Dit zijn de Friese foto's voor de landelijk foto-tentoonstelling over de oorlog

Er zijn zeven foto's uit Fryslân geselecteerd voor het landelijke project De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's. Alle provincies hebben een bijdrage geleverd aan de tentoonstelling. Het gaat om beelden die de oorlog zichtbaar en voelbaar maken.
Het project is opgezet door het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies), omdat Nederland dit jaar 75 jaar bevrijd is. Het wordt gedaan in opdracht van Platform WO2 en is mogelijk gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het vfonds.
Alle provincies hebben oorlogsfoto's aangeleverd waar iedereen op kon stemmen. De Friese selectie oorlogsfoto's is gekozen door Tresoar, Fries Verzetsmuseum, Historisch Centrum Leeuwarden, Provincie Fryslân, Leeuwarder Courant en Omrop Fryslân. Op 15 januari zijn de foto's uit onze provincie gepresenteerd. Een burgerforum onder voorzitterschap van Khadija Arib heeft uiteindelijk de 100 foto's gekozen die voor de landelijke tentoonstelling zijn.
Volgens de organisatie 'geven deze foto's een uniek inzicht hoe we vandaag de dag in Nederland naar de jaren van oorlog en bezetting kijken.'

'Oog in oog met de oorlog'

De Friese foto's zijn (als de maatregelen tegen het coronavirus het toelaten) tussen 6 juni en 6 september te zien in het Fries Verzetsmuseum in de tentoonstelling Oog in oog met de oorlog. Deze is mogelijk gemaakt door Provincie Fryslân en Stichting Friesland 1940-1945. Er zijn bekende en minder bekende verhalen te zien uit de jaren van de bezetting.
Op 4 mei komen de foto's op www.in100fotos.nl en de NOS zal na de dodenherdenking een televisieprogramma uitzenden over het project op NPO2 om 20.35 uur.
Dit zijn de 7 foto's uit Fryslân die gekozen zijn voor de tentoonstelling:
Leden van de Nederlandse Arbeidsdienst bij Workum © Fries Verzetsmuseum
Ze vormen een lange rij, de leden van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD). In gelijke tred stappen de mannen door de polder bij Workum. De NAD-leden dragen spaden op hun schouders, als waren het geweren. Achter hen de rietgedekte Ho-molen aan de Homolefeart. De molen is al lang verdwenen, tegenwoordig ligt op deze locatie een van de sportvelden van V.V. Workum, naast de Sudergoawei.

Exerceren met de spade

Het paraderen met de spaden is het symbool van de NAD, een organisatie die in 1941 is opgericht door de bezetter. De mannen werken bij het aanleggen van wegen en kanalen en in de landbouw. Toch worden ze zo ook opgeleid voor bijvoorbeeld het graven van loopgraven. De NAD werkt eerst met vrijwilligers, maar vanaf 1942 zijn jongeren verplicht. Het duurt niet land voordat de organisatie onder nationaalsocialistische invloed komt. De opleiding heeft een sterk militair karakter, daar hoort het exerceren ook bij.
NAD-leden slapen in kampen, negen in Fryslân. Kamp Workum heet ook wel 'It Romme Fjild.' In 1944 schrijft een krant na een bezoek: "Wat de jongens leeren is: absolute gehoorzaamheid. Een bevel is een bevel en dat dient te worden opgevolgd. Misschien is dat niet altijd even aangenaam - het leven vraagt echter ook niet naar prettig of verdrietig, doch stelt zijn eischen, waaraan we eenvoudig hebben te voldoen."
Benjamin Raphaël en Jansje Pais © Griet de Jong (Tresoar, Fries Fotoarchief)
Het is goed mogelijk dat dit de laatste foto is van Benjamin Raphaël Pais en zijn zus Jansje. Ze lachen naar de fotograaf, maar de Jodenster op hun kleding doet al vermoeden wat er met hun zal gebeuren. De foto is in 1942 gemaakt aan de Noorderhaven in Harlingen. Daar wonen ze met hun ouders Raphaël Pais en Roosje Pais-Cohen. Op 23 november zijn de kinderen en Roosje vermoord in concentratiekamp Auschwitz. Vader Raphaël leeft nog drie maanden, maar komt op 28 februari 1943 om in hetzelfde kamp.
Er woonden 47 Joodse mensne in Harlingen. Slechts één heeft de oorlog overleefd.
Pier Nobach is gevangen genomen door de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten van Smallingerland © Tresoar (Fries Fotoarchief)
Hij kijkt verbitterd in de camera, Pier Nobach (1882-1965). Zijn handen zijn vastgebonden, om zijn schouder hangt het NSB-logo. Nobach woont net over de grens in Doezum en is NSB'er. Hij is berucht in het Fries-Gronings grensgebied. Rillingen lopen mensen over de rug als ze zijn naam horen.

Duivel van het Westerkwartier

Nobachs vrouw is Duits en zijn zwager is Ortskommandant. Zelf is hij informant voor de Sicherheitsdienst (SD). Hij warmt zich aan de macht om hem heen. Als Nobach vindt dat iemand naar Duitsland moet, dan wordt dat geregeld. Hij staat in oostelijk Fryslân bekend als 'de duivel van het Westerkwartier.'

Vergeling voor de dood

In 1943 probeert het verzet Nobach uit te schakelen. Daarbij komt zijn zoon om het leven. Nobach is in alle staten en meent dat het verzet van Surhuisterveen verantwoordelijk is voor de dood van zijn zoon. Als vergelding laat hij twee mannen executeren. Later volgt een razzia: 38 mensen worden naar Kamp Vught gebracht, twee mannen komen om.
Op 15 april 1945 arresteert de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten Nobach in de Surhuizumer Mieden. Hij wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Toch is Nobach al na een paar maanden op vrije voeten, vanwege zijn slechte toestand. Hij sterft in 1965 in Zaltbommel.
De afvoerploeg van de bekende verzetsdaad 'De Overval' © Tresoar (Fries Fotoarchief)
Dit is een foto die hoort bij een van de meest bekende Friese verzetsdaden in de oorlog, waar al zeer veel over geschreven is. Op 8 december 1944 kunnen 51 verzetsmensen door de KP worden bevrijd uit de gevangenis in Leeuwarden, de Blokhuispoort. De afvoerploeg op de foto zorgt ervoor dat alle mensen een veilig onderdak krijgen. Het is een spectaculaire ontsnapping, zonder dat er ook maar één schot wordt gelost.
De aanleiding voor de bevrijdingsoperatie was een arrestatie van diverse verzetsmensen die veel wisten over het verzet. Als die zouden worden verhoord, kon dat een groot gevaar vormen. Door zich voor te doen als agenten en vergezeld door nep-arrestanten konden de verzetsmensen de gevangenis binnenkomen. Alles verliep voorspoedig, ook toen onverwacht leden van de Sicherheitsdienst met de echte arrestanten aan de poort verschenen. De verzetsleden konden hen overmeesteren.
De Duitse bezetter kon de bevrijde gevangenen nadien niet meer vinden en een vergelingsactie bleef uit.
De stoffelijke overschotten van de geëxecuteerde verzetslieden bij Dronryp worden met paard en wagen weggebracht © Fries Verzetsmuseum
Als represaille voor sabotage aan het spoor wordt een groep leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten vastgezet in het Burmaniahuis in Leeuwarden. Op bevel van de Sicherheitsdienst moeten de 12 verzetslieden met nog twee anderen geëxecuteerd worden tussen Dronryp en Franeker.

Een hoge prijs voor vrijheid

Bij Dronryp is de brug opgehaald en omdat er Engelse vliegtuigen rondzweven, besluiten de Duitsers de executie meteen te doen. In groepjes van vier worden de gevangenen bij de brug naar beneden gehaald. Daar worden 13 man vermoord. De 14e man is Gerard de Jong. Hij raakt gewond, maar houdt zich dood en kan daarna ontsnappen.
De stoffelijke overschotten blijven een dag tegen de walkant liggen. Daarna worden ze in een massagraf gelegd. Daar is geen publiek bij, omdat niemand verder weet dat er nog een 14e man is die het heeft overleefd. Een week later komt de bevrijding. De slachtoffers worden daarna opnieuw begraven, onder grote belangstelling. Met de jonge levens is, vlak voor de bevrijding, een hoge prijs betaald voor de vrijheid.
In Ljouwerter jiske-auto op hynstekrêft © Leeuwarder Courant (Historisch Centrum Leeuwarden)
Yn de tiid fan de besetting ûntstiet der in benzinetekoart. Wat der noch is oan brânstof, is bestimd foar de Dútske besetter. Autobesitters wurde lykwols ynventyf en dat makket dat guon auto's en bussen yn de oarloch op gas ride. Minsken montearje gasgeneratoaren op auto's dy't mei koalen, hout of sels turf stookt wurde.
In de tijd van de bezetting ontstaat er een benzinetekort. Wat er nog is aan brandstof, is bestemd voor de Duitse bezetter. Autobezitters worden echter inventief en dat maakt dat sommige auto's en bussen in de oorlog op gas rijden. Mensen monteren gasgeneratoren op auto's die met kolen, hout of zelfs turf worden gestookt.
Niet iedereen heeft de middelen om auto's op gas te laten rijden. Daarom wordt ook ouderwetse paardenkracht uit de kast gehaald. Deze foto toont een vuilniswagen van de gemeente Leeuwarderadeel. In 1936 was de gemeente trots op de aanschaf van deze Ford V8. Maar omdat er na de Duitse inval slecht aan benzine is te komen, moet de gemeente overgaan tot een noodsprong: paarden voor de motorkap. De foto is gemaakt in de Gymnasiumstraat in Huizum, vermoedelijk in 1941.
Een Engelse vliegenier krijgt een graf op Schiermonnikoog © Sake van der Werff (Fries Verzetsmuseum)
Een Engelse vliegenier krijgt een laatste rustplaats op kerkhof Vredenhof op Schiermonnikoog. Boven het eiland is in de bezettingstijd een luchtoorlog gaande. Die eist talloze mensenlevens. De vliegeniers die sneuvelen, krijgen op Schiermonnikoog een graf op Vredenhof.

Doden zijn geen vijanden meer

De begraafplaats tussen de duinen is bijzonder omdat er allerhande slachtoffers door elkaar liggen: geallieerden, maar ook Duitse militairen. Tussen 1941 en 1944 spoelen er ruim 60 vliegeniers aan. Dankzij hoteleigenaar Sake van der Werff (1870-1955) krijgen de drenkelingen een begrafenis met militaire eer. Hij maakt van iedere begrafenis een foto. En doden zijn geen vijanden meer, vindt Van der Werff. Dus komen ze naast elkaar op één begraafplaats. In de Tweede Wereldoorlog zijn er 70 slachtoffers begraven.
Op de begraafplaats ligt een gedicht van Lammert Wiersma:
Fredenhaf:
Ienfaldich is it graf, maar ieuwral leit de stilte.
Wat krimpe, in blom, in strúk, in krús.
Hier sjongt de lets syn liet, hier rieuwzje saft de halmen.
Al is 't yn fraimden greeuwn, hy is tach feilich thús.
Alle Friese foto's zijn eerder gepubliceerd in onze reeks De oorlog in Friese foto's, die verhalen zijn hier terug te lezen.