'Problemen van kwetsbare jongeren worden uitvergroot door coronacrisis'

Jeugd die nu buiten beeld van school raakt, raken op nog grotere achterstand als dat ze al waren, zegt Breeuwsma. Er zijn op dit moment 5.000 kinderen in Nederland waar geen contact mee te krijgen is.

Breeuwsma vindt dat scholen juist voor deze groep zo snel mogelijk weer open moeten. Anders worden de problemen alleen maar groter. Deze kinderen komen na een gewone zomervakantie vaak al met achterstand terug, omdat ze in een moeilijke thuissituatie zitten. Nu zijn ze nog veel langer weg en ze krijgen vaak de online lessen niet mee. De problemen die er al waren, worden door de coronacrisis verder uitvergroot, zegt de ontwikkelingspsycholoog.

Dat zal straks extra aandacht vragen van de overheid en zorgverlening. En daar kan het volgens Breeuwsma nog wel eens gaan wringen. De coronacrisis zorgt namelijk ook voor een economische crisis en dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden over financiën. Waar gaat het geld van de overheid wel en niet heen?

Het sociaal domein en vooral de jeugdzorg stonden voor de crisis al onder druk. Dat wordt nog groter en dan is er misschien ook nog minder geld te besteden voor de zorg. Dat met ook nog eens meer probleemgevallen, omdat er meer mensen in financiële en daarmee sociale problemen komen. Dat vraagt in de toekomst een grote inspanning.

Breeuwsma is ook erg benieuwd hoe straks het aantal studenten zal zijn op de universiteit. Volgens hem zullen er een stuk minder buitenlandse studenten komen. De Groninger universiteit heeft zo'n 300 internationale studenten. Dat kan wel eens de helft worden, omdat deze studenten ervoor kiezen om in eigen land te blijven om verschillende redenen. Bijvoorbeeld dat ze niet zover meer van hun familie willen wonen in deze onzekere tijd.

Maar de kloof tussen arm en rijk zal ook groter worden. Het zou zomaar kunnen dat jongeren uit minder rijke gezinnen, die ook nog eens geen werk meer hebben om de studie te betalen, afhaken en niet in de collegebanken komen in september. Breeuwsma vindt dat universiteiten en de overheid er alles aan moeten doen om dat te voorkomen en moeten zorgen dat ook jongeren die minder geld hebben toch kunnen studeren.