Kook lekker en bewaar de vrede

Nog twee jaar, dan is Leeuwarden culturele hoofdstad van Europa. De Baskische stad Donostia, bij ons beter bekend onder de Spaanse naam San Sebastian, is net als Wroclav in Polen dit jaar 'Capital Culturel'. Wat kan Leeuwarden leren van San Sebastian? Verslaggevers Eduard Rekker en Karen Bies gingen naar de Baskische stad en maakten een dagelijkse vlog voor Finster.
Tekst: Karen Bies     Foto’s en filmpjes: Eduard Rekker
Vanaf het vliegveld van Bilbao kun je voor 17 euro rechtstreeks met de bus naar San Sebastian, 100 kilometer verderop. Prima te doen dus, maar wij vinden het leuker om mee te rijden in de Seat Ibiza van Breo en Patricia. Via de carpooldienst Blablacar kun je voor een klein bedrag een lift krijgen. En het is nog gezellig ook. Breo spreekt alleen Baskisch en Spaans, maar Patricia babbelt in het Engels honderduit over ‘Donosti’. Ze geeft ons allerlei tips en als we vragen of ze trots is op haar stad, antwoordt ze: ‘Yes, I am very proud!’
Dat begrijpen we, zodra we met onze ratelende rolkoffertjes langs de boulevard lopen. Wat een mooie stad! Rondom de uitlopers van de Pyreneeën, de rivier Urumea die door de stad loopt en hier uitmondt in een baai van de Golf van Biskaje. Lag Leeuwarden nog maar aan zee…
In de 19e eeuw was San Sebastian het zomerverblijf van het Spaanse hof. Nog steeds oogt de stad rijk en groen. Bij een makelaar zien we huizen van een miljoen euro. Nee, goedkoop wonen is het hier niet: van de vijf duurste straten van Spanje telt San Sebastian er drie (de duurste is 12.700 euro per vierkante meter, schrijft de krant El Diario Vasco). Aan de boulevard staan mooie huizen uit het begin van de 20e eeuw, geen lelijke moderne hoogbouw zoals in andere Spaanse badplaatsen. Je kunt zo vanuit het centrum het strand oplopen. Voor de mensen die hier werken is het heel gewoon om tijdens de siësta even een duik te nemen in zee.
Hotels zijn er genoeg, maar wij huren liever een appartement via Airbnb. Het ligt in het oude deel van de stad, La Parte Vieja, dichtbij winkels, horeca én de zee, ideaal dus. Het is groot, modern en brandschoon. Kortom, we zijn er dolgelukkig. Maar om te kunnen vergelijken, verkassen we halverwege ons verblijf naar een appartement buiten het centrum, voor dezelfde prijs. Geen goed idee. Het blijkt een oude, doorrookte flat met muffe bedden, een vette keuken en een schimmelige badkamer. We worden door de hospita allerhartelijkst ontvangen, maar het geheel wordt door mijn reisgenoot Eduard terecht beoordeeld als ‘net himmel’.
Om een stad te leren kennen, is het goed om met een ‘local’ op pad te gaan. Je ziet meer en je hoort nog eens wat. We maken een stadswandeling met Durk Gorter. Hij woont en werkt hier sinds 2008 en is als onderzoekshoogleraar verbonden aan de universiteit. Hij heeft meegewerkt aan het bidbook voor Culturele Hoofdstad Donostia/San Sebastian. En nu is het dan zover. Maar behalve overal wapperende vlaggen met ‘DSS2016.EU’, merken we er als toerist weinig van. Geen Oeroltaferelen hier, we hoeven ons geen weg te banen door straattheater en flashmobs. Het World Puppet festival hebben we net gemist. Binnenkort is er het jaarlijkse jazzfestival en in april werd er gedanst op het balletfestival. Maar die laatste twee waren er ook wel zonder Culturele Hoofdstad.
Net als in Leeuwarden had ook in Donostia de organisatie van Culturele Hoofdstad aanloopproblemen, vertelt Durk Gorter. ‘Der wie rúzje yn de tinte en se hawwe trije direkteuren fersliten.’ Van het oorspronkelijke budget van meer dan 60 miljoen euro is 48,5 miljoen overgebleven. In plaats van grote festivals waar mensen uit heel Europa op af komen, is er gekozen voor vele kleine projecten. ‘In foarbyld is it lytsetaleprojekt Tosta, dêr’t Fryslân ek oan meidocht.’
Waar Leeuwarden in 2018 voor moet zorgen, is een goede openingsvoorstelling. Dat werd in Donostia een grote mislukking. Er was een toneelstuk op een van de bruggen over de rivier, maar het was voor de toeschouwers niet te volgen, aldus Gorter. ‘De minsken stiene hjir fiif rijen dik lâns de rivier. Yn de fierte koene se op dy brêge wat beweegjen sjen. It wie ek net te ferstean. Sels de pommeranten, dy’t op it dak fan kultuergebou Tabakalera de bêste plakken hiene, koene it amper sjen. It waard in desepsje. De organisaasje hat der sels syn ekskuses foar oanbean.’
Er is nog een tegenvaller. De replica van de 17e eeuwse walvisvaarder San Juan, gebouwd door jonge timmerlui, had het vlaggenschip van Capital Culturel moeten worden. Het zou de Basken weer trots maken op hun eigen geschiedenis van scheepsbouwers. Maar het schip vaart deze zomer niet langs de Europese kust. Het is nog niet af, het ligt nog op de werf in Pasaia en het is pas over twee jaar klaar.
Het culturele hoofdstadjaar is bijna halverwege. Net als Leeuwarden rekent Donostia op extra toerisme. Maar volgens Durk Gorter valt dat tegen. ‘Ljouwert moat him net ryk rekkenje en tinke dat der miljoenen minsken op Kulturele haadstêd ôfkomme. Ik kin teminsten net fernimme dat it hjir stoarm rint.’
De Friese kok Liudger van der Meer heeft ons uitgenodigd voor een Fries diner, dat hij voorschotelt aan een groep van veertig Basken. Ze maken kennis met onder meer ‘hite bliksem’, wâldbeantsjes, sûkerbôle en beerenburg. De reacties zijn enthousiast, gelukkig maar, want de Basken weten wat lekker eten is. De vele sterrenrestaurants zorgen voor een gastronomische cultuur van hoog niveau. Ook in de gewone café’s zijn de pintxos (hapjes) en de txakoli (Baskische witte wijn) heerlijk. De Basken zelf ervaren we als heel vriendelijk en gastvrij. De communicatie is soms wat lastig. Jongeren spreken redelijk Engels, maar oudere Basken nauwelijks. Frans gaat beter, maar dat is voor ons weer moeilijk. Het blijkt uiteindelijk geen obstakel voor een leuke avond. ‘Lytse talen meitsje de wrâld grutter,’ staat gedrukt in verschillende talen bij een kunstwerk in Donostia. En ja hoor, zelfs in het Fries lukt het ons om een gezellig praatje te maken aan de bar. Met handen, voeten, een glas wijn en vrolijkheid kom je een heel eind.
Volgens Beñat Doxandabaratz, medewerker van DSS2016, zitten veel inwoners van de stad helemaal niet te wachten op horden toeristen. ‘Ze zijn bang voor Venetiaanse of Amsterdamse toestanden.’ Steden die kraken in hun voegen, zuchten en steunen onder het gewicht van miljoenen bezoekers met ratelende rolkoffertjes.
Het bureau voor toerisme telde in de eerste drie maanden van dit jaar 209.000 toeristen. Dat is 21% meer dan in dezelfde periode van 2015, toen er 172.000 bezoekers kwamen, vertelt Beñat. Maar het is de vraag of dat komt door de evenementen van Culturele Hoofdstad. Het is waarschijnlijk ook het gevolg van politieke en maatschappelijke veranderingen. In 2011 legde de ETA, die jarenlang een gewapende strijd voerde voor een onafhankelijk Baskenland, de wapens neer. Sindsdien voelt de stad veiliger en komen er steeds meer toeristen.
We zijn in het hoofdkwartier van DSS2016. Beñat leidt ons door het gebouw, een vroegere brandweerkazerne. Het is hier lawaaierig en bloedheet, de medewerkers lopen rond met het zweet op hun voorhoofd. We vertellen Beñat over het kantoor van de Leeuwarder CH2018-organisatie, de Blokhuispoort. ‘An old prison. It’s always cold.’ Hij moet lachen en zegt dat hij jaloers is.
De tijd dat de ETA dagelijks nieuws was lijkt lang geleden, maar dat is het voor de Basken niet. De gewelddadige geschiedenis van Baskenland is een belangrijk thema in de projecten van culturele hoofdstad, vertelt Beñat. Er zijn voorstellingen van het Forum Theater over het geweld. Aan de toeschouwers wordt gevraagd mee te beslissen over het einde van het stuk. Een gevoelig thema, waarover niet gemakkelijk gepraat wordt. De aanslagen van de ETA maakten meer dan 800 dodelijke slachtoffers, en ook door de repressie van de Spaanse regering zijn mensen om het leven gekomen - in Donostia 131.
Nog steeds zitten er honderden leden en sympathisanten van de ETA vast, in gevangenissen verspreid over het land. Of de kunstenaars en theatermakers in Donostia bijdragen aan een oplossing voor dat politieke probleem, is de vraag. Ze doen in elk geval een poging om samen te leven in vrede. ‘Using culture, we make an effort,’ zegt Beñat. Maar voor vergeving is het misschien nog te vroeg, denkt hij.
Wij hebben in San Sebastian een lesje geleerd waar Leeuwarden zijn voordeel mee kan doen: Laat de bussen rijden en stop eens voor een lifter. Wees trots op wat je hebt en laat het zien! Wees gastvrij, kook lekker en houd de boel schoon. Bewaar de vrede. Tenslotte een advies aan de organisatie van culturele hoofdstad Leeuwarden 2018: zorg voor een onvergetelijke, weergaloze openingsact.