Bruine vloot wacht nog altijd op beloofde coronasteun
De bruine vloot wacht nog altijd op de financiële steun die de regering heeft toegezegd in verband met de coronacrisis. De overheid trok 15 miljoen euro uit voor 'varend erfgoed', maar gaf daarbij niet een precieze omschrijving van wat daar precies mee wordt bedoeld en wie er recht heeft op de steun. Beroepsverenigingen gingen daarvoor om tafel met de betreffende ministeries.
Brune float wachtet noch altyd op taseine coronastipe
De overheid stelde het geld beschikbaar vanwege de historische waarde van de bruine vloot. Tot nu toe heeft nog niet een schipper geld op zijn bankrekening bijgeschreven gekregen. Volgens Paul van Ommen, directeur van Belangenvereniging Beroeps Zeilschippers (BBZ), ligt dat eraan dat nog niet duidelijk is welke schepen onder de regeling vallen.
Die criteria moeten eerst duidelijk worden. "Onze vereniging heeft de criteria op een rijtje gezet en het ligt nu bij het ministerie. Daar moet alles juridisch en technisch worden bekeken en geregeld", zegt Van Ommen.
Brief
In april stuurde BBZ de eerste brief aan het ministerie waarin ze vroeg om steun. "Toen zagen we al dat het verkeerd ging en dat het geld met grote snelheid uit de sector stroomde."
Volgens Van Ommen verschilt de financiële situatie sterk per schipper. "Ik weet van sommigen dat ze echt aan een zijden draad hangen en het erg moeilijk hebben. Zij schrapen de boel bij elkaar om de maanden door te komen. Anderen staan er weer ietsjes beter voor."
Het ministerie heeft aangegeven zo'n acht tot twaalf weken nodig te hebben voor het vaststellen van de criteria. Waarschijnlijk kunnen de aanvragen dan in januari de deur uit. "Wij proberen duidelijk te maken dat er sprake is van urgentie, maar ik kan me voorstellen dat het een kwestie van zorgvuldigheid is."
Paul van Ommen
