Zorgen over zuidelijke vaarroute boven Waddeneilanden worden breed gedeeld
Er zijn bestuurlijk breed zorgen over het gebruik van de zuidelijke scheepvaartroute boven de Waddeneilanden bij stormweer. Dat blijkt uit de laatste stand van zaken die in een update verspreid is door de Coördinatie Rampenbestrijding Waddenzee (CRW).
Vooral vanuit de Waddeneilanden wordt al veel langer gezegd dat er geen grote containerschepen door de relatief ondiepe route moeten. En ook de Tweede Kamer heeft daar om gevraagd.
De Kustwacht is eerder op aansporen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid begonnen met het waarschuwen fan schepen langer dan 300 meter en breder dan 40 meter om niet over de zuidelijke route te varen als de golven hoger dan vijf meter zijn. Dat geldt alleen voor schepen die vanuit het westen de route opvaren; vanuit de andere kant is het aan de kustwacht van Duitsland en die wacht de onderzoeken over de toedracht af.
Duitsland moet ook waarschuwen
Het zogenaamde Bestuurlijk Waddenzee Overleg+ (BWO+) laat nu weten het wenselijk te vinden dat de Duitsers hetzelfde doen als de kustwacht in Nederland. Want ook vanuit dit bestuurlijk overleg zijn er zorgen over de route. Dit BWO+ heeft de regie over de verdere afhandeling van het ongeluk met de MSC Zoe en bestaat uit de directeuren van de Veiligheidsregio's Fryslân, Groningen, en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters die de drie provincies vertegenwoordigen.
Ook de waterschappen zijn vertegenwoordigd in dit overleg, de natuurbeheerders en een Friese burgemeester van de vaste wal. En dat betekent dat er nu een brede, bestuurlijke coalitie is die de zuidelijke vaarroute veiliger wil maken.