Tsead Bruinja schrijft dichtbundel over leven in tbs-kliniek: 'Documentairepoëzie'

"We moeten hen ook als mensen zien, niet alleen maar als criminelen." Dat is wat Tsead Bruinja zegt over zijn dichtbundel 'Springtij', die hij heeft geschreven naar aanleiding van de verhalen van mensen in een tbs-kliniek. De Leeuwarder Dichter des Vaderlands heeft voor het schrijven van zijn dichtbundel meegelopen in de longstay van de Pompekliniek.
Tsead Bruinja, Dichter des Vaderlands © Omrop Fryslân
Het idee van de bundel kwam van de Pompekliniek zelf. "Zij kenden het project van de vorige Dichter des Vaderlands, Ester Naomi Perquin, die een tijdje met de politie mee heeft gelopen. De Pompekliniek heeft mij toen gevraagd om een wat menselijker gezicht te geven aan de tbs." Op dat aanbod heeft Bruinja meteen 'ja' gezegd. "Ik ben niet zo'n goede nee-zegger", zegt hij lachend. "Maar ik heb er geen tel spijt van gehad. Ik vond het heel interessant, en het was heel mooi om die mensen te ontmoeten."

Poëtische taal

We zien vaak alleen de negatieve kant van mensen die in een tbs-kliniek zitten, maar volgens Bruinja is dat niet representatief voor de inwoners. "Dat ontsnappen, dan noemen ze dan 'het onttrekken aan het verlof', dat is eigenlijk alweer hele poëtische taal. Van al die verloffen, op de duizend gaat er misschien één mis. Maar de anderen gaan allemaal goed."

Documentairepoëzie

Het was niet de bedoeling dat de dichter hele periodes in de kliniek was. "Ik ging er een dag of een ochtend heen, en dan prate ik een paar uren met iemand. Ik schreef alles op wat ze zeiden, want ik mocht geen opname-apparaat meenemen. En dat schreef ik dan thuis uit."
Hij heeft geprobeerd zoveel mogelijk in hun eigen taal te schrijven, en noemt de stijl van de bundel dan ook documentairepoëzie. "Ze vertelden heel open, maar we hadden ook de afspraak dat het niet over het delict mocht gaan. Het ging mij om het leven daar, of bijvoorbeeld over hun jeugd. Ze hebben bijna allemaal een slechte jeugd gehad."
De Pompekliniek in Nijmegen © ANP
Door het schrijven van zijn dichtbundel, heeft Bruinja wel een ander beeld overgehouden aan de tbs'ers. "Je moet die mensen als mensen zien", zegt hij. "Ieder heeft zicht op een toekomst nodig, een perspectief, mogelijkheden, en zij ook. We moeten hen ook als mensen zien, niet als alleen maar criminelen."
Dat is misschien makkelijker gezegd dan gedaan, want er is natuurlijk een reden dat ze in de tbs-kliniek zitten. Dat ontkent de Dichter des Vaderlands ook niet. "Natuurlijk hebben die mensen verschrikkelijke dingen gedaan, daar wil ik niets over af doen. Maar het blijven wel mensen, waar wij goed voor moeten zorgen. En ze doen ook veel goede dingen, ook voor elkaar. Ze moeten zoveel mogelijk een compleet leven hebben. Eén van hun begeleiders zei ook 'het is belangrijk dat ze de aardappelen uit de grond zien komen, en niet alleen maar tegen een muur aan kunnen kijken'."

Springtij in de kop

De titel van de dichtbundel, 'Springtij", komt uit het verhaal van een van de tbs'ers. "Hij vertelde mij dat hij, wanneer hij verlof heeft, het liefst naar de zee toe gaat. Dan loopt hij over het strand om de kop leeg te krijgen. 'Zo nu en dan kan ik heel kwaad worden, en dan is het net als springtij in de kop', zei hij", vertelt Bruinja.
Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja over zijn dichtbundel 'Springtij'