Sense of Place: kunst tegen krimp

Oerolbaas Joop Mulder breidt zijn podium uit van Terschelling naar de hele noordkust van Friesland. Sense of Place is een van de pijlers onder KH2018 – kunst tegen de krimp.
Tekst en interviews: Kirsten van Santen  - Video en montage: Niels Gerstel
Even buiten Hallum prijkt een droevig rijtje huizen met donkere ramen die moedeloos de verte in staren. Tuinen die door onkruid zijn overwoekerd. Het is het verhaal van veel Noord-Friese dorpen waar de krimp heeft toegeslagen: de bevolking trekt weg, het werk achterna, de dorpen raken stukje bij beetje ontzield.
Oeroldirecteur Joop Mulder rijdt erlangs, kijkt ernaar, zucht even, maar houdt de moed erin. Hij ziet kansen voor de noordkust van de provincie (met de typerende kwelders en dijken in feite de geboortegrond van de Deltawerken), vertelt hij even later bovenop de terp bij Hegebeintum. Kunst kan de krimp keren. Daar is hij van overtuigd. Of dat niet een beetje erg ambitieus is? Mulder lacht en trekt aan zijn welbekende snor. ,,Als je niet gelooft in wat je doet, heeft het geen zin. Tuurlijk ben ik ambitieus. Hartstikke!’’
Met zijn landschapskunstprojecten voor Sense of Place, een van de grote pijlers onder Oerol en onder KH2018, wil hij vele duizenden cultuurtoeristen naar de waddenkust trekken. Dat moet alleen al in 2018 voor een economische injectie van tenminste 30 miljoen euro zorgen. Een bedrag dat de daarop volgende jaren nog verder zal groeien. ,,Ik zie 2018 als een aanjaagjaar.’’
In feite heeft Mulder zijn podium uitgebreid van Terschelling naar de vastewal. Van Den Helder tot aan Delfzijl wil hij een cultuurtoeristische route tot stand brengen die het gebied zal verlevendigen. In een later stadium wordt daar ook de Deense en Duitse kustregio bij betrokken. De vele losse projecten en plaatselijke initiatieven die er nu al zijn, wil hij samenvoegen tot één logisch verhaal. Zijn eigen rol is die van regisseur – iemand die voor samenhang zorgt.
Dat is hard werken. Mulder moet niet alleen de politiek maar ook talloze plaatselijke instellingen overtuigen van zijn visie. En, niet op de laatste plaats, moet hij zoeken naar de financiële middelen om zijn plannen te verwezenlijken: het aanvankelijke budget dat hij van Culturele Hoofdstad 2018 kreeg toegezegd, slonk van 4 miljoen euro naar 2 miljoen euro en inmiddels staat het peil op een bedrag van 1,4 miljoen euro. Ja, Mulder wil het best zeggen, hij mist de voormalige cultuurgedeputeerde Jannewietske de Vries als visionair die zich om de zogeheten legacy van KH2018 bekommerde: om de nalatenschap van Culturele Hoofdstad. Want dat is toch de bedoeling, dat het hele project een impuls aan de Friese economie en cultuur geeft?
Aan Mulder zal het niet liggen. Hij zet Sense of Place door. Hij is onder meer in gesprek met de mensen achter Holwerd aan Zee waar hij tegenwoordig ook kantoor houdt, hij probeert een standbeeld ‘in’ de dijk van een liggende vrouw te realiseren, er komt een groot beeld van de Drachtster kunstenaar Jan Ketelaar (‘Wachten op hoog water’) en er wordt gesproken over de aanleg van een nieuwe terp boven Blija.
Zittend in het gras op de rand van een van de vele ringdobes in het buitendijks gebied ten noorden van Ferwerderadiel, vertelt Mulder wat de crux van zijn plannen is: Sense of Place betekent dat mensen weten waar ze zijn, dat ze zich realiseren op wat een bijzondere plek ze verkeren. Dat besef kun je al versterken door kleine artistieke toevoegingen. Cultuur en natuur grijpen wat Mulder betreft in elkaar, ze kunnen elkaar versterken. En kunnen dusdoende ook geld opleveren aan een lokale economie
,,Met mijn ervaring van 35 jaar Oerol is dit wat ik de mensen kan geven: ik kan verbindingen leggen en ervoor zorgen dat we niet alleen aan nu of aan morgen denken, maar ook aan overmorgen. In 2025 moet Sense of place in volle bloei staan. Het Noorden heeft toekomst. Dat weet ik zeker.’’