Friese boeren kunnen nog altijd maar lastig een opvolger vinden

Friese boeren hebben nog steeds grote moeite om een opvolger te vinden voor hun bedrijf. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Over heel Nederland heeft meer dan de helft van de boeren van 55 jaar of ouder geen opvolger, mochten ze met pensioen willen. De Friese melkveebedrijven doen het relatief goed, daar heeft 64 procent een opvolger. Bij de bouwboeren is dat maar 40 procent.
© Omrop Fryslân, Aise van Beets
Volgens het CBS waren er in 2020 zo'n 52.000 boerenbedrijven in Nederland. Bij 27.000 daarvan was de boer ouder dan 55 jaar. Bijna zes op de tien boeren van 55 jaar of ouder hebben niemand klaarstaan die de leiding kan overnemen in hun bedrijf. Dit speelt met name bij de kleinere landbouwbedrijven.
Bij grote landbouwbedrijven staat de opvolger vaak wel klaar als het bedrijfshoofd tegen de pensioenleeftijd is, in 70 procent van de gevallen. Bij middelgrote bedrijven is dat 50 procent en bij kleine en hele kleine bedrijven is het nog minder.

Meeste animo voor melkveebedrijven

Melkveebedrijven hebben relatief het vaakst al een opvolger klaarstaan, gevolgd door geitenhouderijen. De animo om het roer in een schapenbedrijf over te nemen is gering.
Volgens het CBS hebben landbouwbedrijven in het Noorden vaker een opvolger paraat dan bedrijven in de zuidelijke provincies. Het laagste aantal bedrijfsopvolgers is er dan ook in Limburg. Daar heeft slechts 34 procent van de 55+-boeren een opvolger klaarstaan.
De cijfers komen overeen met vier jaar geleden, de laatste keer dat het CBS onderzoek deed naar de opvolging bij boerenbedrijven.