Cycloon in Mozambique treft Fries waterproject

De cycloon die vorige week Mozambique heeft getroffen, heeft ook voor schade gezorgd aan het grote Friese waterproject, dat daar een paar jaar geleden is opgezet. Hoe groot de schade is, is nog niet bekend. Dit omdat de verbindingen met het rampengebied slecht zijn.
© Omrop Fryslân
Met het project "Schoon Water voor Mozambique" zijn sinds 2010 bij ruim honderd scholen wc's voor zo'n 200.000 kinderen aangelegd. Ook zijn gemeenten en andere organisaties opgeleid, zodat ze meer kennis over schoon water hebben. Het project is door Friese gemeenten, it Wetterskip Fryslân en waterbedrijf Vitens opgezet.
In de door de cycloon getroffen stad Beira lag de zwaartepunt van het project. "De eerste dagen konden wij niemand bereiken. Er zijn nog altijd mensen in het gebied, die voor ons project hebben gewerkt. Het grootste deel daarvan is uit Mozambique afkomstig", vertelt voormalig projectleider Jos Schouwenaars.

Inventarisatie

Er wordt nu een inventarisatie gemaakt van de schade en wat er precies nodig is. "Er is een onvoorstelbaar harde wind geweest en bakken regen. Het is een gebied van Mozambique dat heel laag ligt en daardoor heel kwetsbaar is. Veel dorpen zijn ondergelopen."
De steden liggen hoger. Daarom kunnen mensen die onderdeel zijn van het project nu wel kijken hoe de scholen erbij staan. Die zijn voor het grootste deel gemaakt van golfplaten en daarom dus weggeveegd. Ook beerputten en kelders zitten vol regenwater. "Ik heb vanmiddag gehoord dat de meeste scholen niet open zijn voor kinderen. Ze worden gebruikt voor families die hun huis kwijt zijn. Het is de bedoeling dat er noodvoorzieningen worden geïnstalleerd."
Jos Schouwenaar
Het plan is dat de scholen over ongeveer twee weken weer open gaan. De grootste behoefte in het rampgebied is water, eten en een dak boven het hoofd. "Ik heb vandaag gehoord dat ook de gemeente graag wil dat we inventariseren. Ik heb zelfs al een eerste begroting gezien voor herstelwerkzaamheden op ongeveer dertig scholen."
"Ons bestuur heeft gezegd dat we als organisatie willen proberen om met andere organisaties in contact te komen en te kijken of we met elkaar nog iets voor die herstelwerkzaamheden kunnen betekenen."