107 ontslagen Friese bankmedewerkers aan het werk met Europees geld

23 januari 2020, 06:24 • 4 minuten leestijd

Ruim driekwart van de ontslagen bankmedewerkers in Friesland, Drenthe en Overijssel is weer aan de slag, dankzij een bijdrage van de Europese Unie en onder meer de provincie Friesland. De ruim 350 voormalige bankmedewerkers hebben een nieuwe baan, bijvoorbeeld in het onderwijs als docent economie of wiskunde of zijn voor zichzelf begonnen. In Friesland zijn van de 155 ontslagen bankmedewerkers er weer 107 aan het werk.

De bankmedewerkers verloren in 2017 hun baan als gevolg van de financiële en economische crisis. Daarna is er een geldbedrag van 1.192.500 euro uit het Europese Globaliseringsfonds voor vrijgemaakt. De steun is bedoeld voor het zoeken naar een nieuwe baan, ontslagbegeleiding en scholing. Friesland legde samen met het UWV, private partners en de twee andere provincies, één miljoen euro op tafel, naast ruim 1,2 miljoen van de EU.

Een van deze 350 medewerkers is Yvette Westerhof. Ze werkte al tien jaar bij de Rabobank toen in 2016 haar functie kwam te vervallen. Later vandaag haar verhaal hoe ze van bankmedewerker makelaar is geworden.

Naast het succes van de regeling, zijn er ook bedenkingen over het fonds. Ook bij Friese VVD-Europarlementariër Jan Huitema. Huitema vraagt zich af of dit geld wel rondgepompt moet worden door Europa en of Nederland het niet beter zelf kan regelen. "Waarom moet die bijdrage uit de EU komen en niet uit de Nederlandse begroting? Waarom is Nederland daar zelf niet verantwoordelijk voor? Waarom moeten we eerst geld naar Brussel brengen en even later het geld weer naar Fryslân halen?"

Dat kan veel efficiënter volgens hem. Daarbij is het een open vraag of Den Haag dat inderdaad zou doen. Den Haag bouwt sociale regelingen, zoals de sectorgelden, juist af.

Toch stemde Huitema voor het fonds. In oktober 2018 zei hij daarover: "Dat fonds is er nou eenmaal en wordt elk jaar gevuld met 150 miljoen euro. Het gaat ook naar de andere lidstaten en als Nederland een aanvraag doet, zijn wij ook voor. We moeten ook pragmatisch blijven."

Niet alleen de 350 bankmedewerkers, maar ook nog duizenden andere Nederlanders zijn in de afgelopen jaren aan werk geholpen, dankzij het Globaliseringsfonds. Didier Herbert, het hoofd van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland in Den Haag, vindt het Globaliseringsfonds daarom een succesverhaal over Europees-Nederlandse samenwerking.

Herbert: "Sinds 2007 heeft Nederland 18 keer geld gekregen uit het fonds, voor in totaal ruim 9.000 werknemers uit 9 sectoren. Nederland staat op de tweede plaats in de EU wat betreft het aantal aanvragen. Bijna twee derde (64%) van de Nederlandse werklozen die gesteund werden door het Globaliseringsfonds, zijn opnieuw aan het werk gegaan. Daarmee doet Nederland het beter dan het Europese gemiddelde."

Volgens Herbert is dit te danken aan de goede samenwerking tussen alle betrokken actoren: de Commissie en het Europees Parlement, het ministerie van sociale zaken, het UWV, de provincies en private partners.

Momenteel wordt in Brussel hard onderhandeld over de begroting voor de Europese Unie voor de komende zeven jaar. Het Globaliseringsfonds speelt daarin een rol. De Europese Commissie stelt 200 miljoen euro per jaar voor. Dat is 50 miljoen meer per jaar dan nu. Nederland ziet dat niet zitten. Na het vertrek van de Britten uit de Europese Unie moet het budget verlaagd worden, vindt Nederland. Bij een kleinere Unie hoort een kleiner budget.

Ook wijst Nederland in Europa op de bestaande participatiewetgeving die mensen aan het werk helpt. Maar de bestaande participatiewetgeving richt zich vooral op mensen in de bijstand en minder op de WW, zegt de projectleider van het project over de ontslagen bankmedewerkers Peter Donders van de gemeente Leeuwarden, die het project trekt. Het voordeel van dit fonds vindt hij verder dat iedereen bereikt wordt en dat iedereen krijgt wat nodig is om weer aan het werk te komen.

De Europese Commissie wil het fonds inzetten voor de nieuwe economische realiteit, zegt Didier Herbert. Volgens hem gaat Europa en de regio´s twee transities door: de klimaattransitie en de digitale transitie. "We willen vooral inzetten op automatisering en de transitie naar een digitale en duurzame economie. Ook willen we de aanvraagprocedure sneller en eenvoudiger maken." En dat laatste mag ook, want het Globaliseringsfonds kent strenge aanvraag- en verantwoordingsprocedures.

Toine Manders, Europarlementariër voor 50Plus is blij dat de mensen weer aan het werk zijn. Hij ergert zich aan de opstelling van Den Haag en vindt dat Nederland niet zo moeilijk moet doen. "Ik vind het eigenlijk schandelijk dat Nederland constant de zuinige Hollanders zijn. Wij worden als de aasgieren van Europa gezien. Nederland heeft eigenlijk veel baat bij de Europese economie. En daarom moeten ze eigenlijk niet flauw zijn, want daarmee zorgen ze er voor dat mensen in Friesland in de kou blijven staan."