Noordoostelijke gemeenten steunen Wmo- en leerlingenvervoer in coronacrisis

Gemeenten in Noordoost-Fryslân hebben gezamenlijk besloten dat het Wmo- en leerlingenvervoer overeind moet blijven. Vanwege de coronacrisis is dat vervoer in de regio met meer dan 90 procent afgenomen. Met gemeentelijke steun kunnen de vervoerders de komende periode overleven. Van gemeentelijk geld worden daarom voorschotten betaald tot 80 procent van het begrote vervoer.
© Shutterstock.com
De gemeenten zijn via het GR Mobiliteitsbureau opdrachtgever voor het Wmo- en leerlingenvervoer. Onder de neem Jobinder wordt dat vervoer gecoördineerd, dat is ook de centrale instantie waar mensen ritten bestellen en die de losse vervoersbedrijven aanstuurt.

Vervoer valt nagenoeg stil

Volgens de gemeenten is het Wmo- en leerlingenvervoer erg afgenomen. Normaal worden er iedere dag zo'n 150 Wmo-pashouders en bijna 800 leerlingen heen en terug gereden. Dat is nu dus met meer dan 90 procent afgenomen. Toch blijven er noodzakelijke ritten, bijvoorbeeld naar de huisarts, supermarkt of naar de opvang voor kinderen van ouders met een zogenoemd vitaal beroep. Maar de vervoerders hebben daardoor niet veel inkomsten, terwijl er wel kosten blijven.

Noodzaak

"Zodra de coronacrisis voorbij is en het dagelijks leven weer wordt opgepakt, is van belang dat ook onze kwetsbare ouderen en andere Wmo-pashouders weer direct mee kunnen doen aan onze samenleving. En ook dat leerlingen weer naar school kunnen gaan", geeft Andries Bouwman aan, die naast wethouder in Tytsjerksteradiel ook voorzitter van het GR Mobiliteitsbureau is. "Wij zijn unaniem van mening dat het verstrekken van voorschotten de enige juiste stap is. Als we nu niets doen, zullen onze vervoerders die veelal al jarenlang in deze regio vervoer verzorgen, omvallen." Volgens Bouwman zit er niemand te wachten op een nieuwe aanbesteding.