Simmeriensumens ûnder âlderein: somtiden acht dagen lang gjin praat mei oaren

De simmer is foar guon minsken in perioade fan fakânsje en wille, mar net foar it grutste part fan de âlderein, blykt út ûndersyk fan senioare-organisaasje KBO-PCOB. Aldere minsken yn de simmerperioade binne nammentlik folle iensumer as yn oare seizoenen. "Er zitten ouderen bij die zeggen: 'gemiddeld spreek ik acht dagen lang niemand'", seit Manon Vanderkaa fan KBO-PCOB.
© ANP
Vanderkaa: "De zomer is vaak een extra lastige periode voor ouderen die zich eenzaam voelen. Dat is sowieso een grote groep, maar zo'n 75.000 ouderen geven aan dat ze zich in de zomer nog een extra eenzaam voelen. Dat is 1 op de 6 ouderen."
Yn de simmer is it probleem dus grutter. Dat hat mei de 'simmerstilte' te krijen: "Het dorp of de wijk is uitgestorven, familie is op vakantie, de mantelzorgers zijn op vakantie. Dan moet je toch al die weken toch door zien te komen."

Elkenien moat wat dwaan

En it is net ienfâldich om der wat oan te dwaan, seit Vanderkaa. Elkenien moat der wat oan dwaan. "Ouderen zelf kunnen deelnemen aan activiteiten die wel doorgaan. Als KBO-PCOB hebben we 800 plaatselijke afdelingen. En heel veel daarvan organiseren júist activiteiten in de zomer: fietstochten, wandeltochten, ontmoetingsmiddagen of een hele zomeracademie."
It moat lykwols net allinnich fan de âlderein komme: "Ook anderen kunnen van betekenis zijn. Als je je realiseert dat ouderen juist in deze periode zo eenzaam zijn, kun je daaraan denken en juist even langsgaan bij iemand. Dus juist in deze periode aandacht besteden aan ouderen van wie je weet dat ze een klein netwerk hebben en in die periode heel erg zitten te wachten op bezoek."

Probleem nimt ta

It probleem is grutter as earder. "Wat speelt is dat we bijna geen verzorgingshuizen meer hebben", seit Vanderkaa, "Veel ouderen wonen op hoge leeftijd thuis, ook als ze niet meer zo mobiel zijn om er zelf op uit te trekken. In een verzorgingshuis had je toch wat aanspraak, dus mensen zijn wat dat betreft veel meer aan zichzelf overgeleverd. Het probleem is dus wel toegenomen de afgelopen jaren."
Vanderkaa docht dêrom in oprop: "Als iedereen nou een stapje doet, dan komen we wel dichter bij een oplossing. Het vraagt ook niet zo heel veel van mensen. Doe eens de boodschappen voor een buurvrouw of iemand anders in de buurt, breng een ijsje langs, dat zijn kleine gebaren die toch kunnen helpen en een dag een heel ander gezicht kunnen geven."