Stichting Musea Noardeast Fryslân onderzoekt opties met groot legaat

Stichting Musea Noardeast Fryslân heeft een groot legaat gekregen van Jan Zwart, deze bekende en in november overleden inwoner van Moddergat heeft in zijn testament en boerderij, roerend goed en een geldbedrag aan de stichting nagelaten. Bestuursvoorzitter Ger Heeringa geeft aan dat de stichting dankbaar is voor de schenking, maar wel moet er voor het legaat wordt aangenomen goed onderzocht worden wat de consequenties daarvan zijn.
Museum ’t Fiskershúske © Wikimedia Commons
Zo moet onderzocht worden of de boerderij en het verhaal van de familie Zwart binnen het concept van Museum 't Fiskershúske passen. Ook wil de stichting kijken of er achterstallig onderhoud is aan de panen, hoe het mogelijkerwijze kan worden geëxploiteerd en of de inboedel een plek zou moeten krijgen in de museumcollectie. Binnenkort zal het bestuur een besluit nemen over het legaat van Jan Zwart, die op 3 november overleed op 84-jarige leeftijd.

De handel van Jan Zwart

Jan Zwart (1934-2019) was een grote bekende in het dorp. Hij is nooit getrouwd, evenals zijn broer Dirk die bij hem inwoonde en die afgelopen jaar al overleed. Dirk was boer, maar dat was niets voor Jan, zo schreef het Reformatorisch Dagblad in 2011 over het duo. Jan ging naar de mulo. "Ik kon goed leren, maar kreeg in de tweede klas tbc. Twee jaar lag ik in een tent van het Groene Kruis. Toen ik genezen werd verklaard, was ik zeventien jaar. Ik keerde niet terug naar de mulo, maar ging de praktijk van het leven in."
Jan koos voor de handel, met de transportfiets langs de boeren. "De zaken gingen goed. Naderhand kwam de grote auto. Ik verkocht allerlei soorten textiel, zoals ondergoed, badhanddoeken, theedoeken, zeemleren en later ook confectie, zoals japonnen, rokken, blouses. Voor de heren onder meer pantalons, overhemden, jacks. Daarnaast presenteerde ik altijd kleding op voor- en najaarsexposities in zeven bejaardenrustoorden en dorpshuizen." Jan hield daar in 2002 mee op. "Toen kwam de euro. Mijn klantenkring brokkelde af, jonge mensen wilden zich niet meer binden aan mijn persoon."