De oorlog in Friese foto's: "Auto's met paarden en op gas"

Bezetting of niet, het dagelijks leven gaat door. Desondanks schemert de oorlog tussen 1940 en 1945 wel duidelijk door in het leven van alledag. Er is schaarste aan van alles: brandstof, eten, kleding. Producten komen op de bon en er ontstaan ruil- en zwarte handel. Elke zaterdag en zondag tussen 7 maart en 5 april zijn er bij Omrop Fryslân beeldverhalen te lezen over de Tweede Wereldoorlog, in het kader van het project De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's.
Een auto rijdt op gas, van de firma H. Smit in Harlingen © Tresoar
Het lijkt bijna dat er een zeppelin aan de Noordoostersingel in Harlingen staat geparkeerd, maar het is de auto van Hermanus Smit (1892-1956). Smit staat aan het hoofd van firma H. Smit, vetsmelters, hij is koopman in vetten. Hij zal de auto gebruiken voor zijn handel. Smit koopt de auto omstreeks 1920, in dezelfde tijd dat hij zijn Harlinger vetsmelterij opzet. Een kleine twintig jaar later breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Daardoor ontstaat er een benzinetekort. Wat er nog is aan brandstof, is bestemd voor de Duitse bezetter.

Inventief autorijden

Autobezitters worden echter inventief en dat maakt dat bepaalde auto's en bussen in de oorlog op gas rijden. Men monteert gasgenerators op auto's die met kolen, hout of zelfs turf worden gestookt. Zodoende verschijnen dit soort oplossingen op straat: auto's met grote ballonnen erbovenop. Ze mogen wel enkel de weg op met toestemming van de rijksinspecteur voor het verkeerswezen.
Henk de Lange bij de 'Mauer-muur' aan der Overijsselsestraatweg © Famylje De Lange (Historisch Centrum Leeuwarden)
De melkstaking in april-mei 1943 is misschien wel een kantelpunt in de oorlog. Massaal leggen Friezen hun werk neer en langzaamaan verandert de houding tegenover de Duitsers. De bezetter is echter niet blind en verstevigt de greep op de maatschappij door aanvoerwegen af te sluiten. Dat gebeurt ook in Leeuwarden.

Mauer-muur

Er worden objecten geplaatst om de weg af te sluiten: grote blokken van beton, van ruim twee meter hoog en breed. Ertussenin is een doorgang, die goed in de gaten kan worden gehouden. Leeuwarders noemen de linie van obstakels de 'Mauer-muur.' De blokken staan bij de Groningerstraatweg, de Overijsselsestraatweg, de Lekkumerweg en de Harlingerstraatweg.
De kleine Henk de Lange uit Huizum speelt in 1943 met een autootje naast de 'Mauer-muur.' Deze muur sluit de Overijsselsestraatweg af. De obstakels blijven nog twee jaar staan. Als de Canadezen in april 1945 arriveren, breken zij de muur weer af.
Een vuilniswagen op paardenkracht © Leeuwarder Courant (Historisch Centrum Leeuwarden)
Niet iedereen heeft de middelen om auto's op gas te laten rijden zoals vetkoopman Smit. Daarom wordt ook ouderwetse paardenkracht uit de kast gehaald. Deze foto toont een vuilniswagen van de gemeente Leeuwarderadeel. In 1936 was de gemeente trots op de aanschaf van deze Ford V8. Maar omdat er na de Duitse inval slecht aan benzine is te komen, moet de gemeente overgaan tot een noodsprong: paarden voor de motorkap. De foto is gemaakt in de Gymnasiumstraat in Huizum, vermoedelijk in 1941.
De klokken van Wytgaard liggen klaar voor vertrek © Fries Verzetsmuseum

Klokkenroof

Het is stil in Wytgaard. En dat blijft het voorlopig ook. De drie kerkklokken uit 1875 van de Maria Hemelvaartkerk in Wytgaard staan keurig op een rij. De bezetter heeft een drastisch besluit genomen: kerkklokken vorderen. Ze worden omgesmolten om er wapentuig van te maken. De oorlogsindustrie in Duitsland heeft behoefte aan metaan om de productie op peil te houden. Van de bronzen klokken worden met name kanonnen gemaakt.
In 1944 worden de zware klokken uit de toren van Wytgaard gehaald en naar Duitsland verscheept. De rooms-katholieke kerk moet het jaren zonder klokken doen. Maar, een bekend gezegde in de oorlog is: "Wie met Gods klokken schiet, die wint de oorlog niet." En zo ging het. Uiteindelijk komen er weer nieuwe klokken in Wytgaard, in december 1948 kan deken Holten de nieuwe klokken wijden.
Witte stoepranden op het Zuiderplein in Leeuwarden © H. Mellema (Historisch Centrum Leeuwarden)
Met de bezetting voeren de Duitsers verplicht verduistering in. Dat doen ze om geallieerde bommenwerpers om de tuin te leiden. In de praktijk betekent het dat burgers moeten voorkomen dat er 's avonds licht uit hun woningen naar buiten schijnt. Ramen worden geblindeerd met zwarte verf of papieren. Ook op straat mag geen licht meer zijn. Niet van fietsen en auto's maar ook niet van straatverlichting.
Verduistering is niet zonder risico: sommige mensen verongelukken, omdat zij in het donker de weg kwijtraken. Om het toch wat veilig te houden, worden stoepranden en randen van rotondes wit geverfd. Op het eerste gezicht lijkt dit een gewone foto van het Zuiderplein in Leeuwarden, maar wie goed kijkt, kan die witte verfranden wel zien. De foto is in 1940 gemaakt vanaf het dak van de Beurs.
Omdat Nederland dit jaar 75 jaar is bevrijd, heeft het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) een project opgezet: De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's. Dat wordt gedaan in opdracht van Platform WO2 en is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het vfonds. Iedere provincie heeft oorlogsfoto's aangeleverd waar iedereen op kon stemmen. Op 15 januari zijn de foto's uit Fryslân gepresenteerd, beelden die de oorlog zichtbaar en invoelbaar maken. Een burgerforum kiest uiteindelijk de 100 foto's die overblijven voor een nationale tentoonstelling, die worden op 30 maart bekendgemaakt.
De selectie Friese oorlogsfoto's komt voorbij in deze verhalenreeks en is gekozen door Tresoar, Fries Verzetsmuseum, Historisch Centrum Leeuwarden, Provinsje Fryslân, Leeuwarder Courant en Omrop Fryslân. De Friese foto's zijn tussen 11 april en 16 september te zien in het Fries Verzetsmuseum in de tentoonstelling Oog in oog met de oorlog.