de spoelende regen. Het was alleen maar water. Vreselijk."
Hoe houd je dat vol?
"Er rijdt een busje met ons mee, die gaat van plaats naar plaats. Dan hebben we onderweg wat te eten en kunnen we drogen kleren aan doen. Maar de jongens zeiden maandag: we kunnen niet verder. Het was al 22.00 uur en we zouden om 2.00 uur 's nachts in Lyon aankomen. Ik dacht: we moeten door. Maar het was te gevaarlijk."
Wel logisch dat het zwaar is natuurlijk. Aan de Tour van 1903 begonnen ook zestig fietsers en maar twintig haalden de finish. En dan hadden ze ook nog meer rustdagen.
"Ja, zij deden er echt drie weken over. Maar je moet ook bedenken dat onze fietsen een stuk beter zijn. Zij hadden fietsen van ijzer, die waren meer dan twintig kilo. En de wielen waren van hout. Bovendien waren er geen eens verharde wegen, asfalt bestond niet. Dat was echt een andere wereld."
Helemaal verschillend dus.
"Er is wel een overeenkomst: het is avontuur na avontuur. Je bent gewoon de hele dag onderweg. Eigenlijk ben je alleen maar bezig met de gedachte 'ik moet verder komen', maar je komt de hele tijd van alles tegen. Dat is het leuke van zo'n tocht."
Hoe zijn jullie op het idee gekomen?
"We zijn een groep fietsvrienden. En eigenlijk doen we al jaren wat, behalve vorig jaar. Eén van ons is laatst 50 jaar geworden en hij zei: 'Ik zit nu in de midlifecrisis, ik moet wat. Ik wil een Tour de France fietsen!' Dus toen dachten we, dan doen we de eerste."
Vandaag hebben jullie dus een rustdag. Wat doe je dan?
"Eten, eten, eten. Dat is het belangrijkste. Als je even trek hebt, dan moet er gelijk wat in. En eigenlijk heb je de hele dag wel trek. Verder de fiets een beetje schoonmaken en kleren wassen. Morgenochtend gaat de wekker weer om 4.00 uur.
Slaap je wel wat?
"Dat gaat wel. Ik ben wel wat onrustig, maar het gaat steeds beter. Het lijf verandert mee, je went er wel wat aan."
Wat staat er morgen op het programma?
"Daar heb ik nu al zin in: we fietsen naar Toulouse. Dat is een stuk van 430 kilometer en er is windkracht zes voorspeld. En wij hebben alleen maar tegenwind..."