Tresoar krijgt brief uit 1826 over malaria-epidemie: "Huis aan huis zieken"

Historisch centrum Tresoar heeft onlangs een bijzondere brief uit 1826 in de collectie gekregen, geschonken door een inwoner van Heerenveen. De brief is geschreven door Lambertus van Giffen (1807-1898) uit Heerenveen en gaat over de malaria-epidemie van 1826 die na een watersnood was ontstaan. De situatie van toen lijkt volgens Tresoar op de coronacrisis van heden ten dage.
De watersnood van 1825 bij Wolvega op een prent van Abraham Vinkeles © Omrop Fryslân, Sian Wierda
De malaria-epidemie werd toentertijd ook wel de 'Groninger ziekte' genoemd. Waarschijnlijk ontstond de epidemie door de dijkdoorbraken van 1825. Dat veroorzaakte een watersnoodramp waardoor grote delen van Nederland en Duitsland onder water kwamen. Met name het zuidwesten van Fryslân leed onder de ramp. Daarna volgde een warme lente en het rotten van planten en dieren op het natte land na de ramp maakte dat de malariamug en -parasiet zich goed konden verspreiden.
Duizenden mensen werden ziek, ook in Fryslân. Eén van hen was David Flud van Giffen (1760-1843), predikant in Heerenveen en de vader van Lambertus. Hij schreef zijn brief op 17 oktober 1826 aan een broer en zus. Zijn vader is dan alweer herstellende.

Liefdadigheid

De 19-jarige Van Giffen heeft ook vastgelegd dat er liefdadigheidsinitiatieven op werden gezet in en om Heerenveen. Zo was er een commissie die geld en spullen inzamelde, waaronder '80 mans- en 80 vrouwenhemden en verscheidene wollen dekens om in St. Johannesga uit te deelen.' Lambertus schrijft dat er 'in St. Johannesga, Rottum en nog andere plaatsen huis aan huis zieken zijn.'
Lambertus was een theologiestudent in Groningen. Hij had gehoord dat daar nog 14.000 zieke mensen waren. Toch hoopte hij dat de colleges in de loop van november weer konden beginnen. Dat was uiteindelijk in december het geval. Labertus zelf werd drie jaar later dominee in Wijckel.
De brief van Lambertus van Griffen © Tresoar