Eigenaar boerderij Wânswert mag wachten met afvoer drugsafval mestkelder

De eigenaar van een leegstaande boerderij aan de Wirdsterterp in Wânswert hoeft niet meteen tegen hoge kosten met drugsafval vervuilde mest uit de mestkelders naar een erkende afvalverwerker af te voeren. Dat bepaalde de Raad van State deze week na een spoeduitspraak. Wel moet de eigenaar de mest voorlopig in de kelders laten zitten en met de gemeente Noardeast-Fryslân overleggen over een definitieve oplossing voor het probleem.
© Plysje
Het drugsafval is afkomstig van een drugslab dat een nieuwe huurder van de boerderij begin dit jaar had opgezet. De politie rolde het drugslab na twee maanden alweer op, maar er zou toch nog flink wat drugsafval in de mestkelders zijn gedumpt. Daarvoor stelt de gemeente de eigenaar, die niets van het drugslab wist, verantwoordelijk.

Financiële strop voor eigenaar

Dat de eigenaar mogelijk failliet gaat als hij de vervuilde mest voor minimaal 300.000 euro naar een erkende afvalverwerker moet afvoeren, vindt de Raad van State geen reden om de dwangsom van 450.000 euro in te trekken. Eerder legde de gemeente die dwangsom op om te voorkomen dat de eigenaar de mest zou uitrijden. Dat gemeente eiste dat de boerderijeigenaar uit Hindeloopen de vervuilde mest zo snel mogelijk uit zijn drie mestkelders haalt.

Natuurlijke afbraak

Volgens de advocaat van de eigenaar zit er inmiddels door natuurlijke afbraak van drugsafval geen of nauwelijks amfetamine meer in de mest. Die breekt volgens haar na verloop van tijd af in onschuldige reststoffen. Uit eigen onderzoek blijkt volgens de advocaat dat de 2.500 ton mest na een halfjaar probleemloos in een mestvergister kan worden verwerkt. Dat zou veel goedkoper zijn.
De dwangsom blijft echter boven het hoofd van de eigenaar zweven, zolang er geen definitieve oplossing is voor de met amfetamines vervuilde drugs. Als de gemeente de eigenaar genoeg tijd geeft en als hij met onderzoek kan aantonen dat er geen drugsafval meer in de mest zit, kan hij het ook naar een mestvergister afvoeren. Daar moet de gemeente echter wel aan willen meewerken.
© Plysje
Volgens de gemeente Noardeast-Fryslân zitten er wel degelijk drugsresten en -afval in de mest. De gemeente wil voornamelijk voorkomen dat de mest over het land wordt uitgereden en dan via dieren of planten in de voedselketen terechtkomt.
De rechter wilde weten of de mest tot en met de behandeling van de bodemzaak volgend jaar zo lang in de kelders kan blijven. Dan wil de Raad van State uitzoeken of er nog daadwerkelijk drugsresten in de mest zitten en of de mest definitief naar een afvalverwerker moet of naar een mestvergister kan. Volgens de gemeente kan dat omdat de kelder zijn afgezet en verzegeld.

Tweede procedure

De eigenaar wil het perceel en de leegstaande veehouderij zo snel mogelijk verkopen. Maar dat kan pas als het drugsmestprobleem is opgelost.
In Den Haag loopt er nog een aparte procedure tussen de eigenaar en Wetterskip Fryslân omdat een deel van de vervuilde mest in een nabijgelegen sloot zou zijn gelekt. Daar moet de eigenaar ook nog aanvullende maatregelen tegen nemen.