Verdachte geeft brandstichting Tesla's nu wel toe en noemt opdrachtgever

Een 33-jarige inwoner van Noordwolde heeft donderdag op een regiezitting in de rechtbank toegegeven dat hij in maart en april 2018 twee keer de Tesla-auto van advocate Cynthia Grondsma uit Joure in brand heeft gestoken. Eerder ontkende de verdachte.
De uitgebrande Tesla van april © J. de Jong
De man vertelde het hof zelfs wie zijn opdrachtgever - een van de bazen op een werf - en een tussenpersoon was. Op de rechtszaak werd al een verband gelegd met het faillissement van de CMS-werf in Leeuwarden, een zaak waar Grondsma als curator bij betrokken was. De rechtbank had de indruk dat de brandstichting van de auto's een gerichte actie was en dat ze mogelijk tegen betaling in brand waren gestoken. Dat bevestigde de verdachte.
Het moest wel overkomen dat het niet echt een technisch mankement was.
Het moest duidelijk zijn dat de brand een dreigement was, aldus de verdachte
Hij vertelde ook in detail hoe hij de auto's in brand had gestoken. Dat deed hij met olie en benzine. Bij de eerste brand werd nog gesuggereerd dat het kwam door een technisch probleem. Maar dat was niet de bedoeling. "Het moest wel overkomen dat het niet echt een technisch mankement was", zei de verdachte. "Ik denk dat het hun ging om angst aan te jagen", zei hij op de vraag wat dan de bedoeling was.

Verdachte heeft spijt

Hij zei dat hij niet wist dat de auto van een advocate was. De opdrachtgevers zouden alleen hebben gezegd dat ze ruzie met iemand hadden. "De bedoeling was een klein brandje." De verdacht kreeg twee keer 1.500 euro als beloning. Donderdag zei hij dat hij spijt van z'n acties had. "Komt dat uit uw mond of uit uw hart?", was de vraag van het hof. "Uit mijn hart. Ik heb spijt dat ik hun in gevaar heb gebracht." Beide keren stond de auto vlak voor het huis van de advocate, die toen zelf sliep, net als haar twee kinderen.
De verdachte werd in maart dit jaar door de rechtbank al veroordeeld tot drie jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Hij had altijd ontkend dat hij iets met de branden te maken had. Dat hij het nu wel toegeeft, komt door hoe hij behandeld is door z'n opdrachtgevers, zegt hij. "Ik ben gewoon gebruikt, ik heb niks meer gehoord van die mensen. Ik heb gebeld en brieven gestuurd, ze storten niks, ze doen niks."

Meewerken aan politie-onderzoek

Hij wil opnieuw naar het Pieter Baan Centrum (PBC) voor psychologisch onderzoek. Daar had de rechtbank hem eerder ook heen gestuurd, maar toen werkte hij niet mee. Dat is ook veranderd. Hij wil wel behandeld worden, maar geen gedwongen tbs-behandeling.
De 'lichtere' vorm van tbs of een tbs van maximaal vier jaar ziet hij wel zitten. "Ik heb wel wat behandeling nodig, ik ben beïnvloedbaar." Het hof honoreerde zijn verzoek en stuurde hem opnieuw naar het PBC. Hij wil ook meewerken aan een nieuw politie-onderzoek naar de brandstichtingen.