Fryske keunstrydklups hoopje op 'olympysk Lindsay-effekt'

Foar it earst sûnt 1976 docht Nederlân wer mei oan it keunstriden op redens by de Olympyske Spelen. De 16-jierrige Lindsay van Zundert pleatste har foar de Spelen. Dat soe wolris in 'boost' betsjutte kinne foar it keunstriden yn Nederlân. Yn Fryslân binne der mar twa ferieningen mei opteld noch gjin 100 leden. "Vooral in het noorden is het kunstschaatsen toch een ondergeschoven kindje," seit Annet Middeldorp fan Kunstschaatsclub Thialf. Sy hopet op in 'Lindsay-effekt.'
Lindsay Van Zundert © ANP
Middeldorp fynt de pleatsing fan Van Zundert fantastysk. "Aandacht voor kunstschaatsen ontbreekt wel eens in Nederland. Als er over schaatsen wordt gesproken gaat het meestal over de langebaan of het shorttrack. In Thialf is er ook veel aandacht voor het ijshockey. Door de plaatsing van Lindsay voor de Olympische Spelen is er meer aandacht voor onze sport."

"Fokus op de wille"

By Kunstschaatsclub Thialf is it tal leden no noch beheind. "Wij hebben 45 leden bij onze club, daar mag zeker wel wat bij. Maar dan hebben we ook weer meer ijs nodig, dat is ook weer een probleem. Het is een dure sport, ook omdat het aantal leden beperkt is. Dan moet je met weinig leden een uurtje ijs boeken: de kosten komen automatisch wat hoger te liggen. Dat is jammer."
Neffens Middeldorp kinne je it bêste jong begjinne mei it keunstriden. "Hier in Nederland gaat men vaak eerst voor de zwemdiploma, daardoor zijn de meeste kinderen al een jaar of zes-zeven als ze starten. De focus ligt bij ons op plezier in het kunstschaatsen, niet om olympische kandidaten te kweken. Of het nu recreatief is of op wedstrijdniveau, iedereen moet plezier hebben in de sport."
Annet Middeldorp fan Kunstschaatsclub Thialf