Verzetsstrijders die meededen aan De Overval hebben daar heel veel last van gehad

Enkele van de 26 mannen die meededen aan de overal op gevangenis de Blokhuispoort op 8 december 1944, kregen na de oorlog last van posttraumatisch stresssyndroom. Dat is de conclusie van schrijver Hessel de Walle. Hij heeft het boek De mannen van de Overval geschreven over de 26 verzetsmensen die met die bewuste overal 51 verzetsstrijders bevrijden.
© Simone Scheffer
Het grootste deel van hen was actief in het verzet en beleefde daardoor traumatische zaken, zoals liquidaties. Een van hen was Ernst Hendrikus Rob, politieagent van beroep. Zijn dochter Truus vertelde in radioprogramma Buro de Vries het verhaal van haar ouders.
In de oorlog stond Truus haar moeder er vaak alleen voor. Ze moest onderduiken in Fryslân, omdat ze zelf onderduikers in huis had. Haar man Ernst werd opgepakt in de oorlog, maar ontsnapte uit het kamp. Hij sloot zich daarna aan bij het verzet in Fryslân.
Truus Berends - dochter van Ernst Rob, een van de overvallers op 8 december 1944
Na de oorlog kwam het huwelijk van haar ouders behoorlijk onder druk te staan. Doordat Truus haar ouders de oorlog beide op een andere manier hadden doorgebracht en ervaren en daarbij beide hun eigen trauma's hadden opgelopen.
In het boek De mannen van de Overval las Truus dat haar vader Ernst Hendrikus Rob ook bij een liquidaties betrokken was. Voor Truus was dat nieuwe informatie. Het was een geheim van haar vader en hij had het maar met weinig mensen gedeeld.
Hessel de Walle oer de ptss fan de oerfallers
Het verhaal van Ernst Rob en dochter Truus is een van de voorbeelden uit het boek van De Walle. Volgens hem overkwam het een groot deel van de overvallers. Tegenwoordig worden mensen met een trauma geholpen, toentertijd nog niet. Ze moesten er zelf maar overheen komen, vertelt De Walle in het programma Buro de Vries.
Luister naar de volledige uitzending: