Geen champagne, maar tranen voor Friesland Pop: van 155.000 naar 0 euro

"Dit is een klap in het gezicht," zegt Sjouke Nauta van Friesland Pop als reactie op de verdeling van het provinciaal cultuurgeld voor 2021-2024. Friesland Pop krijgt voor de volgende cultuurperiode geen geld van de provincie. "Wij zijn al dertig jaar de provinciale popkoepel en vervullen ook een belangrijke functie in het landelijke netwerk en dat is nu in een klap weg. We zijn verbijsterd en eigenlijk ook wel een beetje kwaad," zegt een duidelijk aangedane Nauta.
Sjouke Nauta fan Friesland Pop
"Wij hadden dit niet zien aankomen en eerlijk gezegd ook geen signalen opgevangen dat het deze kant zou opgaan." Friesland Pop legt zich niet meteen neer bij deze uitslag. "Wij gaan kijken wat de alternatieven zijn. Ik denk dat we met het bestuur om tafel moeten om te kijken hoe wij nog verder kunnen, maar dit voelt natuurlijk heel slecht. Het is niet alleen zuur en voor ons als organisatie een klap maar, maar ook voor al die makers van popmuziek in Fryslân. Wij hebben talent stages, wedstrijden voor landelijke projecten, net als Eurosonic Noorderslag en Oerol, en dat valt nu allemaal weg."
© Alyssa Hannah, Stichting Friesland Pop
Reactie Sjouke Nauta van Friesland Pop
Dit schrijft de provincie in haar rapport 'Adviezen Musea en Kunstinfrastructuur oer Friesland Pop'
"...Er kan in de toekomst wel synergie, schaalvoordeel optreden als Friesland Pop sterkere banden aan gaat met de Popfabryk. De commissie geeft mee dat de activiteiten van Friesland Pop ook ondergebracht kunnen worden bij de Popfabryk. De commissie is van mening dat de samenwerking tussen Friesland Pop en Popfabryk duidelijker gedefinieerd had mogen worden in de aanvraag, met een overzicht van wie wat en waarom doet binnen de keten van talentontwikkeling in de popmuzieksector, provinciebreed. De commissie vindt dat de activiteiten van beide instellingen gebundeld kunnen worden in één organisatie om zo tot meer synergie te komen, met name in de benadering van nieuwe doelgroepen, maar ook in complementaire activiteiten. Daarnaast levert dit schaalvoordeel op...." (pagina 103).