Onzekere toekomst voor Lost in the greenhouse

Het 2018-project Lost in the greenhouse van Orkater staat op losse schroeven. Nu Orkater geen subsidie van het Fonds voor de Podiumkunsten krijgt, is het maar de vraag of het gezelschap kan blijven bestaan. Een voorproefje van de locatievoorstelling is hoe dan ook in de maak.
Door Niels Gerstel en Kirsten van Santen
Het zwaard van Damocles hangt boven het Amsterdamse muziektheatergezelschap Orkater, want doordat het Fonds Podiumkunsten zich deze zomer weliswaar positief toonde over de groep, maar geen subisidie meer toekent, staat alles voorlopig ‘on hold’. Schrijver en acteur Geert Lageveen vertelt hoe verslagen men is. Orkater bestaat 45 jaar en speelt een vitale rol in de Nederlandse theaterwereld. Sterker nog, men is volop bezig, onder meer met de voorbereidingen voor een grote muziektheatervoorstelling voor Leeuwarden 2018; Lost in the greenhouse, een productie over Poolse en Friese seizoensarbeiders die vertoond moet worden in de kassen van Hartman bij Sexbierum.
Lageveen (Drachten, 1961) en zijn kompaan, regisseur Titus Tiel Groenestege (Workum, 1959) verrichtten de afgelopen maanden uitgebreid onderzoek voor hun voorstelling. Ze lazen zich in en spraken met Poolse paprikaplukkers in Friesland, ook reisden ze oostwaarts, naar Polen, om een beeld van de achtergrond van de seizoenswerkers te krijgen. En zo, gaandeweg, ontstaat een uitgewerkt idee voor de 2018-productie. Die nu dus ongewis is.
Maar niet alle hoop is verdwenen. Nog niet. De directie van Culturele Hoofdstad 2018 schreef een brief aan de minister, collegagezelschappen – ook Tryater - sprongen voor Orkater in de bres. Wie weet komt men in Den Haag nog tot bezinning. Lageveen sluit het niet uit.
Tot die tijd werken hij en Groenstege, samen met de Pools-Nederlandse acteur Redbad Klijnstra, verder aan een kleine voorpresentatie van Lost in the small greenhouse, een voorstelling die op 21 en 22 oktober in De Lawei in Drachten wordt vertoond. Het is een voorproefje van wat er hopelijk in 2018 alsnog gaat komen. Een voorstelling over een Poolse en een Friese groentenplukker die vertellen over hun leven, hun identiteit en over hun lot in een kapitalistische samenleving waarin arbeidskracht van oost naar west vloeit, met alle gevolgen van dien.